vrijdag 20 februari 2015

Abraham, David, Ballingschap (Mat 1-7)

In deze tijd van vasten tussen aswoensdag en pasen, lees ik de vier evangeliën systematisch door. De eerste paar dagen las ik Mattheus 1-7. Hier wat vragen en notities bij dit begin van het Evangelie naar Mattheus.

Mattheus begint met een geslachtsregister van Jezus - van Jozef eigenlijk. Hij plaatst Jezus daarmee in het teken van Abraham, David en de ballingschap. Is dat ook hoe Mattheus vervolgens zijn hele boekje schrijft, met die drie - Abraham, David en ballingschap - in gedachten? Is dit de ruggengraat van het verhaal van Jezus? (Mat 1:1-17)

De geboorte van Jezus was wonderlijk - onmogelijk. Net als Abraham een wonderlijke zoon baarde. Het leven van Jezus begon vol engelen. Abraham’s verhaal kent dat ook vaak.(1:18-23) Is het te ver gezocht om een vergelijking te trekken tussen de wijzen uit het oosten en de mannen die Abraham bezochten om over de zwangerschap van Sara te spreken? (2:1-12)

Jezus werd in Bethlehem geboren, een stad die nauw verband hield met David. (2:1-12)

Jozef was een rechtvaardige Joodse man. (1:18-23) En de buitenlandse wijzen uit het oosten waren de ‘good guys’. (2:1-12)

Egypte werd een veilige haven voor Jezus, die door uit Egypte terug te keren de exodus van Israel overdeed. (2:13-15) De moord op de kinderen in Bethlehem - in het land Israel - doet me denken aan hoe farao in de tijd van Mozes de Joodse kinderen doodde. De priesters en schriftgeleerden ‘participeerden’ in de moord in Bethlehem. Zijn zij nu ‘farao’? (2:13-18)

Toen Jezus naar Israel terugkeerde was dat naar Galilea - marginaal en ‘Galilea der heidenen’ genoemd. De ballingschap ging door? (2:19-23)

Johannes doopte in de woestijn - herinnering aan Israel’s tocht door de woestijn? Johannes zegt expliciet dat het niets zegt of iemand Abraham als vader heeft. Het gaat om God gehoorzamen. God kan van stenen kinderen van Abraham maken. (3:1-12) Jezus zegt hetzelfde - het gaat om gehoorzamen, niet om DNA. (5:13-16)

Het citaat over Johannes de Doper gaat in de OT context over de terugkeer uit ballingschap in Babylon. Is Israel blijkbaar geestelijk nog steeds in ballingschap? (3:1-12)

Religieuze leiders van Israel worden door Johannes veroordeeld wegens hypocrisie. God’s oordeel is gebaseerd op gedrag, niet op DNA.

Is Jezus doop in de Jordaan analoog aan de doortocht van Israel door de Rode Zee? De Geest kwam op de tabernakel in de woestijn, en komt nu op Jezus. Hij is waar God gevonden wordt. Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen? DIT is mijn Zoon in wie ik mijn welbehagen heb. (3:13-17)

Jezus werd 40 dagen in de woestijn verzocht en doorstond dat succesvol. Hij deed wat Israel niet kon in de 40 jaar in de woestijn. Jezus overwint de boze door allemaal citaten uit Deuteronomium. (4:1-11)

De focus van Jezus’ prediking was in het gebied dat door vrome Joden als ‘heidens’ werd gezien. ‘Galilea van de volken.’ Het volk in duisternis, dat zijn de heidenen waarover Jesaja zijn profetie uitsprak. Jezus heeft het ook over zijn volgelingen als licht van de wereld. (4:12-17, 5:13-16)

In deze context vraag ik me af waarom Jezus nou juist vissers koos als zijn discipelen. Ik kan me van alles voorstellen en daar wat fraais over zeggen, maar een moraal verhaaltje (“dat waren dappere, sterke mannen, geschikt voor apostelschap’) doet me niet zoveel.

Jezus’ wonderen (buiten Israel!) lijken wel op het begin van het nieuwe koninkrijk. Maakt Hij dan dat de ballingschap eindelijk voorbij is voor wie hem volgen? De belofte van Gods gunst is voor alle mensen, niet alleen Joden (4:23-25; 7:7-11)

Jezus stelt zich in de plaats van Mozes. Hij gaat de berg op, geeft tien geboden, en spreekt met gezag. Wie zich niet aan zijn woorden houdt, gedraagt zich net als de heidenen. En de weg die Jezus wijst is zwaar - het gaat om liefde. (5:1-12, 6:19-34; 7:12-14; 7:28-29)

Wie de woorden van Jezus gehoorzaamt, mag erop rekenen dat de leiders van Israel hem zullen vervolgen. Dat deden ze immers eerder al met de profeten? Volgelingen van Jezus moeten bovendien meer rechtvaardig zijn dan die leiders van Israel. Jezus plaatst ware godsdienst tegenover wat (deze) hypocrieten doen. Deze hypocrieten moeten eerst zichzelf maar veranderen voor ze tot anderen preken. (5:1-12; 5:17-48; 6:1-18; 7:1-6).