vrijdag 17 februari 2012

De Joodse Tempel moet worden herbouwd voordat Jezus terugkeert

Zeven Bijbelse antwoorden op
veelgehoorde Christen-Zionistische vooronderstellingen

1. God zegent wie Israel zegenen en vervloekt wie Israel vervloeken
2. De Joden zijn Gods ‘uitverkoren volk’
3. Het “beloofde land” is door God aan Israel gegeven als een eeuwige erfenis

4. Jeruzalem is de exclusieve en onverdeelde, eeuwige hoofdstad van het Joodse volk

5 De Joodse Tempel moet worden herbouwd voordat Jezus terugkeert

Christenzionisten citeren graag Daniel 9 en Matheus 24 om te suggereren dat in de toekomst in Jeruzalem een tempel zal worden gebouwd en ontwijd door de antichrist, voordat Jezus terugkeert naar Jeruzalem om zijn koninkrijk daar te vestigen.

Het enige probleem is, dat Christenzionisten een gat van 2000 jaar moeten laten vallen tussen Daniel 9:26 en 9:27 en tussen Jezus’ woorden in Matheus 24:1-2 en 24:15-16 om uit te leggen waarom, na de verwoesting van de tempel in 70 na Chr. nog een andere tempel nodig is. Maar er is absoluut geen aanleiding, in beide tekstgedeelten, of waar dan ook in de Bijbel, om een ‘gat’ van 2000 jaar te verzinnen, of om te denken dat een toekomstige tempel wordt voorspeld. Laat staan dat die ergens voor nodig zou zijn.

Het omgekeerde is het geval. De oude tempel werd overbodig verklaard op het moment dat Jezus aan het kruis stierf en het voorhangsel in tweeën scheurde van boven naar beneden. (Hebreeën 1:3, 10:1-3, 11) De ware en blijvende tempel is Jezus Christus zelf, met zijn volgelingen:
Jezus antwoordde en zei tegen hen: Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem laten herrijzen. De Joden zeiden dan: Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd, en Ú zult hem in drie dagen laten herrijzen? Maar Hij sprak over de tempel van Zijn lichaam. (Johannes 2:19-21)
Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is,en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere. (Efeziers 2:19-21)

De ware tempel is derhalve onder constructie. De apostel Petrus schrijft, gebruik makend van Oudtestamentische taal over de tempel:
[Dan] wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. (1 Petrus 2:5)

7 opmerkingen:

Anoniem zei

Zie Openbaringen 11:
1 En mij werd een meetlat gegeven, die op een staf leek. En de engel was erbij komen staan en zei: Sta op en meet de tempel van God, het altaar en hen die daarin aanbidden.
--> Wie bidden er in de tempel? Juist de Joden !

2 Maar laat de buitenste voorhof van de tempel erbuiten en meet die niet, want die is aan de heidenen gegeven. En zij zullen de heilige stad vertrappen, tweeënveertig maanden lang.
--> Wie vertrappen de voorhof? De heidenen, of te wel de islam die afgoderij bedrijven tezamen met de vervangingsleer christenen en de ongelovigen.

Unknown zei

Anoniem, het siert je dat je je eigen naam niet gebruikt. Je bent vrij grof.

1. Ja, de Joden bidden in de tempel
2. Wie vertreden de tempel en verwoesten de stad? Juist, de volken
3. Wanneer is dat gebeurt? Juist ja. In het jaar 70. Zoals voorspeld door Johannes.


En zelfs als je het oneens bent met een vroege datering van het boek Openbaring kan je het allerlastigste bijbelboek toch moeilijk gebruiken om de heledere theologie van de rest van het Nieuwe Testament, even omver te kegelen.

Als Jezus zegt dat er een tijd komt dat er geen tempel meer nodig zal zijn - en die tijd is spoedig zegt hij - leg dan maar uit hoe Jezus zo stom kon zijn zich te vergissen. Jij beweert dat een tempel wel nodig is. Ik volg Jezus. Niet anoniem.

Gerard Wild zei

Beste Jos,

De reden dat ik anoniem omdat ik niet doe aan face-boek en soortgelijke zaken. vandaar.
Verder kwam ik hier toevallig op uit en weet nog niet of deze site een blijvertje gaat worden. Maar ik zie dat ik ook alleen een naam kan opgeven.

Ik wil niet grof zijn, maar wel eerlijk en dat is soms recht voor zijn raap, dat klopt. Als ik u persoonlijk heb gekwetst dan spijt me dat en bied ik mijn verontschuldigingen aan.

Als u mij kunt aangeven op welke bijbelvers u doelt dat Jezus zegt dat de tempel snel iet meer nodig zal zijn, dan wil ik inhoudelijk graag reageren. Voor mij is wat letterlijk in de Schrift namelijk leidend.

Unknown zei

Nee Gerard je hebt me niet persoonlijk gekwetst. Maar je uitspraak: "Wie vertrappen de voorhof? De heidenen, of te wel de islam die afgoderij bedrijven tezamen met de vervangingsleer christenen en de ongelovigen", dat is beslist kwetsend bedoeld he? Vanwaar die vervangingsleer christenen' hier?

Okee, je vraagt waar Jezus dat zegt.

1) Johannes 4:19-24. Jezus maakt duidelijk aan de Samaritaanse vrouw dat de tempel in Jeruzalem zijn waarde verliest.
2) Matt 23 en 24: Jezus zegt dat God zelf de tempel wil laten verwoesten als oordeel over Israel.

Het was dus Gods plan dat er een eind kwam aan de eredienst in de tempel.

3) Hebreeenbrief: van alle symbolen van het Oude Verbond (dus ook de tempeldienst) zegt de schrijver dat die verdwijnen omdat het schaduwen zijn van de werkelijkheid - en dat is christus.

4) De tempel weg dus, maar... Gelovigen in Christus worden een tempel genoemd, en de kerk/gemeente wordt een tempel genoemd.

Waarom zijn de gelovigen en de kerk de tempel? Omdat God daar huist.

Gerard Wild zei

Beste Jos,

1) Johannes 4:19-24. Jezus maakt duidelijk aan de Samaritaanse vrouw dat de tempel in Jeruzalem zijn waarde verliest.
--> Dit speelt zich af tussen een heidense vrouw (Samaritaan) en Jezus Christus.

[21 Jezus zei tegen haar: Vrouw, geloof Mij, de tijd komt dat u niet op deze berg, en ook niet in Jeruzalem de Vader zult aanbidden.]
--> Er komt een tijd dat u (de heidense vrouw de heidenen) niet meer in Jeruzalem tot GOD zullen bidden. Dat klopt, wij Christenen uit de heidenen kunnen overal bidden. Maar het zegt niets over het feit dat de Joden in de tempel niet meer mogen bidden.

Immers Petrus en Johannes gingen zelf ook nog bidden na Jezus Zijn Opstanding in de Joodse tempel. Handelingen 3;1
[1 Petrus nu en Johannes gingen samen naar de tempel tijdens het uur van het gebed, het negende uur.]

U zegt Jos,
2) Matt 23 en 24: Jezus zegt dat God zelf de tempel wil laten verwoesten als oordeel over Israel.

maar in vers 39 van Matt 23 Zegt Jezus nog dit !
39 Want Ik zeg u: U zult Mij van nu af aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere!
--> U (israel) zult mij iet meer zien TOTDAT u (israel) zegt, gezegend is ..... Jezus doelt hier mee op Zijn Wederkomst als Koning der Joden, die na de opname geschieden zal. De wederkomst waarin Jezus Israël van de grote Verdrukking zal bevrijden, alle oudtestamentische profetieën zal vervullen. Immers de beschrijving van de grote verdrukking in 3 van de 4 evangeliën toont duidelijk dat deze afspeelt in Israël.

Tot slot even terug naar Openbaringen 11 aangaande de Joodse tempél.
[1 En mij werd een meetlat gegeven, die op een staf leek. En de engel was erbij komen staan en zei: Sta op en meet de tempel van God, het altaar en hen die daarin aanbidden.]

Dit handelt over een fysieke tempel, want heidenen zijn er niet in de hemel en een tempel staat lijkt me ook niet in het dodenrijk waar de ongelovigen naar toe gaan. Dus de tempel MOET wel herbouwd worden om door de heidenen te worden vertrapt.

Unknown zei

Hallo Gerard

1) Samaritanen mochten niet bidden in Jeruzalem. Was verboden door de Joden. Dus de opmerking van Jezus was niet specifiek op die vrouw gericht, maar veel algemener.

Bovendien, als het God wat zou uitmaken of mensen in die tempel bidden of niet, dan is het toch wel vreemd dat God zelf die tempel in het jaar 70 onder zijn oordeel bracht.

2) Jezus zegt in Matt 23-24 niks over de herbouw van een tempel, maar alleen dat de tempel zal worden verwoest (is gebeurd in jaar) en dat hij daarna zal terugkomen.

Het grootste deel van wat Jezus in Matt 23 en 24 bespreekt, is in 70 na Chr. gebeurt. Hij spreekt in dat hele gedeelte niet over jou of mij, maar hij spreekte tegen zijn eigen discipelen van die tijd en tegen de mensen van die tijd. 'Dit geslacht zal niet voorbijgaan...'

3) Openbaring: de tempel is vertrapt door de heidenen in het jaar 70.

Ik heb een flinke rij boeken over Openbaring op mijn plank. Ze spreken elkaar over van alles nogal tegen. Ik zou het boek Openbaring dus zeker niet gebruiken als basis voor belangrijke theologische visies. Het is gewoon te onzeker.

Gerard Wild zei

Beste Jos,

Dank voor uw reactie,

Volgens mij zie ik al waar de verschillen van inzicht door ontstaan, ik neem de Schrift letterlijk, behalve wanneer de Schrift zelf aangeeft dat het niet letterlijk genomen dient te worden. Zoals in hetzelfde hoofdstuk [Openbaringen 11.
8 En hun dode lichamen zullen liggen op de straat van de grote stad, die in geestelijke zin genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere werd gekruisigd.]

Hier wordt duidelijk aangegeven dat en waar in geestelijke zin gesproken wordt. Dat Openbaringen zich al in 70 NC af zou spelen is te vaag mijns inziens, immers heel veel profetieën zijn immers nog niet gebeurd. Het feit dat zaken zich lijken tegen te spreken zal aan de mens liggen die het nog niet begrijpt en niet aan de Schrift die onbetrouwbaar zou zijn. Hopelijk bent u dat met mij eens. Het boek Openbaringen dan maar even terzijde schuiven vind ik een vreemd advies, zeker omdat Jezus zegt in

[Openbaringen 1:
3 Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.]

Nu valt hier het Woord nabij op, maar Jezus beloofd ook spoedig weder te komen en daar is inmiddels eveneens ruim 2000 jaar overheen gegaan.

Zo lang de Schrift niet letterlijk getallen noemt als 1000 jarig vredesrijk, is dat moeilijk te bepalen en zal het ook wel niet de bedoeling zijn dat wij messen dat weten.

Wat we overduidelijk is in Mat 24, Mar 13 en Luc 21is de volgorde: Vernietiging van de Tempel, de Grote Verdrukking in Israel door de heiden volken en
erna Zijn Wederkomst. Het feit dat dit in 3 van de 4 evangeliën zo wordt meegedeeld wijst toch op het feit dat deze zaken na elkaar zullen afspelen.

Nu heb ik niet zoveel boeken over het Woord, maar neem de Schrift zelf als leidraad. Want ik vetrouw erop dat JHWH ons Zijn Woord heeft gegeven zoals Hij wilde dat het ons geschonken werd. Nota bene aan de Joden, aan wie Hij hun het Woord toevertrouwde, zoals Paulus ook duidelijk meldt.

[Romeinen 3
1 Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Of wat is het voordeel van het besneden zijn?
2 Veel, in alle opzichten. Want in de eerste plaats zijn hun de woorden van God toevertrouwd.]

Hij zegt zelfs dat de Joden veel voor hebben op de onbesneden mensen.

En in Openbaringen 11 wederom dat de zaligheid uit de Joden is.
22 U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden.

Wel intressant om te zien dat uit hetzelfde leerboek zoveel verschillende meningen (kunnen) ontstaan.