vrijdag 3 juni 2016

JOEL 1:1-20 - Sprinkhanenplaag en droogte


INTRODUCTIE
JOEL 1:1-20
JOEL 2:1-17
JOEL 2:18-27
JOEL 2:28-32
JOEL 3:1-21

JOEL 1:1-20

Joel 1:1-20 is een rouwklacht over de verschrikkelijke sprinkhanenplaag (1:4) die Israel getroffen heeft. Zoiets ergs als dit, dat herinnert Joel zich niet. Er is tegelijk sprake van een enorme droogte. De waterstromen zijn uitgedroogd. (1:20) Waren er ook grote branden?  Of duidt de verzengende vlam en het vuur (1:19-20) op de brandende zon? Ik denk dat laatste, want Joel spreekt ook over het verdorren van de bomen en struiken. (1:11-12)

Joel spreekt, zoals profeten dat vaker doen, NAMENS zijn zender, de HERE (1:6-7), maar hij spreekt net zo vaak uit zijn eigen naam (1:13-14), en dan spreekt hij OVER de HERE. De afwisseling hiertussen, abrupt en onaangekondigd, verhoogt het dramatische gehalte van het boekje.

De velden zijn kaalgevreten; daardoor kan zelfs de tempeldienst geen normale voortgang hebben. (1:9) Voor Israel was dit hetzelfde als de opschorting van God's Verbond met het volk.  (Vgl Dan 8:11, 11:31; Exo 29:42-43)

Joel roept het volk dus op om rouw te bedrijven, te vasten, en gezamenlijk tot God te roepen om redding. (1:13-14)

Zelf roept Joel ook tot God. (1:19-20)

Waarom noemt Joel specifiek dronkaards en wijndrinkers (1:5)? Hij gaat daar in zijn eerste hoofdstuk niet verder op in, maar misschien later?  En geeft hij hier al een hint, dat de plaag die Israel heeft getroffen een straf van God is op het gedrag van het volk?  In 1:18 lezen we dat zelfs kudden kleinvee  moeten boeten.  Suggereert dit dat het gaat om straf?

Ook zegt Joel cryptisch, "De Dag van de HERE is nabij, en hij zal komen als een verwoesting van de Almachtige". (1:15)  Als je verder niets zou hebben gelezen zou je kunnen denken dat

  1. Joel misschien de sprinkhanenplaag die er nog niet is, maar die hij profetisch ziet, aankondigt, en dat hij de komende plaag de Dag des HEREN noemt?
  2. Of de plaag is er al en hij voorziet dat het nog veel erger wordt?
  3. Of de plaag doet hem beseffen dat er een heel andersoortig oordeel van God nabij is?

Wat gaat Joel ons hier nog meer over zeggen?

Overigens, Joel heeft een pre-moderne visie op de natuur.  De grond treurt (1:10) en zelfs de dieren van het veld schreeuwen tot God. (1:20) Deze pre-moderne visie op de natuur is logisch - zo spreekt de hele bijbel over de schepping.

Geen opmerkingen: