Heel interessant vind ik Barnabas 15, over de sabbat. De schrijver wil in zijn brief aantonen dat de Joden het helemaal mis hebben met hun letterlijk bijbeluitleg; hij laat zien hoe ze bij voorbeeld het sabbatsgebod geheel verkeerd hebben begrepen.
[God] spreekt over de sabbat aan het begin van de schepping: ‘En God maakte de werken van zijn hand in zes dagen, en eindigde op de zevende dag, en rustte op die dag, en heiligde haar.’ Let op, kinderen, wat ‘hij voltooide in zes dagen’ betekent. Het betekent dit: dat is zes duizend jaar de heer alles tot een eind zal brengen, want bij hem betekent een dag duizend jaar. En hij zelf getuigt hiervan als hij zegt: ‘Zie, de dag van de Heer zal zijn als duizend jaar.’ Daarom, kinderen, in zes dagen – dat is in zes duizend jaar – zal alles aan zijn eind komen. ‘En Hij rustte op de zevende dag.’ Dit betekent: wanneer zijn zoon komt, zal hij de tijd van de wetteloze vernietigen en de goddelozen oordelen en de zon en de maan en de sterren veranderen en dan zal hij werkelijk rusten op de zevende dag. [...] Tenslotte zegt Hij: ‘Ik verdraag uw nieuwe maan en sabbatten niet.’ U ziet wat hij bedoelt: het zijn niet de huidige sabbatten die voor mij aanvaardbaar zijn, maar degene die ik heb geschapen; op die sabbat, als ik alles tot rust heb gebracht, schep ik het begin van een achtste dag, die het begin is van een andere wereld. Dit is waarom we de achtste dag doorbrengen in vieringen, de dag waarop Jezus uit de dood opstond en, nadat hij was verschenen, ook opsteeg ten hemel.
Niet alleen hebben we hier een zeer vroeg getuigenis van het feit dat de kerk onmiddellijk na het Nieuwe Testament gewend was de zondag te vieren, en niet de zaterdag. En heel aardig om te zien hoe in de vroege kerk – in elk geval door Barnabas – een bepaalde geschiedfilosofie bestond waarbij het idee van een duizendjarig rijk een rol speelde.
De oude kerk vierde de zondag. Barnabas was duidelijk van Joodse afkomst. Wanneer houden lui dan eens op met argumenteren dat de zondag het gevolg is van keizer Constantijn en gevolg van kerkelijk anti-judaisme? Dat is historisch gezien echt onhoudbaar.
Barnabas ontleende zijn chiliastische visie aan stromingen in het Jodendom. Zie bijvoorbeeld het Dictum Eliae uit de Talmud. In Sanhedrin 97a staat:
In de school van Elia werd geleerd
Zesduizend jaar zal de wereld bestaan;
Tweeduizend jaar van ledigheid
Tweeduizend jaar van de leer van de wet
En tweeduizend jaar van de messiaanse tijd.
Vanwege onze zonden die talrijk zijn, zijn reeds vele jaren van deze (messiaanse tijd) voorbij.
Dr. G.P. Hartvelt schreef Het gebinte van de tijd (kok, Kampen, 1977), een boeiend boekje over dit thema van de doorwerking van de Dictum Eliae in de reformatie. Dit soort gedachten zijn in de Nadere Reformatie blijven bestaan, en in kringen van het Zoeklicht hoor je dit ook nog wel. Ik leerde ooit van Oom Jacob Klein Haneveld dat de schepping in 4004 v Chr plaatsvond. Tel daarbij zesduizend jaar op, en duidelijk was: de wederkomst stond voor de deur!
Aan Hartvelt ontleen ik het citaat uit de Talmud. Die Talmud bestond natuurlijk nog niet in de tijd van Barnabas, maar het Dictum Eliae bestaat blijkbaar al langer in het Jodendom. Of zou het Jodendom de Dictum Eliae juist aan Joodse volgelingen van Jezus hebben ontleend? Gezien de zinsnede dat 4000 jaar na de schepping de messias zou komen, is dat wel denkbaar. De synagoge had natuurlijk moeite met die gedachte, en gaf in het Dictum uitleg waarom de 'profetie' toch niet uitkwam. De messias werd rond het jaar nul verwacht, maar God stelde dat uit vanwege de zonden van het Jodendom, was de antikerkelijke verdedigingslinie.
21 opmerkingen:
Buitengewoon boeiend! Niet alleen vanwege het gegeven dat de 1000 jaren (Openbaring 20) voor God de 7-de dag zal zijn, maar ook omdat als bekend wordt verondersteld dat de Messias rond het jaar 0 zou komen. Dit conform Daniëls profetie van de 70 jaarweken. Verder wist men kennelijk van Hosea's profetie (hfst.6) waarbij 2 dagen zouden verstrijken alvorens de HEER zou wederkomen om Israël te herstellen. Dit cryptische gegeven wordt later door Petrus uitgelegd (2Petr.3:8), wanneer hij i.v.m. de wederkomst, over 2 dagen en 2000 jaren spreekt.
Vrienden, we beleven momenteel in tijden waar men duizenden jaren geleden al naar uitkeek! Zelfs al eeuwen vóór de 1-ste komst van de Messias. De 7-de c.q. 3-de dag staat aan te breken. Over een deccenia of twee is het precies 2000 jaar geleden dat de Messias ten derde dage verrees en "wederkeerde naar Zijn plaats" (Hosea 5:15)...
De marges om drie keer 2000 jaar te laten kloppen moet je wel heel groot maken. De schepping is volgens de joodse jaartelling 3761 voor Christus (en volgens James Ussher uit de 17e eeuw inderdaad zaterdagavond 22 oktober 4004 v. Chr.), de wet zal ergens rond 1400 voor Christus zijn gekomen en Christus leefde in de eerste eeuw. Hoe je ook rekent, het klopt nooit tenzij je erg grote marges aanhoudt.
Ik vraag me ook af waar het Dictum Eliae het van afgeleid heeft. In de bijbel weet ik geen aanwijzingen behalve waar gesproken wordt over de scheppingsweek en die zou je dan moeten vergeestelijken tot een geschiedenis van de wereld ingedeeld in duizend jaar per dag.
Als je Genesis 1 wilt vergeestelijken dan zou ik het indelen in de eerste drie dagen waarin God het fundament van de schepping schept en de nieuwe schepping / invulling van de schepping na dag 3 (denkend aan Jezus opstaan na drie dagen)tot en met dag 6 waar de mens geschapen wordt en waarna er de rustdag is. Drie keer tweeduizend jaar vind ik niet logisch.
Bovendien denk ik dat Petrus (of wie 2 Petrus ook geschreven heeft) in de eerste plaats met zijn uitspraak over 1 dag als 1000 jaar en vice versa vooral het zeer grote geduld van God tot het laatste oordeel wil uitdrukken. Geeft hij bovendien hiermee niet aan dat je de tijd tot het laatste oordeel juist niet kunt bepalen. Jezus zei zelf immers ook dat alleen God dit weet. Ik denk dus niet dat je aan 2 Petrus 3:8 een (globale) datum kunt afleiden.
Verder ben ik benieuwd of er in andere vroegchristelijke teksten niet een andere kijk op het chiliasme bestaat?
Eigenlijk kom je dit nauwelijks tegen bij de kerkvaders. Dus het was volgens mij niet normatief - ik bedoel - dit was niet de 'normale' leer in de heel oude kerken.
En wat Barnabas leert over de zevende 1000 jaar is helemaal niet in overeenstemming met wat chiliasten daar tegenwoordig over zeggen. Hij leert niet dat er na de wederkomst van christus globaal 1000 jaar heersen van christus op aarde zal zijn, en DAARNA de nieuwe hemel en de nieuwe waarde.
Bij Barnabans lijkt die zevende 1000 jaar in wezen de eeuwige heerschappij van de messias in te luiden, iets wat niet meer veranderd.
Hoe zie je zelf Openbaring 20 wat betreft de duizend jaar, het kort loslaten van satan na 1000 jaar, eerste opstanding (is er een tweede?), een tijd zonder verleiding door satan voor het laatste oordeel, etc.? Ik heb zelf geen duidelijke visie op wat dit hoofdstuk precies wil zeggen, dus ik ben benieuwd naar hoe jij dit hoofdstuk interpreteert.
Jaap, frankly speaking, ik weet het niet goed. Ik denk dat het meest voor de hand liggende is om het parallel aan de kerkhistorie te zien - maar ik kan me het bezwaar daartegen ook wel voorstellen.
Nog even snel wat kerkvaders erop nagekeken, en inderdaad, in de eerste vier eeuwen van de kerk (en niet alleen na 313!) was de algemene opvatting dat de 1000 jaar gaat over de heerschappij van God in en door zijn kerk op aarde.
Voor ons moderne platdenkers is dat moeilik te verteren. Voor de oude kerk, die zichzelf zag als Lichaam van Christus waardoor Hij zijn werk op aarde doet, was dit niet moeilijk.
Jij hebt de kerkvaders erop nagekeken. Ik Johannes (Openbaring 20). Gedurende de 1000 jaren:
#1 is satan volstrekt gebonden en niet in staat de volken te verleiden;
#2 heeft de opstanding reeds plaatsgehad van de martelaren die gedurende de heerschappij van het Beest waren omgekomen.
Beschrijving van de tegenwoordige tijd?
Als in de eerste eeuwen na het NT alle kerkleiders / theologen hier een bepaalde visie op hebben, acht ik hun mening hoger dan onze kijk op zoiets anno 2010.
Wat gij zult binden op aarde, is gebonden in de hemel, zegt Jezus aan zijn apostelen. Is dat dan ook niet waar vandaag de dag?
Ik acht de mening van Johannes hoger dan alle kerkleiders en theologen bij elkaar. Al was het maar omdat Jezus tegen zijn apostelen (!!) heeft gezegd dat wat ZIJ (= zijn apostelen) zouden zeggen en verklaren, bindend zou zijn.
@Andre: jouw interpretatie van dat vers uit openbaring is jouw interpretatie, en er zijn in de loop van de geschiedenis meerdere intepretaties geweest... Anders zou er geen discussie over kunnen zijn over wat het duizendjarige rijk inhoudt, want alle kanten baseren zich wel op één of andere manier op dat vers.
Ik acht de apostelen ook hoger dan de kerkvaders. Maar als de apostelen soms dingen zeiden die voor ons wat onduidelijk zijn, of waar discussie over bestaat, dan is het wel reuze slim om bij die kerkvaders te rade te gaan. De collectieve wijsheid van de kerk is altijd groter dan mijn particuliere interpretatie.
Ik heb nog een collegedictaat van een paar jaar geleden kunnen vinden over het chiliasme. Augustinus was een amillennialist. Hij ontwikkelde - in navolging van Tyconius - een symbolische opvatting van de ‘chilia ètè’ in Openbaring 20.
Verder wordt bij historisch premillennialisme - oftewel de visie waarbij het duizendjarig rijk nog moet komen - genoemd dat deze visie te vinden is bij sommige kerkvaders: Papias, Brief van Barnabas, Justinus Martyr, Irenaeus, Tertullianus, Hippolytus, Lactantius.
Volgens mij gaat dit in tegen wat jij zegt over de algemene opvatting onder de kerkvaders dat het duizendjarig rijk reeds met de Kerk is aangebroken. Ik moet hierbij wel aantekenen dat het collegedictaat van een systematisch theoloog is en dat jij vooral kennis hebt van de vroege kerk.
Ha Jaap - met 'de kerkvaders' heb ik het over de meerderheid - ik liet zien dat Barnabas bijv. wel een soort chiliasme kende.
Maar te uwer info - op mijn buro ligt intussen een commentaar op het boek openbaring met citaten van alle de vaders. Ik zal daar spoedig eens induiken voor een wat serieus verhaal.
Ik constateer in elk geval - en dit gaat wel tegen mijn gevoel in - dat ik de chiliastische visie in elk geval niet mag minachten. Het was een serieus idee (als onderstroom) in de kerk. En als paleo-orthodox hoor ik er dan op zn minst respect voor te hebben. Au. :-)
@ brambonius en Jos M. Strengholt
Johannes laat in Openbaring 20 aan duidelijkheid niets te wensen over, terwijl de interpretatie van de kervkaders aan alle kanten rammelt. Ik heb al aangegeven waarom.
Dat er in de loop van de kerkgeschiedenis andere interpretaties zijn gegeven aan Openb.20 is niet omdat dit gedeelte onduidelijk is maar omdat straightforward reading de ambities van de kerk hinderde. De kerk wilde zich Israël wanen en in de wereld domineren.
De Bijbel werpt veel licht op de verklaringen die van haar gegeven zijn!
Ik ken ook heel duidelijke gedeeltes. Wat denk je van: de bomen in het veld zullen in hun handen klappen!
Kom op Meneer Piet, duidelijk toch? De bijbel leert dat bomen handen hebben, en dat die ooit in hun handen zullen klappen?
Wat u doet is ontkennen dat er legitieme andere verklaring voor Openbaring 20 zijn dan die van u. Daarmee maakt u zichzelf en uw bijbeluitleg tot norm boven de bijbel zelf.
Flauwe reactie, want ik loochen geen stijlfiguren. Dat is hier het punt niet.
Wat ik vaststel is dat Johannes de 1000 jaren voorstelt als een tijd waarin satan geen enkele speelruimte krijgt om de volken nog te verleiden. En waarin bovendien inmiddels de opstanding heeft plaatsgehad van de martelaren die omgekomen tijdens het schrikbewind van het Beest.
Tot dusver geen argument van een kerkvader vernomen waarom de 1000 jaren betrekking zouden hebben op de kerk nu.
Daarom blijf ik bij mijn stelling dat Openbaring 20 veel licht werpt op de verklaringen die er in later tijden aan zijn gegeven.
Meneer Piet, het hele boek Openbaring staat vol symbolen en stijlfiguren. U maakt de hermenetische keus om alles wat er staat te lezen als journalistiek verslag in het voren.
Wie zegt dat 1000 niet symbolisch is? Wie zegt dat het binden van satan zodat hij de volken niet meer kan verleiden zo moet worden geinterpreteerd als u doet? Daar ligt de crux van de zaak - de hermeneutiek.
De zeven kandelaren zijn de zeven gemeenten (Openb.1:20). De kandelaren zijn een metafoor die verklaring behoeven. De zeven gemeenten daarentegen behoeven geen verklaring - ze ZIJN de verklaring.
De tien horens zijn tien koningen (17:12). De tien horens zijn een metafoor die verklaring behoeven. De tien koningen daarentegen behoeven geen verklaring - ze ZIJN de verklaring.
Zo ook de zinsnede "opdat hij de volken niet zou verleiden" (20:3). Dat behoeft geen verklaring maar IS de verklaring. Namelijk van de voorgaande twee verzen: het ketenen van de draak en het werpen van hem in de afgrond, die vervolgens werd toegesloten en ook nog eens verzegeld.
Waarom meneer Stengholt, kunt niet gewoon aangeven waarin de verklaring van de kerkvaders duidelijker is dan Openbaring 20 zelf? Dat was immers uw bewering. Nu de bonnetjes nog, a.u.b.
Maar ik vrees dat die na herhaaldelijk vragen mijnerzijds en ontwijkende antwoorden uwerzijds, niet meer zullen komen.
Geen punt, ook dan weten we genoeg.
Meneer Piet, ik heb soms andere dingen te doen dan meteen antwoorden geven. En ik zei hierboven dat ik me zodra ik een keer tijd heb, iets zal schrijven n.a.v. de kerkvaders hierover. Ik heb OOK niet gezegd dat ik het a priori met die kerkvaders eens zal zijn. Maar WEL dat ik de neiging heb om hun standpunt - vooral als dat sterk en unaniem is - van meer waarde te achten dan mijn eigen interpretatie in 2010.
Dat laatste lijkt u niet te deren, merk ik uit uw vraagstelling: ik moet van u aantonen hoe de kerkvaders duidelijker zijn dan Openbaring van Johannes. Dat zal onmogelijk zijn; de kwestie is niet of de kerkvaders of Johannes gelijk hebben, de kwestie is of de kerkvaders of meneer Piet gelijk hebben.
Tot uw dienst, meneer Strengholt! Succes bij uw speurtocht.
Voorlopig houd ik het er op dat Openbaring 20 duidelijk is en de kerkvaders vooral bezig geweest zijn, dit hoofdstuk (en nog zoveel meer) weg te verklaren.
ja, de bijbel is zo overduidelijk dat er de laatste 500 jaar zo'n 30.000 verschillende kerken ontstaan zijn, voor een groot deel over onenigheid over de interpretatie van die bijbel.
De kerkvaders zijn niet perfect, maar de dispensationalistische traditie is wat mij betreft niet minder obscuur...
Een reactie posten