In 1873 werd in de bibliotheek van een klooster in Istanbul de
Didache gevonden door Philotheos Byrennios; de schrijvers in de oude kerk noemden dat document, maar niemand hield er rekening mee dat het ooit nog zou worden gevonden. Didache betekent
leer, of onderwijs. De complete titel van het boekje is
Leer van de 12 Apostelen. Het is een machtig interessant document van de oude kerk.
Het boekje is moeilijk te dateren. De meeste geleerden dateren heb boekje ergens tegen het eind van de eerste eeuw, hoewel sommigen het zo vroeg als rond het jaar 50 na Chr. and anderen het tegen het eind van de tweede eeuw dateren. Zie
HIER.
Hier vind je de
gehele Didache in het ENGELS.In het eerste deel van de Didache wordt ons de weg van het leven en de weg van de dood voorgehouden; daarin wordt de christelijke moraal zoals die historisch bekend is, gepresenteerd. Veel interessanter vind ik het tweede deel van het boekje. Er bestaan nogal wat Nederlandse vertalingen, maar die heb ik niet bij de hand. Dus hier mijn eigen vertalingen via het Engels:
6:3 ‘Wat voedsel betreft, onderhoudt de tradities zo goed u kunt, maar zorgt er zeker voor dat u zich onthoudt van alle vlees dat aan de afgoden is geofferd, want dat vertegenwoordigt de verering van dode goden.’
7:1-4 gaat over de doop. De doop wordt toegepast nadat aan de dopelingen eerst de christelijke leer is onderwezen. Er wordt gedoopt ‘in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, in stromend water. Maar als er geen stromend water is, gebruik wat voorhanden is. En als u geen koud water kunt gebruiken, gebruik dan warm. En als u geen van beide hebt, giet dan water over het hoofd, driemaal, in de naam van Vader, Zoon en Heilige Geest. En voorafgaand aan de doop moeten degene die de doop toedient zowel als de dopeling, vasten, samen met de anderen die dat kunnen. En weest er zeker van dat degene die wordt gedoopt, een of twee dagen van tevoren vast.’
8:1 Vasten moet niet plaatsvinden op dezelfde dagen ‘als de hypokrieten [Joden dus], die vasten op maandag en donderdag. Jullie moeten vasten op woensdag en vrijdag.’
8:2-3 De Didache adviseert driemaal daags het Onze Vader te bidden.
9:1-10:8 Dit is een prachtig gedeelte dat duidelijk een bestaande tekst is die werd gebruikt bij de Eucharistie al voordat de Didache dit opnam. In een volgende posting geef ik dat integraal weer, vanwege de betekenis.
11:3-12 gaat over hoe om te gaan met rondreizende apostelen en profeten. Apostelen mogen niet langer dan een of twee dagen blijven. Apostelen moeten niet meer dan brood voor hun reis naar de volgende bestemming krijgen. Als ze drie dagen of langer blijven of om geld voor zichzelf vragen, zijn ze blijkbaar valse profeten. De woorden apostel en profeet werd blijkbaar uitwisselbaar geacht. Valse profeten zijn kenbaar aan hun verkeerde levensstijl; mensen moeten wel erg oppassen dat ze de in de geest gesproken woorden van een echte profeet niet van kritiek voorzien, want dat is een onvergefelijke zonde.
13.1-7 Als een ware profeet zich wil vestigen bij een gemeente, moet die gemeente in zijn levensonderhoud voorzien, net zoals het goede leraren moet onderhouden. De profeten ‘zijn als uw hogepriesters’. Als er geen profeten zijn, moeten de gelovigen toch hun eerstelingen geven, maar dan voor de armen.
14:1-2 ‘En wanneer u samenkomt, telkens op de Dag des Heren, breekt dan brood en geef dank [eucharistie]. Maar belijdt eerst uw zonden zodat uw offer zuiver is. En laat niemand die een ruzie heeft met zijn vriend meedoen totdat ze verzoend zijn, opdat uw offer niet wordt ontheiligd.
15:1-2 Stel voor uzelf bisschopen en diakenen aan die de Here waardig zijn […] Want ze vervullen voor u de taak van profeten en leraren. Minacht ze daarom niet, want ze zijn eerbare mannen onder u, samen met de profeten en leraren.’