Zou er in Egypte toch wat kunnen veranderen? In de 30 jaar dat President Moebarak met ijzeren vuist regeerde, zijn de winkels voller werden, de auto’s mooier, de paleizen van de rijken steeds groter. Maar de arme helft van de bevolking, 40 miljoen mensen, moet het nog steeds met minder dan anderhalve euro per dag rooien. Is de bom nu eindelijk gebarsten?
Opvallend bij de demonstraties de afgelopen 48 uur, was het gehalte hoog opgeleiden die meededen. Het is juist die middenklasse die vol woede zit; het gaat om universitair geschoolde mensen die ooit de hoop op een goed bestaan hadden, maar die weten dat de kans op een normaal betaalde baan gering is.
Neem nou Hany, een keurig nette gereformeerde jongeman, iemand die geen vlieg kwaad doet. Hij deed mee aan de eerste grote opstand tegen het regime Moebarak, en glom van trots. Hij was op Tahrir en had het gevoel dat hij voor het eerst in zijn leven gewoon eerlijk heeft laten weten dat hij van zijn land houdt, maar niet van de gerontocraat met de onderdrukkende, martelende, corrupte politie en leger die hem in het zadel houden.
Of die evangelische man, Sherif, die treurig is omdat hij van zijn vrouw niet mocht gaan demonstreren. Om dat te compenseren struint hij, net als honderdduizenden andere Egyptenaren, de hele dag het internet af voor nieuws, foto’s en filmpjes van de opstand. Die stuurt hij naar iedereen in zijn adresboek, omdat wat nu gaande is hem hoop geeft. Hoop dat het volk eindelijk zelf kan spreken. Want wat geen verkiezing in Egypte ooit voor elkaar kreeg, heeft de opstand van Tahrir en elders wel gedaan: het heeft de mensen in Egypte het gevoel gegeven dat ze een stem hebben. En dat wat de overheid ook voor draconische maatregelen neemt, ze zich niet langer laten overstemmen.
Dit verscheen vandaag in het Nederlands Dagblad
Geen opmerkingen:
Een reactie posten