zondag 16 november 2014

Mythe: Arabieren stammen van Ismaël af

Is de zoon van Abraham en Hagar, Ismaël dus, de vader van de moderne Arabieren? Tegenwoordig verstaan we onder Arabieren de mensen die in de lidstaten van de Arabische wereld wonen. Hun Arabisch-zijn is vooral gedefinieerd door hun paspoort, niet door de taal die ze spreken en ook niet door hun genetische afkomst. Een Arabischtalige Marokkaan, een Irakees die Arabisch spreekt, een Jemeniet, een Egyptische christen die Arabisch als moedertaal heeft, op geen enkele manier kan worden hardgemaakt dat deze mensen van Ismaël zouden afstammen; er stroomt geen druppel bloed van Ismaël door hun aderen.

De Arabieren van vandaag zijn de nakomelingen van stammen en volken die door de eeuwen heen geleidelijk de Arabische taal hebben geadopteerd als hun spreektaal en schrijftaal. Dat is absoluut niet een genetische kwestie, net zo min als we kunnen zeggen dat Surinamers of burgers van de Nederlandse Antillen van de Batavieren afstammen, domweg omdat ze Nederlands spreken of een Nederlands paspoort hebben.

Maar misschien kunnen we zeggen dat de Arabieren in de zin zoals die term heel vroeger werd gebruikt wel de afstammelingen van Ismaël zijn? Ten tijde van de profeet Mohammed, dus in de zesde en zevende eeuw na Christus, waren de Arabieren de stammen die in en om het Arabisch schiereiland woonden en die één van de Arabische dialecten spraken. Maar hoe zouden die van Ismaël kunnen afstammen?

In de tijd van Abraham en Ismaël was het Arabisch schiereiland al lang bevolkt door Arabischtalige stammen. Ismaël kan op hun ontstaan dus geen procreatieve invloed hebben gehad, want zo zit de wereld van het kindjes krijgen niet in elkaar. Er is dus geen historisch of archeologisch bewijs dat Ismaël en zijn nakomelingen de voorvaders waren van de oorspronkelijke Arabieren; ze hebben hooguit op kleine schaal hun genetische sporen aan de bewoners van het Arabisch Schiereiland toegediend. Dat heeft dus, zoals gezegd, niks te maken met de Arabieren van Marokko tot Irak van vandaag de dag.

Wie zijn dan wel de afstammelingen van Ismael? In Genesis 25:12 worden twaalf zonen van Ismaël genoemd. Die trouwden met meisjes uit stammen in het gebied dat nu ruwweg Jordanië is. De stammen die daaruit voortkwamen werden Ismaëlieten genoemd. Assyrische bronnen noemen de Ismaëlieten nog als aparte stam. De bijbel laat zien dat de Ismaëlieten opgingen in de stammen die later de Midianieten werden genoemd, bijvoorbeeld in Genesis 37:25-28 en 39:1 en in Richteren 7:1vv en 8:22-24.

Eeuwen later, zo rond 250 voor Christus, trokken Arabische stammen uit het gebied van Jemen geleidelijk naar het gebied van wat nu Jordanië en Syrië is, om die regio te koloniseren. Daarom kon Paulus, na zijn bekering, zeggen dat hij een paar jaar naar Arabia ging. Hij ging waarschijnlijk naar het gebied ten zuidoosten van Damascus, of naar Jordanië. In de Romeinse tijd waren deze Arabieren, de Nabataers, bondgenoten van de Romeinen. Die Arabieren herinnerden zich hun afkomst uit Jemen en stamden, naar hun eigen zeggen, af van ene Joktan of Kahtan, niet van Ismaël.

De mythe van de Arabische afkomst van Ismaël is vooral door de profeet Mohammed gecreëerd, omdat hij de Arabieren graag als afstammelingen van Abraham wilde zien. ‘De Joden stammen via Izak af van Abraham, dan wij via Ismaël ook’, moet Mohammed profetisch hebben gedacht. Op deze manier kon hij aantonen dat zijn religie net zo goed als de joodse, op Abraham terugging. Mohammed meende dat hij de oorspronkelijke religie van Abraham in eer herstelde. Sommige islamkenners vermoeden dat Mohammed ook van mening was dat het christendom op Abraham terugging. Geloven christenen, zo zou Mohammed hebben gedacht, immers niet in ‘Isa (Ezau), een derde zoon van Abraham? Hij zou dus Ezau en Jezus hebben verward.

Sommige christenen houden de mythe van Ismaël als voorvader van de Arabieren ook in ere en zetten dat vooral in eschatologisch perspectief. Zo zou God in het einde der tijden Israël hebben hersteld, met als duivelse tegenspeler de 300 miljoen Ismaëlieten die rond Israël wonen en die het land de zee in zouden willen drijven. Zo lijkt het net of de Bijbelse geschiedenis van Izak en Ismaël herleeft. Maar of dat waar is?

3 opmerkingen:

Ruud Dankelman IsraelCNN.com zei

Heel goed stuk.Chapeau

Ruud Dankelman zei

Heel goed stuk.Chapeau

Frans Couwenbergh zei

Beste Jos,
Ik ben pas een half uur geleden op je blog gestuit (googelend naar Polycarpus, leerling van apostel Johannes, welke laatste ik probeer zo goed mogelijk 'in kaart' te brengen) en ik ben onder de indruk.
Maar nu ik je post lees over Mohammed die leerde dat zijn stamgenoten (Arabieren) van Ismael, dus Abraham, afstamden en dat je dit niet goed kunt plaatsen, reageer ik hier subiet op. Want ik heb het begin van de Islam al voor mezelf (en op mijn site 'humanosofie') aardig coherent 'in kaart' gebracht.
De 'Abraham-theorie' is niet door Mohammed bedacht, maar door de oom van Mohammeds vrouw Khadiya, Waraqa. Waraqa, en met name diens vriend Zayyeed (oom van Mohammed's latere helper en nog latere opvolger Omar) vormde met nog enkele andere Mekkanen een gespreksgroep om een monotheïstisch geloof voor de Arabieren te bedenken. Want het succesvolle Mekka, totaal afhankelijk van de karavaanhandel, had uitzichtloos last van de wilde stammen die leefden van overvallen op oasenederzettingen en karavanen. Collega-handelaars van de gekerstende Romeinse landen, de Zoroastrische Perzische landen en de Joodse gebieden hadden door hun godsdiensten niet meer met die tribale problemen te stellen. Bovendien was er recentelijk een noordoostelijke stam, de Banu Hanifa, van het schiereiland succesvol en dus concurrerend op een eigen monotheïstische variant overgestapt.
De Waraqa-club behoorde tot de weinige Arabieren die konden lezen en schrijven (Arabieren koesterden hun analfabetisme en waren trot op hun orale talenten) en vooral Waraqa was een geleerde. Hij had in zijn jonge jaren kennis gemaakt met het Ebionitische christendom, was er zelf toe overgegaan en vertaalde de Bijbel in het Arabisch. Waraqa stelde dus voor om hun Arabierengeloof christelijk te maken. Maar daar was Zayyeed het zeer mee oneens: dat zou de Arabieren (en dus hun handel) in Romeinse invloedsfeer brengen. Hij overtuigde Waraqa om samen met hem een geheel eigen Arabisch monotheïsme te creëren, zij het met elementen die ze uit de bestaande monotheïsme bijeengaarden.
Het verhaal om Mekka's ka'aba gesticht te laten zijn door Abrahams zoon Ismaël was zo'n bruikbaar element: daarmee zouden ze de ka'aba kunnen handhaven maar dan gezuiverd van tribale godenbeelden.
Hun project kostte Zayyeed tenslotte het leven. Khadiya wist haar charismatische man Mohammed over te halen om het voort te zetten.
Best een onderhoudend verhaal, het begin van de Islam.