zaterdag 24 juni 2017

Geef ons heden ons “dagelijks” brood (Mat 6:11, Luk 11:3)


In het gebed dat Jezus zijn discipelen leerde bidden, het zogenaamde “Onze Vader”, leren we te bidden: “geef ons heden ons dagelijks brood.”

Dit woord 'dagelijks' is problematisch. Er wordt namelijk een uniek Grieks woord gebruikt, namelijk ἐπιούσιον [epi-oesion, klemtoon op de ‘oe’]. Dat woord komt verder nergens in de bijbel voor, en ook niet in de Griekse literatuur.

De meeste bijbelvertalingen houden het erop dat het wellicht ‘dagelijks’ betekent. Als het die betekenis heeft, is het vreemd dat dit eigenaardige woord is gebruikt, want voor ‘dagelijks’ gebruikt het Grieks, ook in het NT, het woord ἡμέρᾱν [hemeran].

Een van de eerste vertalers van het Griekse NT was Hieronymus; in 382 of daaromtrent vertaalde hij het Griekse ἐπιούσιον in het Latijn als supersubstantialem in Matheus 6:11, en als quotidianum [dagelijks] in Lukas 11:3.

Wat zou ἐπιούσιον kunnen betekenen? Er wordt van alles over gezegd, maar ‘dagelijks’ wordt door de meeste geleerden aan de kant geschoven. Het woord bestaat uit twee delen, epi en ousia. Dat laatste betekent, zoals Hieronymus vertaalde, inderdaad substantia in Latijn; in Nederland is het: essentie, wezen. Epi betekent super, of boven, dus Hieronymus’ supersubstantialem is niet vreemd.

In dat geval zou het niet om gewoon brood gaan, maar om bovennatuurlijk brood? Als ik de litrugie van de eucharistie vier, bidden we het OnzeVader. Ik heb vaak de neiging om bij de woorden ‘geef ons heden ons dagelijks brood’, het brood van het altaar omhoog te willen houden. Ik ben trouwens in goed gezelschap, ook de theoloog en paus Benedictus XVI meent dat Jezus' woorden naar de viering van de eucharistie verwijzen.  


Wikipedia heeft een goed artikel over het woord ἐπιούσιον , zie https://en.wikipedia.org/wiki/Epiousios.

Geen opmerkingen: