zondag 28 december 2008

Israel's aanval op Gaza: de boosheid van de Arabieren

(Cairo, 28 December) De zware aanvallen van Israel op Gaza, met meer dan 271 doden en een veelvoud aan gewonden, is het ernstigste en bloedigste incident tussen Israel en de Palestijnen sinds de oorlog van 1967.  Israelische soldaten staan klaar om de Gazastrook in te trekken.  Dat de Arabieren het ernstig veroordelen, was zo voorspelbaar als de opgang van de zon, en dat van over de hele wereld en vanuit Israel zelf, ook ernstige kritiek klinkt, is niet vreemd.  Zoals zo vaak reageert Israel met een overdosis aan slagkracht. 

Wie probeert een antwoord te vinden op de vraag waarom Israel dit heeft gedaan, kan snel klaar zijn. Hamas heeft de afgelopen tijd weer veel raketten op Israel afgevuurd. Dat Hamas dit doet als antwoord op het feit dat Israel de Gazastrook als een ghetto heeft afgesloten, laten we nu maar even buiten beschouwing; de aanvallen van Hamas moeten worden veroordeeld, en geven Israel het volle recht om te reageren, desnoods met geweld. Maar dan moet wel de vraag worden gesteld: hoeveel doden vielen er door die aanvallen van Hamas? Precies één. Het stellen van die vraag is redelijk, want in ons christelijke en westerse denken over de rechtvaardigheid van een oorlog speelt proportionaliteit een grote rol.

De meeste Arabische regeringen kunnen goed begrijpen dat Israel terugslaat, en hebben net zo’n hekel aan Hamas als Israel dat heeft.  Misschien wel meer nog, want voor de meeste Arabische regeringen zijn Hamas en hun radikale vrienden een gevaarlijke interne oppositiebeweging.  Mahmoud Abbas, leider van de Palestijnse Autoriteit op de Westbank, vindt het heerlijk als Hamas wordt getroffen, want Hamas heeft de Gazastrook aan het bestuur van de Palestijnse Autoriteit onttrokken.  Maar het gebrek aan proporties is voor de Arabieren niet te pruimen, en dat heeft niet alleen te maken met het bloedige aspect ervan, maar ook met imago-kwesties.

Israel kan op militair gebied doen en laten wat het wil in de Arabische wereld, dat weten alle Arabieren. Ze weten het, maar ze hebben er een grote hekel aan dat het door Israel nu opnieuw wordt ingewreven in de toch al pijnlijke wonden van hun verdeeldheid, zwakte, armoede, en politieke onmacht.  Bovendien hebben de Arabische legers niet de technologie die Israel mag kopen en ontwikkelen van de Verenigde Staten.  Israel is de enige natie in het Midden Oosten met kernwapens.  Door Israel’s disproportionele aanval, voelen de Arabieren zich vernederd. Opnieuw.

Waarom slaat Israel zo hard toe? Precies vanwege de imago-kwestie.  Israel meent al 60 jaar dat als het maar duidelijk genoeg laat merken dat het niet met zich laat spotten, de Arabieren zich vanzelf neerleggen bij het bestaan van Israel.  Wel, de meesten hebben dat al lang gedaan, maar nooit na bloedig te zijn verslagen, maar juist op momenten dat die Arabische naties het gevoel hadden dat ze serieus werden genomen en met respect behandeld. De aanval van dit weekend zal er niet voor zorgen dat de Palestijnen plotseling gaan denken dat ze Israel maar beter vriendelijk kunnen bejegenen.  Een aanval waarbij Hamas wordt vernederd, en daar is zeker sprake van, zal juist vragen om wraak, want de eer is aangetast, en dus kan Hamas niet met Israel aan tafel gaan zitten voordat die eer is hersteld.

Zou Israel dat niet weten? Eigenlijk denk ik van wel. Veel Israeli’s zijn opgegroeid in Arabische landen, en ze kennen die cultuur door en door.  Voor veel Israeli’s is het in wezen ook hun eigen cultuur.  Misschien juist wel daarom wordt Hamas nu zo hard aangepakt.  Israel wil helemaal niet aan tafel zitten met Hamas, omdat het die organisatie niet vertrouwt, en het niet tot onderhandelingen wil worden gedwongen door de internationale gemeenschap.  

Israel kan het om binnenlands-politieke redenen niet aan te worden gedwongen tot echte vredesbesprekingen, want dan komt ontegenzeglijk de kwestie van de nederzettingen in de Westbank en de status van Oost-Jeruzalem aan bod.  Israel wil geen burgeroorlog riskeren, en zet dus voorlopig maar liever de status-quo van lichte spanningen met de Palestijnen voort. Die zijn makkelijker in de hand te houden dan de grote massa’s Israeli’s die bereid zijn te vechten voor het behoud van hun nederzettingen. 

En misschien, heel misschien, hopen ze in Israel wel dat de Palestijnen hun Hamas die ze zelf hebben gekozen wel zo zat raken door de problemen die het veroorzaakt dat ze afstand gaan nemen van deze radikale partij die nota bene in Iran, Syrie en Hizbollah zijn beste vrienden heeft.  De meeste Arabische regimes hopen op precies hetzelfde, want behalve in Syrie, willen de Arabieren niks te maken hebben met de radikale Hamas.

Juist omdat de Arabieren in toenemende mate de macht van Iran vrezen, keren ze zich steeds meer af van de vrienden van  Iran in de Arabische wereld, zoals Hizbollah en Hamas.  Syrie is ernstig geisoleerd en wordt door de meeste Arabieren met argusogen bekeken.  In het grootste Arabische land dat al tientallen jaren in vrede leeft met Israel, heeft het regime van president Hosni Moebarak een broertje dood aan Hamas en de Egyptische pendant, de Moslim Broederschap.  Hamas voelt haarscherp aan dat Egypte het wel best vindt wat er dit weekend gebeurde.  Taher al-Nunu, een woordvoerder van Hamas, verweet ‘derden’ samenwerking in de Israelische aanval.  Andere Hamas-leiders noemden Egypte en de Palestijnse Autoriteit bij name.

In de burelen van President Moebarak en ook in de kantoren van de Palestijnse Autoriteit in Ramallah zullen ze zich nauwelijks bekommeren over de vraag of Israel gerechtigd was tot deze aanval. Ze waren het heus wel met Israel eens dat er 'iets' moest gebeuren.  En Israel snapt ook heus wel dat de Arabische regimes, om interne redenen, stevige taal moeten gebruiken om Israel te veroordelen.  Het gepeupel moet immers in de hand gehouden worden? Maar de disproportionaliteit van de aanval is het grote probleem voor de Arabieren.

Hun voornaamste vraag is: waartoe leidt dit, nu de aanval zo bloedig was.  Wat de Arabische het meest vrezen, is dat hun gehate islamitische oppositie munt weet te slaan uit Israel’s gedrag en uit het feit dat de Arabische wereld de Palestijnse broeders laat 'afslachten'. Die kritiek is niet bedoeld om de Palestijnen te helpen, maar om de eigen regeringen in het hemd te zetten. Dus rest die Arabische leiders niets anders dan met grote, bombastische woorden Israel te veroordelen, de Palestijnen te verzekeren van hun hulp, en te hopen dat de Verenigde Staten een standje uitdeelt aan Israel. Woorden, verder niks.   

(c) Dr Jos M. Strengholt
www.arabieren.blogspot.com

Geen opmerkingen: