Deel I
Deel II
Deel III
Deel IV
Zacharia voorspelt dat eenmaal, ‘levend water’ uit Jeruzalem zal vloeien. Hij brengt dit in verband met het Loofhuttenfeest waarop alle volken naar Jeruzalem zullen optrekken. De HERE is dan Koning over de gehele aarde. De HERE is dan de enige, zijn naam is de enige.
Voor Joden die dat uit de mond van Zacharia hoorden, was dat een uiterst prettige belofte. Een land vol water, dus nooit meer droogte. Een wereld waar God het voor het zeggen heeft, dus alle vijanden verslagen.
Eigenaardig dat Jezus dan op het Loofhuttenfeest zegt: Ik ben het levende water. Elke toehoorder behoorde hem te vermanen. Neen Jezus, je moet die belofte letterlijk nemen. Hoe durf je dit op jezelf toe te passen? Zacharia spreekt toch over levend water in verband met een hersteld Jeruzalem? Hoe durf je te suggereren dat dit niet een heel letterlijke verwachting is?
Opvallend in de beschrijving van het Nieuwe Jeruzalem (Openb 21-22) is dat we daar veel van de taal en beelden van Zacharia weer tegenkomen. Als de hemel op aarde neerdaalt, wordt alles vervuld. Daar is de een rivier van glashelder water, de vijanden doen het volk van God geen kwaad meer. De HERE is koning over alles, zijn naam is op ieders voorhoofd. Zacharia had het over de paarden en het aardewerk in de tempel die de HERE geheiligd zijn; Johannes laat zien dat in de eeuwigheid, alle mensen de HERE geheiligd zijn. Een tempel is niet meer nodig, want de HERE God zelf is temidden van de mensen.
Waarvandaan vloeit het levende water naar de mensen? Het ontspringt ‘uit de troon van God en het Lam’. Het komt maar niet zomaar uit een aards Jeruzalem, zoals Zacharia beschreef; we zien hier de vervulling van de profetie in al zijn volheid.
Moeten we bij de troon van God in Openbaring 22 denken aan een grote stoel, of wellicht aan de Ark van het Verbond? Jawel, we kunnen het ons niet makkelijk anders voorstellen. Maar denken we nu dat ergens zo’n grote stoel staat? Het gaat over God die samen met het Lam heerst. Zit God op een vaste stek in de hemel? Dat is een antropomorfisme. In de eeuwigheid is Hij nimmer te lokaliseren.
Zoals Jezus al zei toen hij op aarde was – Hijzelf is de bron van dit levende water. Heil en goedheid komen voort uit God en het Lam die ‘temidden van de mensen’ zijn. Met God verbonden zijn garandeert leven en overvloed, nu al in kleine brokjes, voorproefjes van de goedheid van God en Christus. In de eeuwigheid is dat volle werkelijkheid.
Wie nu al iets van de eeuwigheid wil smaken, moet bij Christus zijn, het levende water die alle mensen wil laven aan zichzelf.
Ik geloof in voortgaande Openbaring. Een eerdere mededeling in de bijbel komt in een ander licht te staan door een latere openbaring. Een eerdere belofte kan op heel onverwachte manier worden vervuld.
Mozes wist meer van God en het dienen van God dan Abraham, en Jesaja had weer meer inzicht. Het hoogtepunt kwam met Jezus Christus, die de bedoelingen van het Oude Verbond heeft blootgelegd. Wet en Profeten zijn in Hem vervuld. Hij is het Levende Water dat volgens Zacharia uit Jeruzalem zal vloeien.
In deze context is het idee van een fysieke herbouw van Jeruzalem in een soort korte tussenperiode niet meer relevant volgens mij. Voor mij betekent elke suggestie dat ondanks dat, toch nog die woorden van Zacharia als omgekeerde geschiedschrijving moeten uitkomen (let op dat MOETEN, alsof God iets moet) een neerhalen van de betekenis van Christus en zijn woorden zijn.
3 opmerkingen:
Ik vond het een erg boeiende serie Jos! Ik heb er veel van kunnen leren. Bedankt!
Dankje. Leerzaam voor mij ook. Veel denktijd. En helaas, er dan niet uitkomen met makkelijke antwoorden. ;-)
Als je nog eens een leuk thema hebt, wil ik wel weer eens zo'n aanval op een bijbelgedeelte inzetten.
Ik zal het je laten weten als ik nog eens met een brandende vraag rondom een dergelijk thema kom te zitten.
Een reactie posten