maandag 2 juni 2008

Het primaat van het onbevangen geloven

.
Hoe verhouden zich bijbel, traditie en verstand? Dr. Henry Vander Goot (geb. 1946) zegt daarover interessante dingen in zijn boekje Onbevangen Verstaan – Over de werkelijkheid van de theologie (Amsterdam, 1987). Dit boekje, uitgegeven door Buijten & Schipperheijn samen met de Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte, heet in het engels: Interpreting the Bible in theology and the church. Die titel maakt duidelijk waar het de schrijver om gaat. De man is buitengewoon Calvinistisch in zijn overtuigingen, anders zou hij niet sinds 1982 hoogleraar aan Calvin College (Grand Rapids, Michigan) zijn verbonden.

Stelling van Vander Goot is: ‘Het christelijk verstaan van het bijbelverhaal vindt plaats in de context en traditie van de christelijke geloofsgemeenschap en de wijze waarop het verstaan wordt is direct en onbevangen.’(p. 10). Hij bedoelt daarmee te zeggen dat theologische wetenschap secundair is vergeleken met het primaat van het ‘onbevangen verstaan’ door de gelovigen. Maar let erop, dat verstaan vindt plaats 'in de context en traditie van de christelijke geloofsgemeenschap'.

‘Het is niet nodig te ontkennen dat de bijbel uitgelegd wordt door de gemeenschap waarin hij gelezen wordt en waarin hij gebruikt wordt om bepaalde handelingen te autoriseren en te rechtvaardigen. In de christelijke geloofsgemeenschap bestaan bepaalde gebruiken, belijdenissen en zelfs instellingen die de onmiddellijke context vormen waarbinnen men de bijbeltekst leest en zich toe-eigent.’(p. 37)

Vander Goot stelt dan de vraag wat de relatie is tussen de zin van de bijbeltekst en de manier waarop de Bijbel in de geloofsgemeenschap functioneert. ‘Het debat over deze vraag is al honderden jaren oud. We zijn allen bekend met het Schrift-en-Traditie schema van het klassieke katholicisme.’(p. 37)

Dit is de conclusie van Vander Goot: ‘Tenslotte houdt deze beschouwing de prioriteit van de Schrift boven de kerk in. In het licht van deze prioriteit beschouwd is de geschiedenis van de kerk […] de geschiedenis van de "interpretatie" van de Bijbel. De traditie van de kerk is daarom van belang omdat zij, als het goed is, de uitwerking van de Bijbel in concreto door de christelijke gemeenschap is. Hoewel de christelijke traditie natuurlijk niet de Bijbel zelf is, kan zij wel bijbels, d.w.z. door de Bijbel bezield en gevormd zijn; en zo kan zij de traditie van ervaring zijn waarbinnen de Bijbel toepasbaar gemaakt werd. Verre van het principe van sola scriptura te willen ontkrachten, zouden we willen betogen dat welbeschouwd traditie het eigenlijke middel is waardoor dit principe het krachtigst wordt bevestigd.(p. 44)

Ik vind dit een werkbare benadering; ons begrijpen van de Bijbel en ons geloven groeien binnen de kerkgemeenschap en worden daardoor gevormd. Maar als ons begrijpen van de Bijbel gebeurt binnen de door traditie gevormde kerkgemeenschap, is het dan toch niet beter om te spreken over een voortgaande dialoog tussen Bijbel, onszelf als kerk-vandaag, en de kerkelijke traditie? Waarbij we voortdurend toelaten dat de Bijbel ons 'terugroept' als we af dreigen te dwalen? Maar aangezien ons begrijpen van de Bijbel plaatsvindt binnen die kerktraditie, eh eh... ik moet hier nog maar eens diep en lang over peinzen.

1) Hoe kan Vander Goot vasthouden aan sola scriptura als hij beweert dat het gelovig begrijpen van de bijbel binnen de kerkgemeenschap primaat heeft.
2) En is het dan niet juist de formeel door de kerk bewaakte traditie die zorgt dat de gemeente bij de les blijft en de Bijbel goed blijft lezen?
3) Zijn stelling is dat het gelovige kerkvolk de bijbel begrijpt op een directere manier dan de theoloog, omdat de gelovige ervaring direct is, en theologie indirect.... Alsof er geen correctie hoeft plaats te vinden? Of om het anders te zeggen:
4) De gelovigen vormen de kerk, de gelovigen geloven goed, de kerk en zijn traditie blijven dus ook goed gelovig. Dus is de gemeenschap van de gelovigen binnen de bedding van de kerk, per definitie de juiste gelovige gemeenschap? Eh?

Geen opmerkingen: