woensdag 12 mei 2010

Verbaal haantjesgedrag van Marokkanen

Hoe communiceer je met mensen uit een andere cultuur? Naarmate ik langer in de Arabische cultuur van Egypte woon, ben ik steeds meer onder de indruk van de enorme uitdagingen waarvoor ik sta. En dit is niet alleen een probleem voor mijn werk, dus ook voor de televisieprogramma’s die ik hier produceer, maar ook voor mijn alledaagse communicatie op straat, met Arabische vrienden, en met Egyptische collega’s op het werk.

Dit thema van interculturele communicatie is van groot belang, zowel voor het begrijpen en oplossen van conflicten op wereldniveau, maar ook in de omgang met minderheden in ons eigen Nederland - zoals met Marokkanen.

‘Al die lui liegen gewoon’
‘Kan je dat rapport morgen afhebben’, vroeg ik aan Emad, mijn goede christelijke Egyptische medewerker. ‘Ja, zo God het wil’, was zijn reactie. Hij keek me trouwhartig aan.

‘Bel je me morgen, dan kunnen we een afspraak maken over uit eten gaan’, zei mijn Egyptische collega tegen een klant. ‘Ik bel je morgen, ja moeten we doen’, was de schijnbaar enthousiaste reactie.

‘Ja, ik weet waar die straat is, geen probleem’, zei de islamitische taxichauffeur die me in Cairo naar een voor mijn onbekende bestemming moest brengen.

U raadt het al; het rapport kwam niet af, mijn collega en die klant hebben nooit samen gedineerd, en de taxichauffeur bleek na een half uur dwalen geen flauw benul te hebben waar ik naartoe moest.

‘Allemaal leugenaars, die Arabieren’, ik heb het buitenlanders in Egypte vaak horen zeggen. Vooral nieuwkomers in dit land kunnen niet makkelijk met dit probleem overweg. ‘Ze spreken nooit de waarheid’. Ik weet van een christelijke Nederlander in Egypte die zelfs een boekje schreef over de oorzaak waarom God de kerk in Egypte niet zegent: net als alle moslims, doen ze mee aan die ‘cultuur van liegen’.

Een veel te ondoordacht oordeel

Dat is een veel te simpel en ondoordacht oordeel! We hebben te maken met het probleem van interculturele communicatie.

Mijn vriend Emad kon natuurlijk niet zeggen dat hij het vereiste rapport beslist niet klaar zou hebben de volgende dag. Ten eerste zou hij daarmee zichzelf beschamen, want als je baas iets wil moet je dat niet tegenspreken. Bovendien, hij meende mij ook een plezier te doen door me in elk geval een dag langer het goede gevoel te geven dat er een rapport op mijn bureau zou liggen. En dat hij er ‘zo God wil’ bij zei, had alle bellen bij me moeten doen rinkelen. Het gebruik van de term ‘insha Allah’ is alvast een excuus voor als het niet lukt, dan heeft God het blijkbaar niet gewild.

Dat de klant mijn collega nooit belde is ook niet vreemd. Ze deden niks dan beleefdheden uitwisselen en elkaar een goed gevoel geven, Door niet op staande voet die afspraak te maken, maakten ze allebei duidelijk dat ze van de kans op samen dineren geen hoge verwachtingen hadden. Maar ze waren wel aardig voor elkaar, en daar ging het om.

En die taxichauffeur, die wilde gewoon niet toegeven dat hij iets niet wist. In een Arabische cultuur is dat erg pijnlijk, zeker voor een man. De chauffeur gaf dus precies het antwoord dat je van hem kon verwachten in de omstandigheden. Loog hij? Ja, vanuit Nederlands perspectief wel. Maar elke Egyptenaar had kunnen vertellen dat je op een andere manier moet ontdekken of de chauffeur de bestemming kent. Mijn vraagstelling zorgde dat ik nooit kon weten of de chauffeer de weg kende.

Context van de taal

Rhonda Zaharna (foto), professor aan de School of Communication van American University in Washington DC zegt dat voor het begrijpen van wat Arabieren tegen ons zeggen, we goed moeten beseffen dat taal niet kan worden losgedacht van de cultuur. Volgens Zaharna is de Arabische taal een typisch voorbeeld van wat de antropoloog Edward T. Hall begin jaren ’80 een Hoge Context Cultuur noemde. Dat wil zeggen, als je naar de woorden van Arabieren luistert ‘ligt betekenis vooral in de context’. De meeste informatie wordt niet door de woorden zelf, maar door gebaren en intonaties doorgegeven. Om een Arabier goed te begrijpen, moet je dus heel goed letten op contextuele hints.

Als in Nederland iemand me niet begrijpt is mijn houding doorgaans: dan zal ik het wel niet duidelijk hebben verteld. In de Arabische context is veel meer van belang of de luisteraar wel goed heeft geluisterd. Het gaat niet om de woorden die zijn gesproken, maar om alles eromheen. En terwijl we in Nederland iemand afrekenen op zijn woorden en hoe die letterlijk moeten worden opgevat, hebben Arabieren veel meer respect voor de omstandigheden van de spreker. Als ik bijvoorbeeld wil laten zien dat ik boos ben, is het absoluut onvoldoende om dat alleen op een beleefde manier te zeggen. Ik moet erbij schreeuwen, boos kijken, met met armen zwaaien.

Liegen Arabieren dan? Niet meer dan elke zondaar, denk ik. Want andere Arabieren begrijpen zeer nauwkeurig wat ze willen communiceren. Wij, niet-Arabieren, begrijpen hun stijl van communicatie niet goed.

Midden Oosten conflict


In ons begrijpen van de Arabieren in het Midden Oosten conflict komt dit cultuurverschil vaak om de hoek kijken. Arabische leiders willen als ferme kerels overkomen, en dus spreken ze vaak in zeer pompeuze taal over hun bereidheid om tot de dood te strijden, om de vijand geheel uit te roeien, en meer. Wat doen ze in de praktijk? Arabische leiders zijn er door de jaren heen bedreven in geweest om Israel in de meest krasse termen de zee in te wensen, terwijl ze intussen rustig in het geheim met Israel over vrede onderhandelden.

Shukri Ayyad, die Arabische Literatuur onderwees aan de Universiteit van Cairo, schreef een boek over ‘het moderne Arabische denken’. Hij zei: ‘Arabieren gebruiken grandioze woorden die ze niet van plan zijn in de praktijk te brengen.’ Liegen ze dan? Niet volgens Ayyad. Je moet naar de culturele context kijken: ‘Arabieren zijn ontevreden met hun omgeving en voelen zich gedrongen om in een soort geïdealiseerd beeld van zichzelf te schuilen’. Dat doen ze door met hun taal zo’n ideale wereld te scheppen.

Minderheden in Nederland

In Nederland levert dit verschil tussen Hoge Context Cultuur van Arabieren en onze eigen Nederlandse Lage Context Cultuur, de nodige spanningen en onbegrip op. Ik denk dat dit vooral onder Marokkaanse jongens goed zichtbaar is.

Veel van die jongens groeien thuis en in hun eigen milieu op in cultuur waarbij de eer en een krachtig imago van groot belang zijn. Tegelijk zitten velen van hen met het probleem dat ze slecht opgeleid zijn en geen goed werk kunnen vinden, en bovendien ervaren ze dat veel autochtone Nederlanders op ze neerkijken. De cultuur van de eigen groep, waarbij saamhorigheid hoog in het vaandel staat en waarin zwakheid oneer betekent, zorgt vervolgens voor een taalgebruik waarin deze jongens voor zichzelf een soort ideaalbestaan opbouwen dat voor een deel nogal onwerkelijk is, maar dat wel een goed gevoel geeft.

Nederlanders nemen al die woorden doorgaans serieus, terwijl ze eigenlijk meer naar de context moeten kijken om deze jongens te begrijpen. Wij ervaren het verbale haantjesgedrag nogal snel als serieus en bedreigend, maar m.i. is het vooral een poging om zich een eervol bestaan aan te praten; binnen de context van de eigen groep is dit volstrekt logisch. Het pijnpunt is natuurlijk dat dit onder autochtone Nederlanders precies het omgekeerde effect heeft. Verbaal haantjesgedrag wordt veracht en bestraft: 'Doe maar gewoon, dan ben je al gek genoeg.'

Hoe doorbreken we deze patstelling? Misschien heeft u wat ideeen?

6 opmerkingen:

Harco zei

Ik heb zogauw geen oplossing om die patstelling te doorbreken. Wel wil ik even opmerken dat het te ver gaat om te zeggen dat alle problemen met Marokkaanse jongeren te maken hebben hierop terug te voeren zijn. Het probleem is nl. dat er ook hordes Marokkaanse jongeren zijn die wel degelijk rotzooi trappen en -erger nog- met enige regelmaat ook mensen in elkaar trappen (en beroven). Dat lijkt me toch niet te tolereren?

Unknown zei

Ha Harco - ik suggereer niet dat dit het enige is. Dat zou niet slim van me zijn. Op verkeerd gedrag moet voor zover strafbaar natuurlijk gereageerd volgens onze gangbare wetgeving.

Ik denk dat waar het om de verbale kant van de zaak gaat, we als grote meerderheid van autochtonen wel wat extra terughoudend moeten zijn en niet te snel op onze p*k getrapt. En ook niet te snel onder de indrul van ferm taalgebruik. Ze zeggen meer dan ze doen.

gert zei

Hoi Jos,opmerkelijk dat je helemaal geen link legt met de islam godsdienst en het ge/misgedrag van de marokkanen/arabieren.Het is bv.een publiek geheim dat de jochies uit de allochtone gezinnen een soort prinsen status hebben,hun zussen en moeders zijn letterlijk hun slaafjes.Sjonge jonge Jos,wat heb jij toch sloten geduld met dezulken.

Unknown zei

Nou Gert, het kan best zijn dat dit gedrag met de Islam te maken heeft. Mijn constatering was vooral dat er sprake is van een cultuurverschil. Christenen in Egypte hebben trouwens veelal een zelfde taalgebruik als moslims hoor.

gert zei

Dubbele pech heb je als het vliegtuig waar je mee vliegt nota-bene uit Libië komt en daar ook nog eens neerstort.
Een sterk staaltje weer van moslimcultuur/van achterbaksheid.

Anoniem zei

Liegen is liegen . En niet goed te praten . Weef er maar theorietjes rond om het goed te praten . Wat een gedoe . En als ze een machinegeweer hebben praat je het nog altijd goed . In naam van Allah en de Heer Jezus Christus BAM BAM . Onnozele kloten .