Een opinieartikel in het Nederlands Dagblad van Nico-Dirk van Loo opende onlangs een discussie over evangelisatie, methodieken en de ‘zin’ daarvan. Hij stelt dat allerlei acties die we op het gebied van evangelisatie ondernemen van twijfelachtige betekenis zijn. Daar kan ik me iets bij voorstellen. Ik heb vroeger menigmaal met een groepje gitaarspelende jongeren staan zingen in winkelstraten in Amersfoort. Daardoor kwam een enkele keer eens iemand mee naar een koffiebar, en ik herinner me een tiener die met haar moeder zo tot geloof en in de kerk kwam. Toch zou ik dat zingen op straat niemand meer aanraden. Je irriteert de winkeliers en het winkelend publiek mateloos; het rendement is per saldo negatief.
Lees het artikel van Nico Dirk van Loo in het Nederlands Dagblad hier.
Ook heb ik jarenlang aan kinder- en tienerkampen meegewerkt in allerhande functies; ik denk dat de meeste kinderen daar goede herinneringen aan hebben. Velen ‘gaven hun hart aan de Heer’. Maar hoeveel van die kinderen zijn nu, 30 jaar later, volgelingen van onze Heer Jezus Christus?
Overigens kwam ik zelf tot geloof door een tv-programma van de EO. Zomaar van het ene uur op het andere. Media kunnen, mits goed gebruikt, dus toch een enorme rol spelen bij evangelisatie. We moeten dus evangelisatieacties met hun methodieken niet direct en resoluut van de hand wijzen; als die maar als hulpmiddelen worden gezien en niet als het werkelijke middel.
Wat is dan wel het werkelijke middel? Het werkelijke middel, dé methode van God, is het aanwezig zijn! Hij werd Immanuel, God met ons. Johannes Chrysostomos, een kerkvader uit de vierde eeuw, zegt in een van zijn Bijbelcommentaren: ‘Toen God licht wilde scheppen, sprak hij zijn machtswoord: “er zij licht”. Maar toen hij zijn licht in ons hart wilde laten schijnen, was dat niet voldoende. Hij kwam zelf, in zijn Zoon, naar onze wereld.’ Zou onze evangelisatie dan anders kunnen zijn? God roept mensen om zijn ¬middel te zijn.
Het evangelie van de lijdende Knecht van God kunnen we pas echt delen met onze buren als we zelf net zo kwetsbaar zijn als onze Heer. Leonard Cohen zingt: ‘There’s a crack, a crack in everything. That’s how the light gets in.’ Als onze buren onze zwakheden zien, de barsten in ons leven, en meemaken hoe we met onze zwakheden en problemen omgaan door ons geloof in Christus, kan iets van Hem zichtbaar worden.
Nadruk op ‘geen acties maar aanwezig zijn’ past mooi in onze tijd van individualisme en postmodernisme maar dat lijkt me vanuit de optiek van het evangelie en het belijden van de kerk beslist onvoldoende. We moeten een gemeenschappelijk leven met de ongelovigen leven, maar dat behoort het leven van de kerk te zijn, geen hobbyisme van individuen. Evangelisatie gaat over het integreren van buitenkerkelijken in de nieuwe gemeenschap van Jezus Christus. De gemeenschap die al een voorproefje is van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Evangelisatie vindt dus niet buiten de kerk (om) plaats, maar juist de kerk als kerk moet een centrale rol spelen in evangelisatie. Niks is zo goed als buitenkerkelijken meenemen naar de eredienst of andere activiteiten rond die eredienst. We kunnen wel proberen het evangelie ‘leuk’ te maken of in ‘hapklare brokken’ op te dienen buiten die gemeenschap van de kerk, maar komen buitenkerkelijken daardoor de gemeenschap van de kerk binnen?
Als mensen graag bij de gemeenschap van de kerk willen horen, hebben ze doorgaans verrassend weinig moeite om het geloof van de kerk te omarmen, en om ook het jargon te leren dat daarbij hoort. Het meest ‘evangeliserende’ is precies het gemeenschappelijk leven van de kerk. Dat dient door ons volop te worden geleefd en zichtbaar gemaakt! Dus moeten we ons niet verstoppen in onze kerk, en we moeten het ook niet opleuken; dat heeft een aspect van ‘bedrog’. Niks is zo aantrekkelijk voor buitenstaanders als te zien hoe gemeenteleden met al hun fouten en gebreken om elkaar geven en voor elkaar zorgen: samen leven, samen bidden, samen Christus volgen, door dik en dun.
In ‘Smaken verschillen‘ gaat Harold Prins van E&R de discussie aan met Nico-Dirk.
2 opmerkingen:
Mijn excuses voor het ontbreken van je naam op de website. In het blad stond het uiteraard keurig vermeld.
No worry... ;-)
Een reactie posten