zondag 15 januari 2017

Eucharistie, de Seder maaltijd, en heidense feesten

Natuurlijk is er een relatie tussen de Joodse seder-maaltijd en de christelijke Eucharistie, of Avondmaal. Maar hoe die relatie is, is niet erg duidelijk.  Enerzijds, het is duidelijk dat Jezus en zijn discipelen het Pascha vierden en dat Jezus toen de Eucharistie instelde.

Maar hoe dat Pascha anno 33 AD werd gevierd, is niet zo duidelijk.  De Joodse Mishnah beschrijft anno 200AD hoe Joden hun complexe seder-maal vierden, maar was dit al zo complex toen Jezus het vierde? Was er een universele manier waarop Joden het vierden? De latere rabbijnse beschrijving is misschien wel mede een reactie op hoe christenen hun Eucharistie vierden.















Het is dus misleidend om de vroeg-christelijke viering van de Eucharistie te zien als een soort christelijke versie van hoe het Jodendom anno 200AD (of heden ten dage) het seder vierde. Dat is anachronistisch. Jezus en zijn leerlingen, en ook de vroege kerk, vierde niet het Joodse seder-maal zoals dat vandaag wordt gevierd. En voor de goede orde, natuurlijk ook niet de Eucharistie zoals die door Anglicanen, Katholieken, Orthodoxen of de Vergadering van Gelovigen wordt gevierd.

In het Jodendom was de seder-maaltijd natuurlijk de maaltijd par excellence - ingesteld door Mozes zelf. Er waren echter ook andere maaltijden die misschien inspiratie voor de christelijke Eucharistie vormden.  De Qoemraan gemeenschap vierde liturgische maaltijden (met sterke nadruk op het eeuwig maal in het Koninkrijk van God) en ook gewone joodse maaltijden hadden een zeker liturgisch karakter; de Mishnah beschrijft de zegeningen die bij het eten moesten worden uitgesproken.

Er is dus wel een relatie tussen de christelijke Eucharistie en de Joodse maaltijden - Jezus en de discipline waren Joden.  Maar die parallellen 'geven geen antwoorden op de vragen van hoe of waarom de volgelingen van Jezus aten terwijl ze nadachten over zijn aanwezigheid en belofte', aldus McGowan in Ancient Christian Worship (Baker Academic), p. 25.  'De Eucharistie ontwikkelt zich in dezelfde wereld als deze [joodse] vormen, [...] maar ontwikkelt zich ernaast, meer dan slechts daaruit.'

McGowan beschrijft kort hoe in alle culturen ten tijde van Jezus, gezamenlijke maaltijden een ritueel-liturgisch karakter hadden.  Alles had een religieus in die tijd; vlees was geofferd - denk aan hoe nog steeds alle vlees in de moslimwereld automatisch een zeker religieus kenmerk heeft door de rituele manier van slachten - en na het eten werden drankoffers gebracht aan de goden, of de keizer, alvorens de wijn ook in de kelen vloeide.

Dat christenen dus, net als Joden en mensen van andere culturen, een gezamenlijke maaltijd vierden, werd als normaal gezien.  Vreemd aan de christenen was dat ze hun dank brachten aan een gekruisigde Heer, en niet aan de frivole goden of de machtige keizer. En ze eindigden de maaltijd niet ladderzat zoals gebruikelijk bij de heidenen.

Tertullianus schreef rond 200AD:
We gaan niet aanliggen voordat we eerste het gebed tot God hebben gesmaakt; er wordt genoeg gegeten om de honger te stillen; er wordt slechts zoveel gedronken als betamelijk is voor wie kuis zijn.  Ze worden verzadigd als hen die weten dat ze God zelfs in de nacht moeten prijzen; ze spreken als mensen die weten dat God meeluistert. Na het water voor het wassen van de handen, en de lichten [die worden aangestoken], wordt ieder uitgenodigd om in het openbaar voor God te zingen uit de heilige schriften of naar zijn eigen bekwaamheid; op die manier wordt getest hoe mensen gedronken hebben.  En het feest wordt met gebed besloten. (Apol. 39.17-18)
Deze woorden van Tertullianus laten zien dat de christelijke maaltijd door de heidenen werd herkend - zo vierden ook zij hun maaltijden. Maar Tertullianus wijst op een voornaam onderscheid.  Christenen worden niet dronken maar richten zich op God.

Geen opmerkingen: