donderdag 18 maart 2010

Twitterbijbel: Jakobus 2:-1-26 voor Twitteraars

Op Twitter kan je met elkaar communiceren via 140 tekens per bericht. Elke morgen plaats ik een berichtje van 140 tekens of net daaronder over de brief van Jakobus uit het Nieuwe Testament. Vandaag was hoofdstuk 2 klaar. Daarom hier dat hele hoofdstuk. Eerder plaatste ik op mijn blog ook Jakobus 1 voor Twitteraars.
Maar nu, Jakobus 2:

Jak 2:1 – Geloof dat de mens Jezus tegelijk de Heer is, maakt dat we andere mensen ook niet alleen op hun uiterlijk kunnen beoordelen.

Jak 2:2 – Hoe ga je in de kerk om met de rijke zakenlui (goed voor de collecte!) en de uitkeringstrekkers die niks te makken hebben?

Jak 2:3 – Hebben zakenlui in de kerk meeste kans om in de kerkenraad te komen? En uitkeringstrekkers mogen de koster met schoonmaak helpen?

Jak 2:4 – Laat je oordeel over mensen niet worden bepaald door hun rijkdom. Iemands auto of bankrekening maakt hem geen ander mens toch?

Jak 2:5 – God heeft extra plezier in het geven van hemelse rijkdom aan wie op aarde beslist tekort komt. De materieel armen maakt hij rijk.

Jak 2:6 – Hoe kan je nou neerkijken op mensen die minder hebben! Van hen heb je nooit last; van de welgestelden heb je meer te verduren.

Jak 2:7 – Wie rijk zijn moeten extra voorzichtig zijn; het blijkt dat juist vaak rijken de oorzaak zijn dat de naam van God wordt misbruikt.

Jak 2:8 – Uitgangspunt moet zijn: houd van anderen als van jezelf. Je wilt zelf toch ook niet op uiterlijkheden worden beoordeeld?

Jak 2:9 – Je zondigt tegen Gods wetten als je andere mensen op hun ‘eerste indruk’ beoordeeld. Je moet immers van ze houden als van jezelf!

Jak 2:10 – Je kan niet voor 99% Gods wetten houden. Als je op één terrein van de wetgeving zondigt, overtreedt je alle geboden.

Jak 2:11 – Wie zegt dat hij geen overspel pleegt, maar wel een moordenaar is, toont daarmee aan dat hij een overtreder is van de hele wet.

Jak 2:12 – Zowel in je woorden als je daden dien je te leven naar de wet – die je vrij maakt van oppervlakkige beoordelingen van anderen.

Jak 2:13 – Wie onbarmhartig oordeelt over andere mensen – en vooral de armen minacht - moet een onbarmhartig oordeel van God verwachten.

Jak 2:14 – Echt geloof uit zich in daarbij passende daden. Wie beweert te geloven maar er niet naar handelt, heeft geen reddend geloof.

Jak 2:15 – Echt geloof bewijs je met daden jegens die mensen die alleen met grote moeite kunnen rondkomen; die hun gezin nauwelijks voeden.

Jak 2:16 – Als je een arme die hulp nodig heeft alleen het best wenst, bega je een grote zonde. Zo’n wens is zinloos, ‘n schande in feite.

Jak 2:17 – Geloof dat zich niet bewijst door mensen gelijk te behandelen en armen daadwerkelijk te helpen, is zo nep dat het je niet redt.

Jak 2:18 – Geloven zonder de daden die daarbij horen, is ondenkbaar. Juist je daden laten zien dat je gelooft en wat dat geloof inhoudt.

Jak 2:19 – Geloven dat er maar één God is, is goed. Maar dit overigens geheel correcte geloof zegt niks. Zelfs de duivel gelooft in God.

Jak 2:20 – Wie meent dat geloof zonder de daarbij horende gehoorzaamheid zinvol is, slaat de plank volledig mis.

Jak 2:21 – De gehoorzame daad van Abraham (dat hij Isaak wilde offeren) werd door God als rechtvaardige daad toegerekend. Dat ging om actie!

Jak 2:22 – Geloof en daden zijn als onze twee handen. Zonder de daden is het geloof onthand. Door daden wordt het geloof compleet.

Jak 2:23 – Abraham’s vertrouwen op God (hij wilde Isaak offeren) maakte hem rechtvaardig en ‘n vriend van God. Geloof en daden horen samen.

Jak 2:24 – Niet alleen het geloof, maar geloof met acties zijn dus de basis voor iemands rechtvaardiging.

Jak 2:25 – Rachab (zie het OT) hielp Israelitische spionnen ontsnappen. Vanwege die daad wordt ze een rechtvaardige genoemd.

Jak 2:26 – Het geloof is als het menselijk lichaam; dat is morsdood als het geen ziel heeft. Zo heeft geloof daden nodig om te leven.

Geen opmerkingen: