maandag 10 mei 2010

Dodenherdenking 2010: zijn Hollandse mannen wel kerels?

Ik loop nog maar steeds met dat beeld van de Doden- herdenking op 4 mei op de Dam in Amsterdam op mijn netvlies. Een man die gaat schreeuwen en duizenden kinderen, vrouwen en mannen rennen weg of hun leven ervan afhangt. Bang, opgejaagd. Er waren 60 gewonden, gewoon van het hard weghollen, struikelen, over elkaar vallen, op elkaar staan.

Ik begrijp dat een paar omstanders de schreeuwende man tegen de grond duwden. Gelukkig; er zijn kerels die ingrijpen, ook al weten ze niet wat er gaande is. Die mannen verdienen een pluim. Ze waren vast net zo bang als de duizenden die wegholden, maar durfden in elk geval iets te doen.

Dat de massa schrok en bang was, dat is mooi voer voor psychologen. Een goede dosis vrees in onbekende omstandigheden is niet slecht, want dat heb je nodig om in echt gevaar niet roekeloos zijn. Maar het moet je ook niet verlammen. Gelukkig dat er dus een paar mannen ingrepen – maar de meeste mannen holden weg.... Dat deed me direct toen ik het zag aan mezelf de vraag stellen: wat zou jij doen? Ik mag hopen dat ik manlijk zou zijn, en ingrijpen. Maar ja, wat doe je op zo’n moment? Overheerst de angst? Laat ik me verlammen?

In zijn Meditaties zegt keizer Marcus Aurelius (121-180 AD) met dankbaarheid dat hij van zijn vader ‘manlijkheid’ geleerd had. (Boek 1.2) Dat was een goed klassiek ideaal. En ook de apostel Paulus roept de volgelingen van de Heer op, ‘wees manlijk, wees sterk!’ (1 Kor 16:13) Ook een christelijk ideaal dus.

O treurnis! Onze NBV heeft dit ‘manlijk’ veranderd in ‘moedig’. Politiek correct, keurig hoor. Maar moeten we niet juist als mannen ons afvragen waar onze moed is gebleven? Dat we weghollen als er gevaar dreigt, vrouwen, en kinderen wegduwen, zelfs ons ten koste van anderen een weg banen uit een gebied van vermeend gevaar, is dat niet tragisch? Hoeveel vrouwen en kinderen raakten gewond doordat mannen wilden ontsnappen?

Ik hoop dat ik in zulke omstandigheden een kerel ben, en om vrouwen en kinderen te beschermen moed zal tonen, een dosis manlijkheid, door het gevaar in het gezicht te kijken in plaats van als een haas weg te hollen.

'Vrouwen hebben dit over zichzelf afgeroepen', ik citeer mijn eigen vrouw, 'omdat we altijd zeggen dat we alles zelf wel afkunnen en omdat iedereen gelijk moet zijn'. Daar moeten we als man dan misschien maar boven staan, en gewoon onze manlijke verantwoordelijkheid in de samenleving nemen.

1 opmerking:

Mariamne zei

Gideon kreeg ook maar een klein clubje mannen bijelkaar (Richters 7), in Israel waren dus ook maar weinig kerels. Niet direct iets van deze tijd als uitvloeisel van een verkeerd geinterpreteerde vrouwenemancipatie. Daar zou ik nog wel met je vrouw over willen bomen.
Mariamne