zaterdag 18 juni 2011

'Onoverbrugbare kloof tussen westen en Arabieren'

Het Nederlands dagblad publiceerde gisteren een opinieartikel 'Steun de Arabische opstand niet', geschreven door Raymond Meijer, lezer van het ND te Amsterdam. Nu zijn lezers van die krant mij a priori sympathiek, dus dit is vast een vriendelijke broeder. Maar wat hij schreef vond ik beneden de maat. Vandaag reageerde ik erop in her ND - maar ik geloof dat die bijdrage niet digitaal verkrijgbaaar is. Dus maar even hier:

Mijn reactie:
In plaats van me te verliezen in de generalisaties van deze schrijver, beperk ik me in mijn reactie tot de situatie in Egypte. Ten eerste zijn er in Egypte zeer duidelijk aanwijsbare leiders van de beweging voor verandering, en dat zijn betrouwbare mensen met duidelijke ideeën. Voornaamste presidentskandidaat in Egypte is Amr Moessa, een zeer geschikte leider voor het land. Het is in Egypte overduidelijk dat het leger momenteel aan de touwtjes trekt, en daarbij lijkt de Moslimbroederschap ook een belangrijke rol te spelen.

Dat bij de opstand in Egypte de oppositie zelf met scherpschutters op demonstranten zou hebben geschoten is een vileine aantijging die kant noch wal raakt. En waar haalt schrijver de gedachte vandaag dat ‘vaak is gebleken’ dat Arabieren zulke methodes toepassen? Welke Arabieren? Dit riekt naar racisme.

In Egypte bestond nauwelijks behoefte de wereldopinie te beïnvloeden. Er bestond geen behoefte aan buitenlandse inmenging, integendeel. Men wilde zijn eigen boontjes doppen tijdens de opstand.

In Egypte was de 6 April Jeugdbeweging verantwoordelijk voor het begin van de opstand. Natuurlijk was er geen sprake van een spontane opstand van het volk. Het was georganiseerd. Na jaren ellende was het volk de onderdrukking zat. Schrijver suggereert dat sprake is van afstemming tussen de landen in Noord Afrika. Laat maar zien, meneer. Ik kan u verzekeren, in Egypte is niks ‘afgestemd’. De boosheid was groot, en toen in Tunesië een opstand succesvol bleek, putten Egyptenaren daar hoop uit. Maar de suggestie dat een onzichtbare hand de zaak heeft bestuurd is te zot voor woorden. Daarvoor zijn de sociaal-economische en religieuze verschillen onder de Arabieren veel te groot.

De suggestie dat we niet weten welke personen en organisaties de opstanden leiden en dat alles ‘vaag’ is, zegt niets over de opstanden maar over de onkunde van de schrijver. Hier in Egypte weten we heel goed wie de ‘mannetjes’ en hun organisaties zijn. Maar ja, daarvoor moet je wel kennis van Egypte hebben. De kranten hier staan er dagelijks vol van.

Is er echt een ‘onoverbrugbare kloof’ tussen het westen en Egypte als het gaat om de rechtstaat en mensenrechten? Een domme en onbewijsbare stelling. Want ‘onoverbrugbaar’ suggereert dat er in eeuwigheid niks kan veranderen. Wat mij betreft moet het westen zich juist zeer actief bemoeien met wat nu gaande is in Egypte. Laat politieke en economische samenwerking gebonden zijn aan groei van de democratie en aan de handhaving van mensenrechten. Juist nu er zoveel op het spel staat, hoop ik dat het westen die rol wil spelen, om veranderingsprocessen een steun in de rug te geven.

En dit was de reactie van een anonieme scribent in het ND:

De suggestie van internationale coordinatie en afstemming lijkt me schromelijk overdreven. Dat riekt naar een complottheorie, waarvan ik dacht dat alleen arabieren daar goed in zijn. De opstanden zijn te verschillend om gecoordineerd te zijn. De enige overeenkomst is het gebruik van sociale media. Maar waar in Egypte en Tunesie het leger neutraal bleef, brak het leger in stukken in Libië en Jemen, maar staat het nagenoeg voltallig achter het regime-Assad. Dat maakt dat in Syrië de protesten enerzijds niet groot zijn (men is gewoon bang en is niet bereid te sterven voor iets wat geen duidelijke uitkomst heeft), en aan de andere kant meer en meer gedragen wordt door een groep die (uit zelfverdediging?) gewapend de straat op gaat.

De schrijver suggereert dat het een gewoonte is in het Midden Oosten om op je eigen mensen te schieten. Dit is natuurlijk een generalisatie die naar racisme neigt. Toch sta ik niet raar te kijken als dit inderdaad soms gebeurd is in Syrië. Alles is mogelijk, omdat de regime een bepaalde naam heeft en omdat er bij sommige groeperingen een enorme haat van 40 jaar opgekropt zit. Echter deze radicale stemmen zijn echt in de minderheid.

De suggestie doet geen recht aan de meerderheid van vredige mensen. Die verkiezen de huidige status quo boven een chaotische onzekerheid. Wat moet het westen doen? Er zijn verchillende groepen met verschillende belangen en doelen. Degenen die bekend staan als oppositie, zitten of zaten in Syrie in de gevangenis. Degenen die zich in het buitenland opwerpen als oppositie zijn meestal onbekend, of hebben zelf bloed aan de handen. Het westen moet daarom goed weten met wie het wil spreken.

Gesprekken met Aboe Khaled, de leermeester van Mohammed B., lijken mij niet wenselijk. Bemiddelen dus tussen de juiste oppositiefiguren en het regime. Daarbij blijven aandringen op werkelijk respect voor mensenrechten. En daar financiele consequenties aan verbinden. De roep om vrijheid van veelal seculiere mensen mag gestimuleerd worden! Of daarbij de rechten van minderheden gewaarborgd worden? In Syrië is dat al het geval, hoewel niet helemaal volgens de westerse begrippen. Maar, zoals een buurman zei: ‘Wij willen verandering maar niet ten koste van de vrijheden die we nu al hebben’. Daar kan dus aan gewerkt worden. Helemaal afzijdig houden, zoals de schrijver suggereert, is naieve onzin. Het staat gelijk aan het aanhalen van de strop voor minderheden. Dat getuigt van disrespect voor mensenrechten.

Abu Dani

1 opmerking:

Johan zei

Jos,

Ik las je stuk vanmorgen al in hard-copy. Heel goed de vinger gelegd bij de zwakke plekken in het betoog van Meijer. Wellicht een goed idee om het stuk van je mede-scribent vanuit Syrië ook hier neer te zetten?