Door mijn voorbereidingen kwam ik mijn geliefde kerkvader Ignatius weer eens tegen, en vooral diens opvattingen over de Eucharistie vind ik zeer opmerkelijk. U wellicht niet, maar ik kom uit een achtergrond waar het avondmaal vooral enorm laagkerkelijk wordt benaderd. Het wordt als gedachtenismaal gezien; het helpt je aan Christus en diens dood te denken, maar dat is het dan ook vooral – een geheugensteuntje.
Ignatius was bisschop in Antiochie – nu een Syrische havenstad. Hij hoorde bij de tweede generatie kerkleiders na de apostelen van het Nieuwe Testament. Hij kende misschien sommige van die apostelen persoonlijk. Zeker is dat hij bisschoppen kende die (enkele van de) apostelen zelf had ontmoet, zoals bisschop Polycarpus.
Wat zegt Ignatius dan over het avondmaal? Hij noemt dat de Eucharistie, de Dankzegging. Maar what’s in a name. Belangrijker is hoe hij erover spreekt.
Ignatius was op weg naar Rome om gedood te worden in de arena, omstreeks het jaar 110 na Chr. Hij werd door tien Romeinse soldaten naar Rome gebracht via Asia (wat nu Turkije is) en Filippi in Griekenland. Onderweg ontmoette hij veel kerkleiders die hun locale problemen met hem deelden. Een van de grootste zorgen was de ketterij van het Docetisme, een gnostische stroming die nogal invloed op de kerk had.
Docetisten geloofden dat Jezus een schijnlichaam had. (docetisme komt van Gr: dokein, ‘schijnen’) In overeenstemming met Grieks-filosofische stromingen konden deze lui niet geloven dat Jezus een normaal mens was. Geest en stof kunnen toch niet mengen? De eeuwige God kan toch niet echt mens van vlees en botten worden, met, God verhoede het, de noodzaak van naar het toilet te moeten?
Voor deze docetisten was de viering van de Eucharistie ondenkbaar. Ze deden er niet aan mee omdat het de tastbare lichamelijkheid van Jezus Christus onderstreepte. Als de Eucharistie alleen een gedachtenismaal was, kon dat probleem makkelijk uit de wereld geholpen. Ignatius had dan kunnen zeggen: “We eten en drinken brood en wijn om aan Jezus te denken, maar dat zegt verder niets over de werkelijkheid of onwerkelijkheid van het lichaam van Jezus.” Maar Ignatius deed dat niet. Blijkbaar leerde de oude kerk iets anders over brood en wijn. Dit is wat Ignatius aan de kerk in Smyrna schrijft:
Zelfs de hemelse wezens en de heerlijkheid van de engelen en de heersers, zowel zichtbare als onzichtbare, zijn onderworpen aan het oordeel als ze niet geloven in het bloed van Christus. […] Ze onthouden zich van de Eucharistie en gebed omdat ze weigeren te erkennen dat de Eucharistie het vlees is van onze redder Jezus Christus, die leed voor onze zonden en die de Vader in zijn goedheid deed opstaan. (Ign, Smyrna 6:1-2)
Aan de gemeente in Filadelfia schrijft Ignatius dat deze ketters en scheuringmakers zichzelf losmaken van het Koninkrijk van God. Zulke mensen scheiden zich af van het lijden van Christus en van de Heilige Eucharistie:
[...] allen die aan God en Jezus Christus toebehoren zijn met de bisschop, en allen die zich bekeren en de eenheid van de Kerk binnentreden zullen aan God behoren, zo dat ze leven in overeenstemming met Jezus Christus. Laat u niet misleiden, broeders en zusters; als iemand een scheuringmaker volgt, dan zullen die het koninkrijk van God niet beërven. Als iemand vreemde ideeën heeft, maken ze zich daarmee los van het lijden. Ziet er daarom op toe deel te hebben in de ene Eucharistie (want er is één vlees van onze Heer Jezus Christus, en één beker die leidt tot eenheid door zijn bloed; er is één altaar, net zoals er één bisschop is, samen met de raad van priesters en de diakenen, mijn mede dienstknechten. (Ign, Philadelphia 3:2-4:1)
De eenheid van de kerk rond de juiste bisschop is voor Ignatius dus het sine qua non van het vieren van de Eucharistie en van verbonden zijn met het lijden van Christus. En als dat er niet is, dan is er ook geen eeuwig heil. Ignatius, staande in de traditie van de apostelen, gaat blijkbaar uit van een zeer nauwe band tussen het lijden van Christus, de Eucharistie, en eeuwig heil. Vandaar dat voor Ignatius het vieren van de Eucharistie van eminent belang is:
U allen, [...] komt bij elkaar [...] opdat u de bisschop en de raad van priesters zult gehoorzamen met een onverstoord gemoed, brekende het ene brood dat het medicijn voor onsterfelijkheid is, het tegengif dat we nemen omdat we niet sterven maar voor eeuwig leven in Jezus Christus. (Ign, Efeziers 20:2)
Voor deze kerkleider die zelf fysiek werd vervolgd en uiteindelijk gedood, was het van groot belang om te geloven in de fysieke realiteit van het lichamelijke lijden van Christus en evenzo in diens fysieke opstanding; waarom zou Ignatius anders zelf fysiek moeten lijden? De fysiekheid van Christus komt voor Ignatius tot uitdrukking in de tastbaarheid van de Eucharistie. Het woord ‘gedachtenismaal’ komt niet bij hem op. De Eucharistie zelf is het medicijn voor onsterfelijkheid. God biedt dat medicijn aan, en Ignatius adviseert de gelovigen om dit zoveel mogelijk te gebruiken.
17 opmerkingen:
Boeiend stukje en ik ben ermee eens dat het avondmaal meer is dan enkel het gedenken van Jezus: Christus is in het Brood en de Wijn aanwezig door Zijn Geest zoals Hij ook in (de verkondiging van) het Woord aanwezig is door Zijn Geest - ter opbouw, bevestiging en versterking van iemands geloof.
Wat ik voor mezelf nog niet helemaal duidelijk heb is wat Jezus in Lukas 22 bedoelde met dat Hij deze maaltijd hierna niet meer zou consumeren tot het Koninkrijk van God gekomen zou zijn. Doelde Hij hierbij op wanneer Hij weer was opgestaan (waar vers 15-16 op lijkt te wijzen en misschien ook het eten met verschillende personen tussen Zijn opstanding en hemelvaart zoals met de Emmaüsgangers) of doelde Hij op de uiteindelijke volledige komst van Zijn Koninkrijk aan het einde der tijden (waarom anders het "doe dit tot mijn gedachtenis" in Lukas 22:19)?
Ik denk dat hij doelde op de tijd na zijn opstanding.
Mooie post Jos. Hoe zie je dan het moment van vieren? Vindt daar een transformatie van het brood plaats?
Ik weet niet of ik het jargon van transformatie behulpzaam vindt. Kan jij me vertellen wat voor substantie het verheerlijkte lichaam van Christus heeft? Er zijn vele zaken in het geloof waar je op tijd moet ophouden met vragen stellen denk ik.
Ik denk (maar dat is voorlopig een losse flodder, niet doordacht) dat het gebed van de priester/voorganger, het gebruik van de instellingswoorden, maken dat God, die een hoorder is van gebed, op dat moment 'speciaal' aanwezig is in brood en wijn, en dat wie in geloof (dat is voorwaarde!) eet en drinkt, werkelijk deelheeft aan het lijden van christus. Het avondmaal is in wezen een moment in de tijd waarin de eeuwigheid binnenbreekt, en door daaraan deel te nemen participeer je in de dood van christus, ook al is dat 2000 jaar geleden gebeurt. Dat is heel heilzaam.
Zou je trouwens ook niet-gedoopten toestaan om aan het avondmaal deel te nemen? En kinderen?
Jaap, formeel mag ik volgens de Anglikaanse liturgie alleen 'gedoopte christenen' laten meedoen.
Maar dat is wel erg vaag.
Ik zeg zelf vaak dat als mensen zichzelf prima christenen vinden, ze het avondmaal niet nodig hebben. wie struikelend op weg is in een poging christus te volgen, is zeer welkom.
Bij ons wordt het aan ouders overgelaten of ze hun kleine kinderen laten meedoen. Omdat ouders naar voren moeten komen en knielen bij het hekje (bedoeld om de honden bij het heilige weg te houden...) nemen ze doorgaans hun kinderen mee. Als die niet deelnemen, vragen we vaak op dat moment wel een zegen voor de kinderen.
Bedoel je te zeggen dat je alleen aan het avondmaal zou mogen deelnemen als het je duidelijk is dat je faalt in het achter Jezus aangaan (wat volgens mij haast recht tegenover de leer van sommige kerken ingaat dat je alleen mag deelnemen als je recht tegenover God staat)?
Falende mensen kunnen door het geloof toch recht staan voor God?
Ik bedoel meer dat zelfgenoegzame christenen met hun houding eigenlijk aangeven dat ze geen 'versterking' van God nodig hebben.
Wie met al zijn fouten en vallen en opstaan zijn heil bij God zoekt, waar kan die beter terecht dat bij het avondmaal dat God heeft ingesteld om zijn volk te versterken.
Natuurlijk kunnen falende mensen door het geloof recht staan voor God, maar ik zat eigenlijk te denken aan bepaalde kerken in bijv. de reformatorische gezindte waar je eigenlijk pas aan mag gaan als je niet teveel/te ernstig zondigt. Daar is het criterium: ben je wel heilig genoeg? Terwijl jij lijkt te zeggen dat het avondmaal je alleen baat als je tekort schiet in heiligheid.
Het verschil in beide opvattingen is behoorlijk groot. Bij de eerste mag je deelnemen omdat door je geloof en levensstijl duidelijk is dat je Christus volgt, terwijl in de tweede opvatting je deelneemt omdat het je niet lukt om Christus te volgen. Beide visies zijn niet helemaal onverenigbaar, maar het is duidelijk dat er wel enigszins verschil tussen zit.
Als ik preek en mensen tot het avondmaal nodig, kijk ik de kerk in. Wie zitten daar? 10% seksueel misbruikt of misbruiker. 25% waar het huwelijk niet lekker loopt. 5% overspeligen. Mensen die zorgen hebben om hun kinderen. Zieken. Mensen die geen werk hebben. En we willen allemaal christus volgen, ondanks dat we dat allemaal maar matig blijken te kunnen.
Ik vind het pastoraler en theologisch juister om mensen te aanvaarden zoals Christus deed. Hij at vele maaltijden met de grootste boeven in zijn buurt - boeven die wel graag bij hem wilden zijn en die in de relatie met christus hoorden dat ze hun leven moesten veranderen.
Ik zie de eucharistie in die context. Christus wil met ons weten, onze zwakke mensen. Met zondaars. dat is precies de genade van God.
Inderdaad, ik heb geen sympathie voor een benadering van het avondmaal alsof enkel engelen welkom zijn.
Is het echt theologisch wel zo juist om ook mensen te laten deelnemen die in een categorie vallen waarbij ze het eeuwig leven volgens verschillende bijbelteksten (bijv. Gal. 5:19-21, Ef. 5:3-5) niet zullen beërven? En als je kijkt naar 1 Kor. 5:11 "Nu evenwel schrijf ik u, dat gij niet moet omgaan met iemand, die, al heet hij een broeder, een hoereerder, geldgierige, afgodendienaar, lasteraar, dronkaard, of oplichter is; met zo iemand moet gij zelfs niet samen eten."
En om de Didache aan te halen: "laat niemand eten of drinken van uw Eucharistie, tenzij ze gedoopt zijn in de Naam van de Heer; want de Heer heeft betreffende dit ook gezegd: geef wat heilig is niet aan de honden". Als de Didache dit aangeeft over ongedoopten, gaat dit dan ook niet op voor mensen die door hun daden Christus verloochenen en buiten Zijn Koninkrijk vallen?
En zijn de maaltijden van Jezus met zondaars wel parallel te trekken met het avondmaal (ook al zat Jezus bij het eerste avondmaal ook met Judas aan)?
Excuses voor mijn spervuur aan tegenargumenten, maar ik denk dat er toch wel ergens een grens getrokken moet worden. Is het avondmaal niet alleen bedoeld voor hen die binnen het Koninkrijk vallen?
Natuurlijk is het avondmaal voor zondaars die met vallen en opstaan Jezus willen volgen, maar de bijbel geeft volgens mij ook aan dat bepaalde mensen er door hun zonden buiten vallen, ook al belijden ze met hun mond dat ze Jezus willen volgen.
Ik ben het niet met je oneens. Ik zeg ook niet dat we ongelovigen moeten uitnodigen. Maar ook wij goede gelovigen hebben het nog niet allemaal op een rijtje toch?
Ik denk toch wel dat de maaltijden van Jezus vergelijkbaar zijn met avondmaal. Niet hetzelfde, wel vergelijkbaar. Ik denk dat Matteus bijv. bij de spoijziging van de 5000 niet 'per ongeluk' de woorden gebruikt die horen bij de avondmaalsliturgie - hij brak het brood en sprak de dankzegging uit...
Ik zie gewoon geen 'heil' in zitten peuren bij mensen, of mensen doen peuren in zichzelf, of ze wel mee mogen doen. Wie van Christus is mag meedoen. Maar heeeeel veel mensen die van Christus zijn, doen dat met vallen en opstaan. Vanuit die optiek ben ik bij eucharistie liever uitnodigend en open. 'De Heer nodigt u uit. Wilt u hem werkelijk volgen? Je hoeft niet gearriveerd te zijn, maar wel onderweg... Dan nodigt hij u uit voor een werkelijke ontmoeting in het avondmaal...' of zoiets.
Hallo Jos,
Ik ben zelf voorganger van een evangelische gemeente. Ik kan me erg goed herkennen in de lijn die jij schetst. Wat zouden we zijn zonder Gods genade? En hoe zou ik het Avondmaal kunnen weigeren als Jezus zo 'inclusief' was en is ons mensen.
Ben van der Heijden
Spreekt Paulus niet gemeenteleden aan bij het benoemen van verschillende zonden waardoor iemand het Koninkrijk van God niet binnen kan gaan? Dan zijn het toch de gelovigen die vasthouden aan hun zonden waar Paulus zich tegen keert en die volgens 1 Kor. 5 niet mee mogen doen aan de maaltijden van de gelovigen? Juist daarom vraag ik me af of je die mensen die aan ernstige zonden vasthouden in je kerk wel zo ruimhartig kunt uitnodigen, ook al klinkt wel de oproep van bekering en zullen ze misschien ook wel ergens de wil hebben om inderdaad die zonde niet meer te doen.
Natuurlijk ben ik zelf ook niet perfect en zou ik me nu bijna haasten om net als die ene Farizeeër in Lukas 18 te zeggen dat ik tenminste niet zo erg ben als de zondaars die echt erge zonden doen. Waarmee ook precies de andere kant van het dilemma naar voren komt dat deze discussie ingewikkeld maakt: we zijn allemaal zondaars en kun je dan de ene uitsluiten omdat die een net wat ergere zonde doet dan de ander?
Uiteindelijk gaat het om het geloof van iemand, maar van dat geloof mag je denk ik ook vrucht verwachten, want een geloof zonder daden is immers dood. Staat er daarom ook niet "onderzoek jezelf of je nog in het geloof bent" in 2 Kor. 13? En zou het dan niet de Geest zijn die iemand overtuigt of ie wel of niet aan mag gaan?
Wat betreft de maaltijden van Jezus ben ik met je eens dat er wel vergelijkingen zijn te trekken, maar in een eerdere reactie haal je deze aan om aan te geven dat je het avondmaal graag open wilt stellen voor zondaars en wat dat betreft denk ik niet dat je dit te ver door moet trekken (waar ik op doelde in mijn vorige reactie en in je laatste reactie geef je ook aan dat je geen ongelovigen uitnodigt (waarmee je nog niet iets zegt over christenen die in ernstige zonde leven)).
Ja, je moet de gemeenteleden zeggen dat ze zich moeten bekeren. Maar ken je de zonden van die gemeenteleden? van de meeste heb je geen idee.
In onze kerk begint de dienst met schuldbelijden. Daarna een preek, die ook aan mensen voorhoudt wat voor leven van ze wordt verwacht.
Dan de eucharistie. Wie zijn zonden eerlijk opbiechte en de Heer wil volgen, mag van mij aan het avondmaal.
Notaire zondaars waarvan we allemaal de zonden weten komen toch niet zoveel in de kerk?
En als die lui wel in de kerk komen, ja dan moet je ook een keer zeggen: niet welkom. Tuurlijk.
En dan heb je een ander pastoraal probleem. Ik kan wel hard optreden, maar dan gaat mijn gemeentelid gewoon naar de kerk om de hoek, en vaak een graadje liberaler dan.
dag Jos,
ken je ook voorbeelden waarin een een relatie tussen avondmaal en lichamelijke genezing wordt gelegd in de vroege kerk? dank en groet, miranda
HA MIRANDA,ik weet het niet maar zal het navragen...
Een reactie posten