donderdag 24 juli 2014

Brieven van Cyprianus - Brief 3 - Een opstandige diaken


Deze derde brief van Cyprianus is gericht aan de oude bisschop Rogatianus.

Probleem in de brief, Rogatianus heeft aan Cyprianus (en andere bischoppen?) een brief gestuurd waarin hij zich beklaagd over een diaken die hem belaagd en die de taken die bij zijn eigen ambt horen niet uitvoert. Een aantal bisschoppen besprak de brief met Cyprianus die nu het antwoord stuurt. (1.1)

Cyprianus schrijft dat Rogatianus ‘eervol en met zijn gebruikelijke waardigheid’ heeft gehandeld door de klacht aan Cyprianus c.s. voor te leggen. Gezien zijn bisschoppelijk zetel (Latijn: cathedra) had hij de diaken ook gewoon meteen kunnen straffen, en Cyprianus verzekerd de oude bisschop dat zijn collega's hem zouden hebben gesteund. (1.1)

Iemand die geen priester is maar zich met hem gelijkstelt, zondigt tegen de geboden in de bijbel, argumenteert Cyprianus met een paar bijbelse voorbeelden. God is het die priesters maakt, en Hij beschermt ze. (1.2)
Cyprianus laat zien dat toen de priester Samuel werd gehoond vanwege diens leeftijd, ‘zoals jou nu is gebeurd’, God het voor hem opnam. ‘Ze hebben niet jou maar mij geminacht’, zegt God. (1.2)

Cyprianus laat verder met teksten uit het OT en NT zien dat priesters eer moeten ontvangen. (2.1)

Jezus bleef tot de dag van zijn kruisiging de leiders van zijn volk met respect behandelen. En toen hij een melaatse reinigde, gaf Hij hem opdracht naar de priester te gaan om het juiste offer te brengen. En dat, zegt Cyprianus, terwijl zulke priesters heiligschenders waren. Jezus toonde zelfs slechte priesters respect, ‘zodat echte priesters hun volle en gerechtvaardigde eerbied zouden ontvangen.’ (2.2)

'Diakenen moeten […] in gedachten houden dat het de Heer was die apostelen aanstelde, dat wil zeggen, bisschoppen en aangewezen leiders, terwijl het de apostelen waren die, na de hemelvaart van onze Heer, diakenen bevestigde om de Kerk te helpen en henzelf in hun ambt van bisschop. Zijn we werkelijk in een positie om te rebelleren op enigerlei wijze tegen God die ons bischoppen maakte? Evenzo, is het mogelijk voor diakenen om te rebelleren tegen ons die hen diakenen maakten?' (3.1)

De diaken moet penitentie doen op een manier die zijn eerbied voor de bisschop toont en hij moet het nederig goedmaken met zijn bisschop. (3.2)

In het gedrag van deze diaken, namelijk in zichzelf behagen en hun bisschop met arrogante minachting behandelen, ligt volgens Cyprianus ‘de oorsprong van ketters, de bron voor de aanvallen van kwaadaardige scheuringmakers.’ (3.2) ‘Hierdoor verlaten mensen de kerk, ze zetten een onheilig altaar op buiten de kerk, en ze rebelleren tegen de vrede van Christus en de “establishment” en de eenheid die God heeft aangewezen.’ (3.2)

Rogatianus wordt geadviseerd de diaken uit zijn ambt te zetten of te excommuniceren als hij doorgaat met zijn gedrag. Rogatianus moet zich niet laten minachten om zijn hoge leeftijd, zegt Cyprianus namens al zijn collega's. (3.3)

De diaken krijgt steun van een andere man, een leek. Rogatianus heeft ‘de macht om hem te dwingen (Latijn: coercere) of hem te excommuniceren’. (3.4)

Maar veel beter is als ze hun overtreding toegevend en de zaak goed maken. Het is beter voor ons, bisschoppen, om door ons vriendelijk gedrag het wangedrag van enkelingen te overwinnen, dan dat we op basis van onze bisschoppelijke volmacht, straffen uitdelen.(3.4)

Opmerkingen: 
  • De heftige manier waarop Cyprianus reageert is wellicht een aanwijzing voor een datum na de vervolging door Decius (na 251) omdat Cyprianus zelf toen met wat opstandige geestelijkheid te maken kreeg.
  • De hierarchie in de visie van Cyprianus is duidelijk. God stelde bisschoppen aan, de bisschoppen stellen (priesters en) diakenen aan. De opstandige diaken moet zich dus onderwerpen. Als hij dat niet doet kan de bisschop hem zijn diaconaat ontnemen en excommuniceren. 
  • Opvallend dat Cyprianus de apostelen zelf als de eerste bisschoppen ziet. 
  • De diaken is de dienaar van de bisschop - niet van de priester.
  • Na veel gezegd te hebben over dit recht van de bisschop en de noodzaak van de diaken om zich te onderwerpen, zegt Cyprianus dat het wel beter is om de diaken met vriendelijkheid te winnen. Is dit omdat het gevaar van schisma te groot is? 
  • Het is duidelijk dat in de tijd van Cyprianus onenigheid in de kerk wel vaker tot ketterij en schisma leidt - tot het beginnen van een nieuwe kerk met een onheilig altaar. Voor Cyprianus is de eenheid van de kerk van groot belang.
  • Hoe de leek die met de diaken kan worden gedwongen om zich aan het bisschoppelijk gezag te onderwerpen is onduidelijk. De straf voor een diaken is waarschijnlijk dat hij zijn diaconaat kwijtraakt en weer leek wordt?
  • Het lijkt of een deel van de kritiek op bisschop Rogatianus te maken had met zijn hoge leeftijd. Misschien was hij niet meer zo actief?
  • Cyprianus reageert op de brief van Rogatianus in consultatie met een aantal andere bisschoppen. Bij het bespreken van een kwestie van het bestraffen van een diaken was wellicht geen diaken (of priester) gewenst.
  • Er lijkt bij Cyprianus een verband tussen het handhaven van de hiërarchie en het bewaren van de eenheid van de kerk. Hierin stemt Cyprianus overeen met Clemens van Rome en Ignatius van Antiochia. 
  • Opvallend is dat Cyprianus het oudtestamentische priesterschap gelijkstelt aan de priesters in de kerk. 
  • Cyprianus kan voor een aanklacht tegen bisschoppen het voorbeeld van priesters in het OT en NT gebruiken omdat de opstandige diaken geen priester is, maar de bisschoppen zijn wel priesters. Bovendien gebruikt Cyprianus de vergelijking met priesters in OT en NT ook om te laten zien dat opstand tegen de door God gegeven hiërarchie in het algemeen, straf verdient en dat die straf soms zelfs direct door God wordt uitgevoerd.
Voor deze bespreking heb ik gebruik gemaakt van The Letters of St Cyprian Volume 1 (Letters 1-27) door G.W Clarke (Newman Press, New York, 1984). Dit is deel 43 van de serie Ancient Christian Writers.

3 opmerkingen:

Paul Miller zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Paul Miller zei

Maar bij Cyprianus zien we wel een omslagpunt in de oude kerk over de positie van de bisschop. Het is dus minder de vroege kerk die spreekt, dan wel Cyprianus van Carthago met een persoonlijke invulling en theologie. De minst rekkelijke of them all. Populair gezegd; hij was gewoon een drammer. Zijn visie is gaandeweg wel leidend geworden. Onze vraag moet natuurlijk zijn of zijn vergelijking met het OT priesterschap wel juist is. Ik denk dus van niet.

Unknown zei

mee oneens. in de vroege kerk waren ontwikkelingen gaande -= heel organisch. tussen 150-250 werden de kerken in de steden van t romeinse rijk groter, dus er veranderde iets in manier waarop de kerk zich organiseerde. Daarin was Cyprianus geen leider. Hij was wel een populaire schrijver, en van hem is veel bewaard. Dat wil niet zeggen dat hij zelf grote veranderingen teweeg bracht. integendeel, hij staat juist bekend als de meest conservatieve leider en theoloog. hij wilde juist niks veranderen.

ik ben het ook niet eens met de vergelijking die hij maakt tussen OT priester en NT presbyteroi. Geen handige zet denk ik.