zaterdag 4 juni 2016

Joel 2:18-27 God komt zijn volk redden

INTRODUCTIE
JOEL 1:1-20
JOEL 2:1-17
JOEL 2:18-27
JOEL 2:28-32
JOEL 3:1-21

JOEL 2:18-32 

Nadat Joel tot dusver alleen ach en wee profeteerde over God's volk, eindigend met de pijnlijk vraag: "waar is God?", komt Joel nu met goed nieuws. God zal ingrijpen. Hij antwoordt op de smeekbeden. (2:18)

De HERE neemt het op voor Zijn land en spaart Zijn volk. Deze termen verwijzen naar God's verbondsbeloften.

Wat doet God? Hij zorgt dat het land weer groeit en bloeit. Dit lijkt nog een directe reactie op de spinkhanenplaag. Joel 2:18-27 beschrijft een exacte ommekeer van de schade die de sprinkhanen hebben aangericht. Ook zal het weer regenen (2:23). De natuur zal weer bloeien, de heidenen zullen het volk van God niet langer smaden.

Wat betekent vers 20? Ik denk dat Joel beschrijft hoe God een eind maakt aan de spinkhanenplaag. Meestal komen die niet uit het noorden, maar waarom in dit geval niet?

Of misschien wordt het noorden gebruikt naar analogie van het feit dat Israel militaire vijanden altijd via het noorden arriveerden? In elk geval verdrijft God de sprinkhanen naar de woestijn en de zee - de Middellandse Zee en de Dode Zee. En de stank van de dode dieren is overweldigend.

De beschrijving klinkt apocalyptisch. Het noemen van het noorden, de bevrijding van het land van zee tot zee, en dat de sprinkhanen verantwoordelijk worden gehouden terwijl ze tegelijk God's werk doen. Dat laatste komt overeen met hoe de volken soms door God worden gebruikt. (Assur, Jes 10:5-19 en Babel, Hab 2:6-19). Deze apocalyptische toon is niet vreemd - want de sprinkhanenzwerm wordt gezien als begin of aankondiging van de Dag des HEREN.

Joel beschrijft de uitredding van God alsof het al gebeurt is.  (Zoals: "Toen nam de HERE het op voor Zijn land, en Hij spaarde zijn volk." Joel 2:18) Dit lijkt me vooral een literaire methode om de zekerheid van de zaak vast te stellen.  Joel voorspelt de toekomst terwijl het volk nog leidt onder de sprinkhanenplaag maar tot de HERE roept. 

God's uitredding is zeker - dus roept Joel het volk op om God te danken en om blij te zijn. Hij noemt ze kinderen van Zion (2:23) om ze te wijzen op het verbond met God.

Vers 23 is problematisch.  De HSV heeft "want Hij zal u geven de Leraar tot gerechtigheid.  Die zal regen op u doen neerdalen..." Die vertaling heeft oude papieren, maar er zijn ook goede redenen om aan een andere vertaling te denken.  Ik laat dat nu maar in het midden.  Dat er een verwijzing, zomaar in het midden van een tekst over sprinkhanen en Gods uitredding, zou zijn naar een speciaal iemand (een messias? de messias? een nieuwe vorst? een nieuwe wetgever) lijkt wat gekunsteld.  Een goede en orthodoxe vertaling als de English Standard Version (ESV) heeft hier: 

“Be glad, O children of Zion,
and rejoice in the Lord your God,
for he has given the early rain for your vindication; 
(in plaats van: want Hij zal u geven de Leraar tot gerechtigheid.)
he has poured down for you abundant rain,
the early and the latter rain, as before.

In Joel 1:17 krijgen we de indruk dat God's naam belachelijk werd gemaakt door de omringende volken. Nu God uitredding geeft, moet God's volk zijn naam natuurlijk prijzen. (2:26)

Nooit zal God's volk meer beschaamd staan, zegt Joel tweemaal in 2:26 en 2:27. Dat is omdat God zelf in hun midden is en het volk weet dat er geen andere God is. 

Nu moet de uitlegger dus keuzes maken.  Als je aanneemt dat Joel spreekt over een werkelijke spinkhanenramp als gevolg van Gods oordeel, en als je aanneemt dat God die sprinkhanen daarna verdreef en dat het land weer groeide en bloeide, dan is het logisch om de verzen 2:26-27 concreet op die periode te laten slaan.  Dan moet je wel oplossen wat het wil zeggen dat vanaf dat moment, Gods volk "nooit meer beschaamd' zal staan" omdat God "in hun midden is". 

Als je om redenen van buiten het boekje Joel van mening bent dat die verzen 2:26-27 moeten slaan op een nog te verwachten eschaton, dan zal je waarschijnlijk in de verleiding zijn om al het voorgaande minder historisch te duiden.  Dan is een spinkhanenplaag misschien een opstapje voor Joel, maar niet het werkelijke drama. Dan zal je waarschijnlijk ook besluiten dat Joel 2:1-11 wel op echte legers moet slaan die ooit, in het eschaton, Israel zullen aanvallen?

Ik kies voor de eerste optie.  Het gaat wel degelijk om een dramatische sprinkhanenplaag.  Alle duidelijke taal van Joel duidt daarop.  Maar wat betekent het dan dat God's Volk"voor eeuwig niet meer beschaamd wordt" en dat God in hun midden is (en de suggestie is natuurlijk dat hij dat ook voor eeuwig blijft).  Ik heb er geen moeite in hier een voorwaardelijke belofte te zien aan dezelfde mensen die te horen kregen dat God de jaren zal vergoeden die de sprinkhanen hebben opgegeten.

Ja, voorwaardelijk.  Net zoals al Gods beloften voorwaardelijk zijn.  De voorwaarden worden duidelijk genoemd door Joel:

1. neem dit ter ore, alle inwoners van het land, en vertel het aan je kindskinderen. (1:1-3)  Een plicht tot religieus onderwijs aan het nageslacht.
2. wees een biddend volk (1:13-14, 19; 2:15-17)
3. bekeer je met je hele hart (2:12-13; 16)
4. houd je aan je tempeldienst (2:14)
5. wees een getuige voor de volken (2:17)
6. wees niet bevreesd maar wees blij in de HERE (2:21)
7. prijst de naam van de HERE (2:26)
8. weet dat de HERE in je midden is (2:27)
9. dient alleen de HERE en geen andere god (2:27)

Joel maakt klip en klaar wat de verbondsopdrachten van het volk van God zijn.  Te denken dat een vers dat zegt, "u zult nooit meer beschaamd worden en ik zal (voor altijd) in uw midden zijn", al die voorwaarden teniet doet, lijkt me geen goede exegese. 

In dit verband is het ook zinvol om te melden, dat de term 'Dag des HEREN' niet altijd op eenzelfde 'dag' aan het einde der tijden hoeft te slaan.  Voor Israel was de sprinkhanenplaag en de uitredding een 'Dag des HEREN'. Een speciale dag (tijd), anders dan alle andere dagen.  God oordeelt en God redt; het is Zijn Dag. 

1 opmerking:

W.Kroon. zei

Er komt een verrassend einde van de sprinkhanenplaag ,en God zal in hun midden zijn,de profetie van de Messias, in Hem zal het leven zijn glans weer krijgen.