woensdag 13 januari 2010

Rechtvaardiging door geloof alleen - en de breuk in de kerk [Sproul I]

In de komende drie bijdragen wil ik een klein boekje van R.C. Sproul [R.C. Sproul, By Faith Alone; the doctrine that divides (London: Hodder and Stoughton, 1996)] over de reformatorische visie op rechtvaardigmaking bespreken. Sproul is vooral bezorgd dat protestanten hun reformatorische overtuiging van rechtvaardiging door geloof alleen loslaten. Na mijn bespreking van de inhoud van dit boekje, zal ik ook wat mijmeren over het belang van de zaak en over de relatie met de kerk van Rome.

De these van Sproul, die overeenkomt met de opvattingen van de hervormers Luther en Calvijn, is:

1. Rechtvaardiging door geloof is essentieel voor het evangelie
2. Het evangelie is essentieel voor het christendom en voor verlossing
3. Het evangelie is essentieel voor het waarachtig kerk-zijn van de kerk
4. Rechtvaardiging door geloof alleen verwerpen is het evangelie verwerpen en doet de kerk vallen. [p. 3]

De RK kerk heeft altijd verkondigd dat rechtvaardiging door genade is. Rome heeft ook altijd onderstreept dat geloof een noodzakelijke voorwaarde voor rechtvaardiging is. Wat ze wel altijd ontkende, was dat geloof en genade voldoende voor rechtvaardiging is. [p. 17-18]

Helder is dat Sproul dus niet gelooft dat een kerk een ware kerk is, als het rechtvaardiging door geloof alleen verwerpt. [p. 14] ‘Een “evangelie” dat in haar essentie tekort schiet is niet het ware evangelie en moet met kracht worden verworpen.’ [p. 27]
Wij ontkennen dat [de RK kerk] in haar huidige belijdenis, een aanvaardbare christelijke gemeenschap is’, aldus Sproul. [p. 28] Zijn advies is duidelijk: ‘Ik ben overtuigd dat elke christen die tot een gemeenschap [communion] behoort die een essentiële waarheid van het christendom verwerpt, de plicht heeft om die gemeenschap [communion] te verlaten en de gemeenschap [fellowship] te verbreken.[p. 28]

Sproul vat de kwestie zo samen: ‘Het conflict over rechtvaardiging komt hierop aan: is de grond van onze rechtvaardiging de rechtvaardigheid van Christus die ons wordt toegerekend, of de rechtvaardigheid van Christus die in ons werkzaam is? [p. 53]

Volgens Rome zijn er twee instrumentele oorzaken van onze rechtvaardiging: de eerste is het sacrament van de doop, en de tweede is het sacrament van de boetedoening. Rome kan daarom spreken over rechtvaardiging door de sacramenten. Door en middels de sacramenten wordt de rechtvaardiging ontvangen. Ze zijn het middel waardoor rechtvaardigende genade wordt ontvangen. [p. 54]

De reformatie leerde dat de instrumentele oorzaak van rechtvaardiging niet de sacramenten zijn, maar geloof. Geloof is het middel waardoor we met Christus verbonden worden en de genade van rechtvaardiging ontvangen. [p. 55]

Tijdens de reformatie ontstond een drievoudige definitie van waarachtig geloof; het gaat om notitia, assensus, en fiducia. Die kunnen worden vertaald als kennis, intellectuele instemming, en een hartsvertrouwen. Sproul gaat hier uitgebreid op in, en concludeert dat waarachtig geloof dat tot rechtvaardiging leidt, elk van deze elementen behelst. [p. 67] Reddend geloof is dus niet een leeg of formeel; ‘het is een levende reactie op Jezus Christus en betrekt zowel het denken als de ziel op een energieke manier’, aldus Sproul. [p. 70]

wordt vervolgd

2 opmerkingen:

Hugo Bos zei

Beste Jos,

Ik ben benieuwd naar het vervolg van dit artikel. Ik heb hierover zelf een stuk vertaald:
http://verbond.blogspot.com/2009/10/geloof-en-werken.html
Groet,

Hugo Bos

Jos M. Strengholt zei

Dank je voor die link, Hugo. Ik zal er tzt op reageren.