Vandaag bezocht ik een druk bezochte conferentie van Sabeel Nederland en Kerk en Israel (PKN) in het Dienstencentrum van de PKN in Utrecht. Doel was om in gesprek te zijn over het Kairos document dat onlangs door leiders van de Palestijnse kerken werd gepubliceerd. Een van de auteurs van dat document, Rev Naim Ateek, was aanwezig. Een inspirerende man om naar te luisteren.
Ateek zei dat hij alleen in Nederland zo theologisch bevraagd op zijn overtuigingen, en dat altijd weer de vervangingstheologie ter tafel komt. ‘Dat is blijkbaar vooral een kwestie in Nederland’, aldus Ateek. Hij zei dat hij liever spreekt van een ‘theologie van vervulling’.
Een dag met alles wat daarin gezegd is samen te vatten is ondoenlijk. Ik noteer een paar zaken die me opvielen.
Volgens Ateek zijn het vooral Israel en zijn christenzionistische vrienden die het conflict tussen Israel en de Palestijnen willen voorstellen als een kwestie van Jodendom tegen Islam. ‘Een slimme aanpak, want als het westen moet kiezen, zal het altijd voor het Jodendom en niet voor de Islam kiezen’, aldus Ateek. Volgens hem is de hele kwestie samen te vatten in een woord: land. Daar gaat het om.
Als je het conflict tot een religieuze kwestie maakt – Jodendom vs. Islam – marginaliseer je het Palestijnse christendom. Christene. in het land tellen dan niet mee. Dat lijkt inderdaad de houding van veel christenzionisten. Palestijnse christenen moeten pro-Israel zijn, anders tellen ze niet mee.’ Ateek wijst erop dat toe hij met zijn familie uit hun huis werden gezet door Israel, niet werd gekeken wat voor religie ze hadden. Ze waren Palestijnen dus ze moesten verdwijnen.
In het Kairos document zeggen de Palestijnse christenen luid en duidelijk: De Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden is zonde en een kwaad tegen God en tegen mensen, en elke manier om de bijbel als rechtvaardiging te gebruiken, is onaanvaardbaar.
Het christenzionisme noemde hij een ‘modern day heresy’, want ‘geloven dat God de massamoord [van 1948] wilde, is blasfemisch’. Voor Ateek draait veel om zijn visie op wie God is. ‘Mijn theologie begint in het Nieuwe Testament. God is getoond in Jezus Christus.’ De gedachte dat God een land zou steunen ten koste van het andere land noemt Ateek ‘tribal’, alsof het om een stammengod gaat.
Een paar vragen en opmerkingen van mezelf:
1) Waren er de afgelopen eeuw in Nederland theologen die onderwezen dat de kerk Israel heeft vervangen?
2) Wie heeft de term vervangingstheologie bedacht?
3) Gaat het alleen om land? Als dat zo is, dan moet je het conflict gemakkelijk in geografische termen kunnen uitleggen.
4) Is het aanvaardbaar om christenen in Israel af te schrijven als broeders terwijl je met Joden omgaat alsof dat broeders zijn?
5) Is de manier waarop Ateek over de God van het Nieuwe Testament spreekt, geen Marcionisme?
16 opmerkingen:
Hoe zie jij het eigenlijk dat Israël in 1948 een eigen staat heeft gekregen en bovendien daarna zich heeft kunnen handhaven in o.a. de Zesdaagse Oorlog? Is dit (gedeeltelijk) leiding van God of niet?
Indien God hier op bijzondere wijze de hand in heeft gehad, lijkt het mij een praktische gedachte dat verschillende profetieën in het Oude Testament betrekking hebben op het huidige Israël, zelfs als sommige van deze profetieën in eerste instantie op het Israël van toen in ballingschap betrekking hadden.
Zie je het huidige Israël enkel als een staat zoals alle anderen of staan er in de bijbel ook specifieke dingen over de huidige staat Israël/het Joodse volk? Ik ben benieuwd naar je mening.
Met vriendelijke groet,
Jaap
De vraag stellen is hem beantwoorden. Ja, dus.
Jaap, je vraagt me nogal wat :-) ik heb namelijk geen speciale hotline met de hemel om te weten wat Gods betrokkenheid bij '1948' en '1967' was. Als ik zeg dat God er op een speciale manier bij betrokken was, zeggen mijn Arabische christelijke vrienden: 'dank u, zo'n God die ons uit ons land verjaagd hoef ik niet'. En als ik zeg 'nee, God had daar niks mee te maken', dan spreek ik de bijbel tegen die zegt dat nog geen musje van het dak valt of God is er op de een of andere manier bij betrokken.
Voor historici zijn '1948' en '1967' geen uitzonderlijke evenementen die wel 'moeten' duiden op een bijzondere rol van God daarin, niet meer in elk geval dan heel veel andere gebeurtenissen in de moderne geschiedenis.
En of ik meen dat het huidige Israel (de staat) vervulling is van profetie kan ik korter zijn. Ik denk van niet.
Of God (nog) iets bijzonders heeft met het Jodendom (los van de staat Israel), vertel zelf maar wat je daarover leest in het Nieuwe Testament.
Paulus zegt in het Nieuwe Testament dat er geen onderscheid meer is tussen Jood en Griek. Iedereen die gelooft wordt dus gerechtvaardigd en daarin maakt het niet uit of je Jood of heiden bent.
Tegelijkertijd zijn er ook bepaalde dingen die op een bijzondere positie van het Joodse volk/Israël wijzen:
- Het was het volk Israël dat door God in de tijd van het Oude Testament was uitgekozen om een bijzondere weg met Hem te gaan. God heeft in de tijd van het Oude Testament bovendien alleen aan Israël de Schrift gegeven waarin werd gewezen op de komende Messias. De Schrift (inclusief de beloften die hierin staan) waren in eerste instantie bedoeld voor het Joodse volk. Zie ook de pinksterpreek van Petrus aan de Joden waarin hij zegt dat de belofte van de Heilige Geest voor hen, hun kinderen en hun volksgenoten in de diaspora was (Hand. 2:39) en pas later blijkt dat ook heidenen de Heilige Geest kunnen ontvangen en dat het evangelie voor iedereen is.
- Jezus was een Jood in Joodse context. Hij is de Messias die door de Joden verwacht werd en Hij draagt de titel Koning der Joden. Jezus richtte zich met Zijn aardse bediening eigenlijk uitsluitend op Israël en zegt bij het uitzenden van Zijn discipelen in Mattheüs 10 zelfs dat ze Samaritanen en heidenen links moeten laten liggen. Uiteindelijk heeft het Joodse volk ervoor gezorgd dat Jezus gekruisigd is, waardoor redding voor de hele wereld mogelijk is geworden.
- In het Oude Testament en verschillende plaatsen in het Nieuwe Testament wordt er in de eschatologie gewezen op Israëlische plaatsen die dan een rol spelen: Jeruzalem, de Olijfberg, Megiddo.
Juist omdat het Joodse volk zo'n bijzondere rol speelt in de bijbel lijkt het ergens toch onwaarschijnlijk dat God Zijn bijzondere weg met het Joodse volk heeft afgebroken toen ze niet tot geloof in hun Messias kwamen. God is trouw geweest aan het Joodse volk in het Oude Testament (zelfs toen zij ontrouw was); het Joodse volk speelde een centrale rol in Jezus' werk op aarde en in het heilsplan dat God hierin had voor de hele wereld; er worden Israëlische geografische plaatsen genoemd in de eschatologie (dus met het oog op de toekomst). Op grond van deze drie punten lijkt het mij goed mogelijk dat het Joodse volk/Israël nog steeds een bijzondere positie zou kunnen hebben in Gods plan met de wereld.
Nee, als die beloften waren NIET in de eerste plaats voor het Joodse volk.
God beloofde eerst aan Abraham, lang voor er sprake was van Israel.
En in Handelingen 15 lees je dat de apostelen leren dat God VAN MEET AF AAN - dus vanaf het begin - ALLE volken op het oog had.
Efeziers 2 laat zien dat Gods oorspronkelijke plan was om Jood en heiden in een lichaam met zichzelf te verzoenen. Dat was geen 'after thought'.
Israel was Gods MIDDEL, niet zijn doel.
Ik zeg nergens dat Israël Gods doel was of dat God niet van meet af aan alle volken op het oog had. Ik bedoelde ook niet te zeggen dat Joden bij God een streepje voor hebben op heidenen, ook al hebben zij de Schrift ontvangen voordat de heidenen deze specifieke openbaring hebben gekregen (het gaat hier om tijd en niet om positie) en was de Schrift in eerste instantie gericht op het Joodse volk (waar later de heidenen zonder problemen op geënt konden worden als zij hun geloof in Jezus stelden en waar Joden die niet in Jezus geloofden van afvallig zijn geworden).
Mijn argumentatie bevatte de volgende drie aspecten:
- Gods trouw: God heeft een bijzondere geschiedenis met Israël in het Oude Testament, ook wanneer Israël ontrouw werd. Het zit niet in Gods karakter om als Hij iets met mensen begonnen is, dit los te laten als de mensen ontrouw worden. Dit lijkt mij ook betrekking hebben op een volk, dus ook op Israël.
- het heilsplan is in grote mate Joods: als het heilsplan zo'n sterk Joods karakter heeft, dan is het vreemd dat het Joodse volk waarmee God deze weg is gegaan nu niet meer in dit plan is opgenomen (voor wat betreft de niet-christelijke Joden).
- het eschatologisch-geografische aspect: profetieën over de eindtijd zijn vaak geografisch gesitueerd in Israël, het land van de Joden. Dat God daarom een plan heeft met een geografisch Israël voor de eindtijd lijkt voor de hand te liggen.
Ik beweer dus niet dat Joden een soort knuffelvolk zijn voor God terwijl de heidenen ten opzichte van de Joden in een minderwaardige positie zouden verkeren. Israël is gelijkwaardig aan alle andere volken, maar ondanks de gelijkwaardigheid heeft God toch ervoor gekozen om een bepaalde weg te gaan met de Joden en ik vraag me af of de niet-christelijke Joden dan helemaal geen rol van betekenis meer spelen nu hun rol voor wat betreft 2000 jaar geleden is gebeurd is uitgespeeld.
Ha Jaap - dank je. Ik begrijp je argumentatie, en ik kan me die ook voorstellen 'vanuit de onderbuik'.
Maar toch :-)...
Je refereert aan Gods trouw. Ik denk echter dat we Gods trouw nooit kunnen losmaken van Christus; wat betekende die trouw bovendien voor Joden anno 60? Paulus preekte: geloof in jullie Messias, Jezus, of je bent voor eeuwig van God en zijn verbond los.
Gods trouw is in de eerste plaats aan zichzelf. Zichzelf verloochenen kan hij niet.
Gods heilsplan, je zegt dat het vreemd is als Joden die zo'n grote rol in dat plan speelden daarin niet meer zijn opgenomen.
Maar zijn ze daarin dan niet opgenomen? Het evangelie is voor alle mensen, dat is niet minder dan het Joodse volk, maar meer.
In de kerk is door de enorme getalsmatige overmacht van heidenen niet veel te zien van Joden, maar de kerk van Christus is ten diepste het gelovige deel van het Joodse volk waar gelovige heidenen zijn bijgekomen. Dat is precies hoe God met het Jodendom verder gaat.
Als je meent dat God een verbondsmatige 'plicht' zou hebben om ook Joden die Jezus afwijzen het eeuwig heil te geven, ja, dan heeft Paulus nogal ongelijk gehad. Dat hoor ik jou niet zeggen, maar het lijkt me toch een konsekwentie van je woorden.
Je noemt de geografie. Ik heb de indruk dat je denken over Gods verbondstrouw toch sterk samenhangt met je visie op de eschatologie. Ik benader dit inderdaad wat anders. Godsverbondstrouw gaat over Jezus Christus - die staat centraal in Gods verbond met Israel (en de wereld). En op een wel heel opvallende manier is de landbelofte geheel niet meer ter sprake in het Nieuwe Testament. Het gaat om Gods eeuwige koninkrijk waarin aarde en hemel zijn verenigd.
Als je het een aspect van Gods trouw vind dat Israel een bijzonder prettig, bijna volmaakt land krijgt, dan moet dat land ook voor eeuwig zijn? Anders ondergraaf je je visie op Gods trouw lijkt me. Maar die trouw van God had dan geen betekenis voor 2000 jaar Jodendom tussen Christus en vervullling van landbeloften? Dan heb je inderdaad Gods trouw geheel gebonden aan de gedachte dat hij beloften in profeten nog 'moet' vervullen op een nogal letterlijke manier.
Maar dat verbleekt toch allemaal wat God al vanaf het begin via de apostelen aan zijn gemeente schonk? Eeuwig met God zijn, vergeving van zonden, nieuw leven!
Wordt dat de eschatologie een soort douceurtje voor Joden die het in hun leven hebben gemist omdat ze Christus hebben afgewezen?
Groeten!
Ik volg je argumentatie en stel mijn mening op een paar punten bij.
Nog iets anders: je had het eerder over dat '1948' en '1967' geen uitzondelijke evenementen zijn en dat er veel vergelijkbare evenementen zijn geweest in de moderne historie. Kun je enkele voorbeelden noemen?
Overigens bedankt voor je antwoorden. Ik heb er veel van kunnen leren.
Ha Jaap... je geeft je wel snel gewonnen!
1948 en 1967 - ik heb geschiedenis van het Midden Oosten gestudeerd in Utrecht, en dan lees je tientallen boeken van allerlei lui over 1948 en 1967. Er bestaat onder historici echt geen gevoel dat er iets heel speciaals gebeurde.
Een paar vergelijkbare voorbeelden. Wat dacht je van de kruistochten? Kruisvaarders die vanuit Europa kwamen en het heilige land veroverden en 200 jaar bestuurden?
1067, die oorlog - die is door Israel enorm gemythologiseerd. Alsof kleine David tegenover een Goliath-achtige overmacht stond. Dat is echt ten onrechte. Israel heeft Egypte, Syrie en Jordanie in no time afgebluft, maar dat was omdat Israel zeer modern en tot de tanden bewapend was, en die Arabische landen hadden legers van niks. Wel veel mannen, maar geen goede leiding en geen moderne wapens. dat Israel die oorlog won was niet onverwacht of zo.
Wees niet ongerust dat ik me zo snel gewonnen geef. Ik was al in redelijke mate overtuigd, maar zat met nog een paar vragen. Na het lezen van je reacties en er nog een paar andere bronnen op nageslagen te hebben zijn me een paar zaken duidelijk geworden die eerst nog wat vaag voor me waren. Ik heb nog wel wat vragen bij hoe je bepaalde teksten leest, maar dan zou de discussie wel erg ver doorgevoerd moeten worden. De hoofdlijn van je argumentatie is me in elk geval duidelijk geworden en is voor zolang ik geen goede tegenargumenten tegenkom overtuigend.
Voor wat betreft je historische voorbeeld: je noemt een vreemde buitenlandse macht die het grondgebied waar Israël woonde veroverde en bestuurde. Dit gaat in op een historische situatie met Israël, maar doet niks af aan dat de vorming van de staat Israël vanaf 1948 behoorlijk uniek lijkt te zijn. Ik ben eigenlijk benieuwd naar een voorbeeld met een volk dat haar eigen staat is kwijtgeraakt, verstrooid is geraakt en vervolgens pas na lange tijd haar staat terugkrijgt en weer een volk met een staat wordt. Dit lijkt mij behoorlijk zeldzaam in de geschiedenis.
Met wat je schrijft over het unieke van een verstrooid volk dat naar zijn land terugkeert, moet je wel kritisch zijn. Hoeveel sprake van historische continuiteit is er tussen Jodendom anno het jaar nul, en de Joden die vanaf 1880 naar Palestina gingen emigreren? Niet erg veel denk ik.
Ja, dat mensen uit een vreemd werelddeel naar een ander werelddeel trekken om een ander land te stichten.. eh eh... USA? Zuid Afrika?
Je hebt natuurlijk gelijk dat wat in 1948 gebeurde uniek was. Maar voor historici niet buitengewoon. Europese Joden mochten van de koloniale heerser Engeland naar een kolonie emigreren.
Ik ben benieuwd bij wat voor bijbelgedeelten je dan je vragen hebt.
- Jezus' eindtijdrede in Mattheüs, Markus en Lukas en daarbij met name Lukas 21:24 waarin je zou kunnen lezen dat de Joden vanaf 70 na Chr. in ballingschap zijn, maar toch nog terug zullen komen.
- Zacharia 12-14 waar Jeruzalem en Juda een bijzondere plaats lijken in te nemen in de eindtijd. Bovendien zie je dat in Zacharia 12 Jeruzalem het lijkt te winnen ten opzichte van andere volken terwijl Jeruzalem het in 70 na Chr. heeft verloren. Hierbij moet ik wel toegeven dat ik niet zo'n sterk ontwikkelde visie heb op wat in de profetische boeken van het Oude Testament alleen voor die tijd gold en wat betrekking heeft op tijden die nog moeten komen. Sowieso ben ik niet zo heel sterk op de hoogte waar deze boeken precies over gaan.
- Openbaring 7 waarin je eerst de 144.000 van Israël ziet en vervolgens de grote schare uit alle natiën (twee verschillende groepen?).
Verder zullen er in het Oude Testament nog wel een aantal teksten zijn waar moeilijkheden kunnen ontstaan, maar die kan ik zo even niet opnoemen.
Ha Jaap - sorry dat het wat lang duurde, was nogal druk.
Over Mat 24, Luk 21, Zach 12-14, zonder op details van die gedeelten in te gaan, ik denk dat je als belangrijke voorwaarde voor het begrijpen van Oudtestamentische profetie eerst moet kijken hoe Jezus en de apostelen daarmee omgingen.
Verder denk ik dat je het idee moet laten varen dat je de bijbel 'letterlijk' moet nemen. Dat doe je met veel gedeeltes niet, dus waarom wel als je profetie leest?
Je ziet regelmatig dat teksten die in het Oude Testament over een fysiek herstel van Joden in hun land gaan, in het Nieuwe Testament heel anders worden gebruikt. Neem het voorbeeld van de vervallen hut van David die wordt herbouwd in Amos, en hoe Handelingen 15 daarmee omgaat.
Ik kies er voor om te zeggen: de manier waarop de apostelen met zo'n vers omgingen is voor mij normatief. Dan is het niet acceptabel om te zeggen: NAAST de 'vergeestelijkte' interpretatie door de apostelen, moet er OOK NOG een letterlijk vervulling komen.
Wie zegt dat dit 'moet'? Het meest opvallend is het totaal ontbreken van enige vorm van landbelofte in het NT. Je zou dat juist verwachten in een belegerd Israel, maar nee, niks. We geloven in een nieuw jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt en dat de aarde vervult, waar geen tempel is want de Heer is in haar midden. Een heel ander toekomstperspectief dus dan de meeste profetie uit het OT als je dat letterlijk neemt.
Het letterlijk nemen van profetie krijgt zelfs iets bizars. Verwacht jij dat bomen in hun handen gaan klappen? Gaat Jezus terugkomen om te heersen over mensen die doodgaan als ze 100 jaar oud zijn? Gaat hij de heidenen dan hoeden met een ijzeren knots?
Wijze woorden. Er schuilt echter een gevaar in dat als je te ver gaat in het niet al te letterlijk nemen van bepaalde profetieën, je bijvoorbeeld de opstanding van Jezus en hiervan in het verlengde de opstanding van gestorven gelovigen aan het einde der tijden ook niet al te letterlijk meer gaat nemen (toegegeven dat je als je de interpretatie van de apostelen als richtlijn neemt je niet op een dergelijke interpretatie uitkomt).
Bovendien zie je in het Oude Testament dat profetieën soms behoorlijk letterlijk worden genomen en in het Oude Testament letterlijk uitkomen (denk bijv. aan Daniël die de 70 jaar in Jeremia letterlijk neemt in Daniël 9:2). Als het in het Oude Testament zo letterlijk wordt genomen en Jezus met Zijn opmerking over de jota en de tittel in Mattheüs 5:18 bovendien ook behoorlijk op de letter is, dan denk ik dat enige voorzichtigheid met het laten vallen van een letterlijke interpretatie gepast is.
Natuurlijk moet je teksten over bomen die in de handen klappen figuurlijk lezen, maar het gaat fout als je dit ook met profetieën over de opstanding doet (wat waarschijnlijk in 2 Timotheüs 2:18 het geval is geweest).
Een vraag die blijft hangen als je de interpretatie van de apostelen als richtlijn neemt is hoe zij aan hun interpretatie kwamen en welke richtlijnen ze hierbij aannamen. Een vraag die hierbij in het verlengde ligt: hoe kwam Jezus aan Zijn Schriftinterpretatie; welke richtlijnen hield Hij aan?
Ha Jaap
Ik heb ook ijzig voorzichtig vermeden dat ik niet zou suggereren dat we de bijbel moeten vergeestelijken. Sommige delen schreeuwen om een letterlijk verstaan. Maar hoe we een bijbelgedeelte lezen, moet voortkomen uit context en literatuurstijl.
De evangelien pretenderen geschiedschrijving te zijn. Jesaja's profetieen hebben doorgaanse een sterk poetisch karakter.
Hoe Jezus en de apostelen naar het OT keken? Volgens mij kan je daar maar 1 ding met zekerheid van zeggen. Ze keken vanuit hun positie in het NT naar het OT, en gebruikten eruit wat daarbij paste, en deden dat soms buitengewoon 'creatief'. Maar altijd centraal stond in hun lezen van het OT dat de krusidood en opstanding en de vorming van een nieuwe gemeenschap door Jezus, het grote eschatologische gebeuren zijn. Wat vooraf ging werd door die bril geintrepreteerd, en wat nog moet komen, is een voltooiing van dat heilsgebeuren.
Maar God heeft niet, denk ik, een spoorboekje dat hij afwerkt.
Ja, op poetische manier spraken de profeten over het herstel van Israel.
En toen Jezus kwam, bleek dat God veel meer aanbied dan een fysiek herstel van Israel. Hij biedt de hemel op aarde voor alle mensen. Daarbij verbleekt het idee dat er een periode van bloei van een Joodse staat zou komen.
Profeten voorzien een fysieke tempel in Jeruzalem als hoogtepunt, het NT zegt expliciet dat in Gods voltooiing een tempel helemaal niet meer nodig is. Dat laatste, in het NT, moet ons ertoe zetten om niet te hangen aan de noodzakelijkheid van de letterlijke vervulling van OT profetie.
Het was mij wel duidelijk dat je lang niet alles vergeestelijkt en natuurlijk moet je ook altijd kijken naar context en genre.
Bij hoe Jezus en de apostelen naar het Oude Testament keken ben je echter wel erg kort door de bocht. Het komt (natuurlijk onbedoeld) haast over alsof je zegt dat Jezus en de apostelen maar wat aan 'pick and choose' deden en niet gehinderd door een al te strakke exegesemethode 'creatief' de Schrift uitlegden op een manier die wel goed was zolang de centrale punten van Wie Jezus was en Zijn missie maar naar voren kwamen. Dit zou tegen de hoge Schriftvisie van Jezus en de apostelen ingaan. Ik neem aan dat er wel wat meer over de exegesemethode van Jezus en de apostelen gezegd kan worden. Ik heb de indruk dat ze behoorlijk strak in hun hoofd hadden wat goede Schriftinterpretatie was en wat niet door de beugel kon.
Een reactie posten