De Egyptische bevolking stemde deze week over een nieuwe grondwet. Dat het leger, net zoals onder Moebarak, meer macht krijgt en Egypte opschuift naar een dictatuur, maakt de bevolking niets uit, zegt Jos Strengholt (54), anglicaans priester in Cairo.
“Democratie interesseert mensen hier minder dan stabiliteit. Stabiliteit is de nieuwe afgod in Egypte”, zegt Jos Strengholt. “De gemiddelde Egyptenaar heeft spijt van de afgelopen drie jaar. Ze zijn blij dat Moebarak weg is, maar verlangen terug naar een soortgelijk regime dat rust brengt. Het toerisme is ingezakt, niemand investeert nu in Egypte, behalve ideologisch gemotiveerde Golfstaten. Mensen willen terug naar een gezonde economie. Als je je baan kwijt bent, is democratie minder waard dan het geld dat je in je zak hebt.”
‘De vrije hand’
Het leger onder leiding van generaal Abdul Fatah al-Sisi zorgt sinds juli voor relatieve rust en veiligheid in het land, nadat het president Morsi van de Moslimbroederschap had afgezet. Volgens Strengholt vindt de bevolking al-Sisi de enige man die in staat is om Egypte te leiden. Dat het land daarmee terugkeert naar een autocratisch regime deert de bevolking volgens Strengholt niet. “Het was hier al een dictatuur. De meerderheid kiest voor al-Sisi. De bevolking geeft het leger de vrije hand om het land weer stabiel te maken.”
‘Het compromis’
De nieuwe Egyptische grondwet is geschreven door een commissie van vijftig personen uit alle lagen van de samenleving, en ook de koptische Kerk heeft daarbij een actieve rol gespeeld, vertelt Strengholt. “Voor christenen wordt de situatie met de nieuwe grondwet beter dan drie jaar geleden voor de opstand.” In de nieuwe grondwet staat dat het islamitisch recht, de sharia, als inspiratiebron dient, maar dat het niet de basis is voor wetgeving, zoals onder de Moslimbroeders. “Omwille van het compromis refereert de nieuwe grondwet aan de islam als staatsgodsdienst, zonder aan te geven wat er in de praktijk mee gedaan wordt.” Hoewel dat voor veel radicale moslims veel te vaag is, stellen de salafisten zich wel achter de grondwet. Strengholt: “Zij zijn uitermate pragmatisch. Nu de Moslimbroederschap verboden is, omdat die een terreurbeweging is, zien zij dit als kans om in het nieuwe Egypte steun te krijgen van voormalig aanhangers van de Broederschap. Deze salafisten zijn niet als terreurgroep bestempeld en kunnen bovengronds functioneren. De Moslimbroeders zullen een ondergrondse beweging blijven. Mensen willen graag meedoen met de winnaars en de Moslimbroeders worden nu als losers beschouwd. De meelopers lopen nu weer achter al-Sisi aan.”
‘Bij de beesten af’
Strengholt merkt op dat de kracht van de overheidscampagne om de mensen vóór de nieuwe grondwet te laten stemmen, “bij de beesten af” is geweest. “Steden zijn behangen met posters met ja voor de grondwet. Mensen die posters wilde ophangen tegen de nieuwe grondwet werden gearresteerd. Alle kranten stonden vol met een ja voor de grondwet. Er is veel pressie uitgeoefend om voor te stemmen.”
Volgens Strengholt heersten er tijdens het referendum over de nieuwe grondwet de nodige spanningen over de vraag of de aanhanger van de Moslimbroederschap de stembusgang niet onmogelijk wilden maken. Hij zegt dat “zo’n 160.000 soldaten” de stemlokalen in de steden beveiligden. “Ook vlogen er helikopters laag over de huizen. De overheid probeerde de tegenstanders te intimideren.”
‘Dat nooit meer’
Circa 54 miljoen Egyptenaren mochten deze week hun stem uitbrengen. De beelden op tv lieten zien dat velen daar ook gebruik van maakten. “De meerderheid wil dolgraag ja zeggen tegen de nieuwe grondwet. In zekere zin weten velen niet eens wat de nieuwe grondwet inhoudt. Het referendum werd
vooral gezien als een ja tegen al-Sisi en het leger om de touwtjes in handen te houden. Er zijn genoeg mensen die niets hebben met al-Sisi en zijn bewind, maar die toch enthousiast zijn over de nieuwe grondwet. De rechten van de burgers en ook van minderheden zijn in deze grondwet duidelijker gewaarborgd dan in de grondwet van de Moslimbroederschap. Bij veel mensen heerst de angst dat er weer zoiets als de Broederschap aan de macht zou kunnen komen. Dat willen de mensen nooit meer.” (PB)