Essam Sharaf, de Egyptische premier, gaat in mei op bezoek in Ethiopie, Oeganda en de Democratische Republiek Congo. Het gaat daarbij om landen die aan de Nijl grenzen; de watersituatie in Egypte is een belangrijk politiek thema sinds de Afrikaanse landen die invloed op de Nijl hebben zich niet langer neerleggen bij Egypte's eisen.
Egypte heeft geeist dat het de Grote Millennium Dam die Ethiopie in de Nijl aanlegt, moegn inspecteren. Egypte wil zeker zijn dat de dam niet gaan verhinderen dat genoeg water door Egypte vloeit. Dat woord 'inspecteren' schoot in Addis Abeba geheel in het verkeerde keelgat. Minister van Buitenlandse Zaken Hailemariam Desalegn zei dat zijn land klaar is om te onderhandelen en samen te werken, maar 'we zijn een soevereine staat'. Oftewel: We maken zelf wel uit hoe wij met onze Nijl omgaan.
Egypte meent dat het op grond van oude afspraken (1959) recht heeft op ongeveer 40 miljard kubieke meter per jaar. De Afrikaanse Nijlstaten hebben die afspraken, waar ze tot voor kort mee instemden, nu verworpen omdat het de ontwikkeling van hun eigen landen hindert.
Ondank de afwijzing van een inspectie is Addis Abeba dus wel een bezoek van Egypte's premier aan het voorbereiden. Onder Moebarak speelden deze waterproblemen met de Afrikaanse buurlanden al, maar de indruk werd toen gewekt dat het allemaal wel goedkwam. Egypte dacht ongetwijfeld dat het door met zakken geld naar de Afrikaanse leiders te reizen, het zichzelf Nijlwater kon (om)kopen. De indruk bestaat dat Egypte na de val van Moebarak serieuzer met samenwerking met Afrika wil omgaan, hoewel de eis tot 'inspectie' van de Dam in Ethiopie opnieuw geheel de verkeerde toon treft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten