Toen Polycarpus in Smyrna ter dood werd gebracht, schreef iemand uit die kerk (Marcion) namens de kerk een samenvatting van de gebeurtenissen voor de kerk in Philomelium. Die kerk had om een uitgebreid verslag gevraagd.[Martelaarschap van Polycarpus (MvP), opschrift en 20:1] Dit verslag dateert zonder twijfel van kort na dit martelaarschap dat viel op 23 februari 155 na Chr.
Opvallend in het verslag vind ik de volgende zaken.
De kerk wordt ‘heilig’ en ‘katholiek’ genoemd [MvP, opschrift, en 8:1, 16:2, 19:2], en dat begrip ‘katholiek’ wordt meestal gebruikt in combinatie met een uitspraak over de kerk die overal ter wereld bestaat. Ignatius gebruikte dit begrip op een soortgelijke manier - zie een eerder posting over het begrip 'katholiciteit' (mei 2008).
Polycarpus wordt genoemd ‘een apostolische en profetische leraar en bisschop […] want elk woord dat hij sprak werd vervuld en zal worden vervuld’.[MvP, 16:2]
De kerk in Smyrna was ook zorgvuldig met duidelijk te maken dat Jezus Christus wordt ‘aanbeden als de Zoon van God; maar we houden van de martelaren als leerlingen en navolgelingen van de Heer, wat ze ook verdienen vanwege hun onvergelijkelijke trouw aan hun Koning en Leraar. Moge het ook ons gegeven worden om hun deelgenoten en medeleerlingen te worden.’[ MvP, 17:3] De schrijver zegt ook dat ‘allen verlangen om zijn [dus: Polycarpus'] martelaarschap te imiteren, aangezien het overeenkomstig het evangelie van Christus was’,[MvP, 19:2] en wenst ‘dat we in zijn voetstappen worden bevonden te zijn in het Koninkrijk van Jezus Christus’.[MvP, 22]
Martelaarschap wordt dus als een zeer nobele zaak gezien, hoewel men het beslist niet moet zoeken, ‘dat is niet het onderwijs van het evangelie’. [MvP, 4]
De gemeente in Smyrna nam ‘de botten [van Polycarpus], kostbaarder dan edelstenen en fijner dan goud, en [we hebben die] bewaard op een geschikte plaats. En daar, voor zover dat mogelijk is, komen we samen in vreugde en blijdschap en we vieren de geboortedag van zijn martelaarschap, zowel ter nagedachtenis aan hen die hebben gestreden in vroeger tijden, en als oefening en training voor hen die dat in de toekomst zullen doen.[MvP, 18:2-3]
We zien dus in deze eerste authentieke brief van de kerk die via Polycarpus en de apostel Johannes rechtstreeks op Christus teruggaat, de eerste ontwikkeling van het liefhebben van martelaren, met inbegrip van het bidden bij hun overblijfselen.
In de brief van de kerk in Smyrna staat dit gebed dat Polycarpus zou hebben gebeden kort voor zijn marteldood. Ik laat het maar even in het engels staan:
Lord God Almighty, Father of your blessed and beloved child Jesus Christ, through whom we have received knowledge of you, God of angels and hosts and all creation, and of the whole race of the upright who live in your presence: I bless you that you have thought me worthy of this day and hour, to be numbered among the martyrs and share in the cup of Christ, for resurrection to eternal life, for soul and body in the incorruptibility of the Holy Spirit. Among them may I be accepted before you today, as a rich and acceptable sacrifice, just as you, the faithful and true God, have prepared and foreshown and brought about. For this reason and for all things I praise you, I bless you, I glorify you, through the eternal heavenly high priest Jesus Christ, your beloved child, through whom be glory to you, with him and the Holy Spirit, now and for the ages to come. Amen.
2 opmerkingen:
Boeiend te lezen over die oude getuigen. Polycarpus herinner ik me nog goed uit de verhalen van de 5e klas van de lagere school. We kregen toen één maal per week kerkgeschiedenis.
Misschien wacht er voor jou een docentschap op dit gebied? Er is een nieuwe tweejarige opleiding in Ede. Ga er eens langs zou ik zeggen.
Je punt is ook wel duidelijk. Wat evangelischen maar 'traditionele ballast' vinden, zat feitelijk al vroeg verweven in de genetische structuur van de algemeen christelijke kerk (AKK), of zoiets...
ik probeer niet zozeer een punt te maken maar te leren. Te lang heb ik de zeer oude kerk genegeerd - alsof na de bijbel Luther kwam ;-)
En ik vind die eerste eeuw na het Nieuwe Testament zeer boeiend. Het feit dat de kerkleiders duidelijk het absolute gezag van de apostelen erkennen, betekent lijkt me dat de kans niet erg groot is dat ze dingen leerden of organiseerden die tegen de ethos van die apostelen ingingen.
Dus kan je gerust zeggen dat Ignatius, Clemens, Polycarpus etc in hun theologie en organisatie van de kerk, in het apostolische spoor zaten. Bovendien waren er intussen al duizenden mensen die de apostele ook gekend hadden - die hadden de kerkleiders natuurlijk tegengesproken als die een verkeerde koers inzetten.
Dus denk ik dat ik een aantal van mijn opvattingen maar eens stevig onder de loupe moet nemen, in het licht van de kerkvaders...
Een reactie posten