zaterdag 14 november 2009

Jezus van Nazareth, de JHWH van Israel (4)

Deuteronomium 6:4 zegt, in de NBV:
Luister Israel: de HEER, onze God, de HEER is de enige.
'De HEER' is de weergave van de onvertaalbare Hebreeuwse Godsnaam JHWH. De Septuagint (LXX) heeft daar:
Akoue, Israel, kurios ho theos hemoon, kurios heis esti.
Vertaald is dat: Luister, Israel, de Heer onze God, de Heer is één. Paulus schrijft in zijn eerste brief aan de Korinthiers (8:6), in de NBV:
Wij weten: er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven.
De Griekse tekst hier zegt (en ik laat daarbij wat tekst weg die in dit verband onnodig is):
.... Humin heis theos, ho pateer... kai heis kurios Jesous Christos. ‘Voor ons is één God, de Vader.... en één Heer, Jezus Christus.'
Paulus wist drommels goed dat zijn Joodse lezers beseften dat hij met zijn woorden van 1 Kor 8:6 direct refereerde aan het Shema Israel van Deu 8:6. Hij schiep bewust een parallel met dit vers dat elke Jood wekelijks in de liturgie van de synagoge hoorde en dat wekelijks aan het begin van de sabbatsviering in elk Joodse gezin werd gereciteerd.

Hiermee maakte Paulus klip en klaar dat voor hem en de jonge kerk, de identiteit van Jezus Christus absoluut is samengesmolten met die van JHWH. Als dat niet zo was, zouden zijn woorden schandalige heiligschennis betekenen, en suggereren dat er naast de ene God, nog een andere bestond.

2 opmerkingen:

John Miller zei

Mooie serie Jos. Ik las ze op de mail, maar 'in het echt' zijn ze nog veel duidelijker.
Ik moet de teksten nog lezen met de bijbel erbij, dan beklijft het meer en gaat het meer leven.

Jos M. Strengholt zei

tot je dienst waarde vrind!