vrijdag 25 juli 2008

Welke boeken zijn Gods Woord? Polycarpus


Polycarpus, bisschop van Smyrna, werd op 23 februari 156 na Chr. ter dood gebracht in Rome. Hij was toen 86 jaar oud. Een aardig filmpje over Polycarpus en zijn dood kunt u hier vinden.

Irenaeus groeide op in Smyra als leerling van Polycarpus en werd in de tweede helft van de tweede eeuw bisschop van Lyon. Hij zegt dat Polycarpus een leerling van de apostel Johannes was. Polycarpus zou naast Johannes meer mensen hebben gekend die de Heer Jezus hebben ontmoet bij diens leven. Polycarpus heeft ook bisschop Ignatius van Antiochie ontmoet toen die via Smyrna voor zijn terechtstelling naar Rome werd gevoerd.

Tegen het eind van zijn leven bezocht Polycarpus Rome, waar hij met bisschop Anicetus overleg voerde over zaken als de juiste datum voor de paasviering. Polycarpus en de oosterse kerken vierden dat op de Joodse feestdag, terwijl in het westen een zondag als datum werd aangehouden. Tot overeenstemming kwamen ze niet, maar Polycarpus werd door Anicetus gevraagd de eucharistie te vieren tijdens dat bezoek, om de broederlijke eenheid van de kerk van die tijd te onderstrepen.

Van Polycarpus is alleen een brief aan de kerk in Philippi over. Die hangt aan elkaar van citaten van de geschriften van het Nieuwe Testament en de brieven van Clemens en Ignatius. De brief is waarschijnlijk tussen 120-140 na Chr geschreven. Ignatius is al ter dood gebracht: Polycarpus verwijst naar de gezegende Ignatius, Zosimus en Rufus, naast Paulus en de overige apostelen, als voorbeelden van gehoorzaamheid en volharding. [Polycarpus, 9:2]

In zijn brief zegt Polycarpus dat de gemeenteleden zich aan de priesters en diakenen moeten onderwerpen ‘als aan God en Christus’.[Polycarpus, 5:3] Dit is niet anders dan wat Ignatius al eerder in zijn brieven omderstreepte, maar Polycarpus legt er geen nadruk op zoals Ignatius. Polycarpus legt meer nadruk op de noodzaak van priesters en diakenen om heilig te leven. Dat is wellicht vanwege een concreet probleem in Philippi: Daar was een priester Valens, die zich had misdragen met geld; hij was klaarblijkelijk niet langer een priester. Polycarpus wijst op hem om te tonen wat de geldzucht voor kwaads kan aanrichten. [Polycarpus, 11:1-2]

Polycarpus citeert enkele teksten uit de brief van Paulus aan de Efeziers en 2 Timotheus, en uit de Openbaring van Johannes, en noemt dat ‘de schriften’. [Polycarpus, 12:1] Begon zich dus al duidelijker af te tekenen dat de kerk niet alleen het Oude Testament maar ook de apostolische brieven als Woord van God ging aanvaarden?

Over Paulus en diens gezag zegt Polycarpus dat niemand ‘de wijsheid van de gezegende en glorieuze Paulus kan bereiken, die, toen hij bij u was van aangezicht tot aangezicht met de mannen van die tijd, nauwkeurig en met gezag het woord der waarheid onderwees, en die, bij zijn afwezigheid, aan u brieven schreef die, door de studie ervan, u in staat stellen uzelf op te bouwen in het geloof’. [Polycarpus, 3:2]

De meeste delen van de brief van Polycarpus zijn in Grieks beschikbaar. Een klein deel bestaat alleen in Latijn. In dat deel, hoofdstuk 13, zegt Polycarpus: ‘Zowel jullie als Ignatius hebben me gevraagd om uw brief (welke bedoeld is, is niet duidelijk) naar Syrie te laten brengen’. In Syrie was Ignatius oorspronkelijk bisschop. Op verzoek van de gemeente stuurt Polycarpus ook alle brieven van Ignatius die hij bezit mee, als aanhangsel aan zijn eigen brief. Dat juist Polycarpus kopien van deze brieven bezat was geen toeval. Ignatius schreef de meeste van zijn brieven vanuit Polycarpus’ stad Smyrna; misschien verbleef Ignatius daar vrij lang, en had Polycarpus dus ook veel gelegenheid tot contact met zijn mede-bisschop.

Het is maar de vraag of dit Latijnse deel van de brief bij de rest hoort. Was het misschien een overblijfsel van een eerdere brief van Polycarpus? In dat Latijnse gedeelte vraagt hij om meer informatie over Ignatius en degenen die bij hem zijn. Dat lijkt erop te duiden dat Ignatius nog in leven was toen Polycarpus deze vraag stelde, terwijl hij eerder in zijn brief aangaf te beseffen dat hij was gedood. De vraag naar Ignatius kan ook duiden op interesse in hoe de laatste dagen van Ignatius waren geweest; die interesse was niet vreemd, want van de marteldood van Polycarpus zelf hebben we ook een uitgebreid verslag. Als Polycarpus met zijn vraag inderdaad doelde op de details van de dood van Ignatius, moeten we vermoeden dat deze brief toch wel vroeg gedateerd moet worden, wellicht rond 120 na Christus.

1 opmerking:

John Miller zei

Een link: http://www.christianitytoday.com/history/special/131christians/polycarp.html