St Ignatius (ca. 30/50-110 na Chr) was de derde bisschop van Antiochië in Syrië. Eusebius (ca. 263-339), kerkhistoricus en bisschop van Caesarea in Palestina noemt hem de derde bisschop van Antiochie, na Petrus en Evodius.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft Ignatius nog aan de voeten gezeten van de Apostel Johannes in Efeze. Dat maakt hem iemand met kennis uit de eerste hand over hoe de apostelen over leiderschap van de kerk dachten.
We weten niet veel van Ignatius. Op mijn blog over hem, Kerkvader Ignatius, kunt u meer over hem lezen. New Advent heeft veel informatie als nuttige achtergrond bij Ignatius. Hij werd in elk geval gearresteerd in Antiochië en werd door een detachement van 10 soldaten naar Rome gebracht voor zijn executie. De reis vanuit Syrië ging door het huidige Turkije via de noordelijke Romeinse ‘snelweg’. Die liep via Philadelphia en Smyrna. Ignatius werd vervolgens via Filippi naar Rome gebracht. Daaris is Ignatius ter dood gebracht. Tijdens zijn reis kreeg Ignatius kreeg Ignatous in elke stad war hij kwam bezoek van een delegatie van de kerk in die stad; hij schreef aan al die kerken briefjes, die ons mooi inzicht in de oude kerk geven.
Hiërarchie in de kerk bij Ignatius
Ignatius is van groot belang voor ons begrijpen van de hiërarchie in de vroege kerk. Zijn brieven, kort na die van Clemens van Rome beschreven, bevestigen wat we van die Clemens leerden, namelijk dat de apostelen kerkleiders aanstelden waarvan ze verwachten dat die op hun beurt weer hun opvolgers zouden aanstellen. Bij Ignatius, een generatie na de Apostelen, is duidelijk dat deze persoon de Episkopos, de bisschop, wordt genoemd in de kerk, en dat dit een andere functie was dan die van priester en diaken.
Elke stad met christenen had een bisschop, die werd bijgestaan door een raad van priesters en door diakenen; dat was in de kerken die Ignatius aanschreef overal de vorm van kerkbestuur. Ik geef hier een uitgebreide samenvatting van wat Ignatius over dit thema schrijft.
Ignatius is blij met de situatie in de kerk van Magnesia, want de priesters onderwerpen zich aan hun bisschop ‘als aan de Vader van Jezus Christus, de bisschop van allen.’ (Magnesia 3:1)
En van de diaken Zotion uit Magnesia zegt Ignatius dat die ‘is onderworpen aan de bisschop als aan de genade van God, en aan de raad van priesters als aan de wet van Jezus Christus. (Magnesia 2) Dit maakt duidelijk dat de sprake was van een eenhoofdig leiderschap van de bisschop, dat de priesters hem dienden, en dat de diakenen ten dienste van bisschop en priesters stonden. Ignatius vertelt aan deze leiders:
Doe alles in goddelijke harmonie, de bisschop die voorzit in de plaats van God, en de priesters in de plaats van de raad van de apostelen, en de diakenen, die me bijzonder dierbaar zijn, omdat aan hen het dienen van Jezus Christus is toevertrouwd. (Magnesia 6:1)
De gemeente moet unaniem en harmonieus zijn. (Efeze 4:2) Om dat te bereiken schrijft Ignatius de kerken dat ze hun leiderschap moeten gehoorzamen: ‘Let op de bisschop, de raad van presbyters, en de diakenen’. (Philadelphia 7:1)
Een goede navolger van Christus onderwerpt zich aan zijn bisschop, want hij moet die beschouwen ‘als de Heer zelf.’ (Efeze 6:1). Van de Kerk in Tralles zegt Ignatius dat die was onderworpen aan hun bisschop ‘als aan Jezus christus’. (Tralles 2:1)
Onderwerpt u aan de bisschop en aan elkaar, zoals Jezus Christus in het vlees aan de vader onderworpen was, en zoals de apostelen dat waren aan Christus en aan de Vader. (Magnesia 13:2)
De noodzaak van onderwerping geldt niet alleen aan de bisschop, maar ook aan de priesters en diakenen. Ignatius verwacht dat de gelovigen ‘samengevoegd zijn in verenigde gehoorzaamheid en onderworpen aan de bisschop en de raad van presbyters.’ (Efeze 2:2)
Laat er niets onder u zijn dat u kan verdelen maar weest verenigd met de bisschop en met hen die leiding geven. (Magnesia 6:2)
Zoals de Heer niets deed zonder de Vader [...] zo moet u niets doen zonder de bisschop en de presbyters. [...] U moet allen samen rennen als naar één tempel, als naar één altaar, naar één Jezus Christus. (Magnesia 7:1-2)
Doe niets zonder de bisschop maar weest ook onderworpen aan de raad van priesters als aan de apostelen van Jezus Christus. (Tralles 2:2)
Laat een ieder de diakenen respecteren als Jezus Christus, net zoals ze de bisschop respecteren, die een model is van de Vader, en de presbyters als Gods raad en als de groep van de apostelen. Zonder deze kan geen groep Kerk worden genoemd. (Tralles 3:1)
Een ieder die ook maar iets doet zonder de bisschop en de raad van presbyters en de diakenen heeft geen rein geweten. (Tralles 7:2)
Weest onderworpen aan de bisschop als aan de geboden, en ook aan de raad der priesters. (Tralles 13:2)
Aan de Kerk in Philadelphia schrijft Ignatius dat hij wenst dat ze ‘één [zijn] met de bisschop en de priesters en de diakenen die met hem zijn, die zijn aangesteld door het gemoed van Jezus Christus en die Hij, in overeenstemming met zijn wil, veilig heeft vastgesteld door zijn Heilige Geest. (Philadelphia, aanhef)
Tegengif tegen verdeeldheid en ketterij
Deze onderwerping aan de leiders, en aan de bisschop in de eerste plaats, is wat Ignatius betreft het voornaamste tegengif tegen ketterij en verdeeldheid in de Kerk:
Vlucht voor verdeeldheid en valse leer; waar de herder is, daar volgen de schapen. (Phil. 2:1) Die herder is de bisschop.
Doe niets zonder de bisschop. Bewaak je lichamen als de tempel van God. Heb de eenheid lief. Vlucht van verdeeldheid. Wordt navolgers van Jezus Christus, zoals Hij dat is van zijn Vader. (Phil. 8:1)
In Philadelphia is geen dwaalleer want:
[...] allen die aan God en Jezus Christus toebehoren zijn met de bisschop, en allen die zich bekeren en de eenheid van de Kerk binnentreden zullen aan God behoren, zo dat ze leven in overeenstemming met Jezus Christus. Laat u niet misleiden, broeders en zusters; als iemand een scheuringmaker volgt, dan zullen die het koninkrijk van God niet beërven. Als iemand vreemde ideeën heeft, maken ze zich daarmee los van het lijden [van Christus] (Phil. 3:2-3)
Ziet er daarom op toe deel te hebben in de ene Eucharistie (want er is één vlees van onze Heer Jezus Christus, en één beker die leidt tot eenheid door zijn bloed; er is één altaar, net zoals er één bisschop is, samen met de raad van priesters en de diakenen, mijn mede dienstknechten. (Phil 4)
De bisschop met zijn medeleiders en de Eucharistie die ze vieren zijn dus het hart van kerkelijke eenheid. Die Eucharistie was overigens precies een aspect van meningsverschillen met de docetistische ketters die Ignatius bestrijdt. Die wilden geen Eucharistie vieren. Aan de gemeente in Efeze schrijft Ignatius ook over het belang van de Eucharistie:
Zo iemand niet in het heiligdom is, dan ontbreekt hem het brood van God. Want als het gebed van twee of drie al zulke kracht heeft, hoeveel te meer dat van de bisschop samen met hele kerk. Wie dus niet samenkomt met de gemeenschap, toont daarmee zijn arrogantie [...] Laten we daarom voorzichtig zijn dat we de bisschop niet tegenstaan, opdat we God gehoorzamen. (Efeze 5:2-3)
Doe er daarom alles aan om vaker bijeen te komen voor Eucharistie [het woord betekent dankzegging] aan God en tot zijn lof. Want als u vaak samenkomt worden de machten van satan omvergeworpen en zijn vernietigingskracht wordt tenietgedaan door de unanimiteit van uw geloof. (Efeze 13:1)
U allen, [...] komt bij elkaar [...] opdat u de bisschop en de raad van priesters zult gehoorzamen met een onverstoord gemoed, brekende het ene brood dat het medicijn voor onsterfelijkheid is, het tegengif dat we nemen omdat we niet sterven maar voor eeuwig leven in Jezus Christus. (Efeze 20:2)
Tenslotte, een laatste citaat uit Ignatius’ brief aan de Kerk in Efeze. Ignatius schrijft ze dat ze:
[...] samen in harmonie snel moeten lopen in harmonie met het gemoed van God. Want Jezus Christus, ons onvervreemdbare leven, is het gemoed van de Vader, net zo als de bisschoppen die over de hele wereld zijn aangesteld, in het gemoed van Christus zijn. Daarom is het gepast voor u om samen snel te lopen in harmonie met het gemoed van de bisschop, en dat doet u ook, want uw raad van priesters [...] is afgestemd op de bisschop zoals de snaren van een lier. (Efeze 3:2-4:1)
Dit citaat wekt de indruk dat Ignatius de kerkelijke eenheid, die ketterijen buiten de deur houdt, in de eerste plaats zoekt in de harmonie tussen de kerkelijke leiders die hun bisschop volgen.
Wat concludeer ik hieruit:
1. Ignatius laat zien dat de kerken een bisschop hadden die de leiding had, geholpen door zijn priesters en diakenen. Per stad, zo lijkt het, was er één bisschop.
2. Harmonie in de kerk, vooral met het oog op de rechte leer en een geheiligd leven, zijn het gevolg van het volgen van de bisschoppen. Hun taak had alles te maken met het bewaken daarvan.
3. Een groep christenen kan pas Kerk worden genoemd volgens Ignatius als het een bisschop, priesters en diakenen heeft. Het waren de ketters die meenden zonder te kunnen (die konden het ook zonder eucharistie, en hadden daarvoor dus geen geestelijkheid nodig)
4. Ignatius rept met geen woord over het idee van apostolische successie, maar zijn beschrijving van de rol van de bisschop is geheel in harmonie met hoe Clemens hierover spreekt. Die bisschoppen hadden enorm geestelijk gezag. Net als bij Clemens worden ze gezien in de lijn van Jezus Christus – Apostelen – Bisschoppen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten