vrijdag 23 mei 2014

Hemelvaartsdag - hier op aarde is het niet


Zonder hemelvaartsdag geen evangelie. Maar bij de meeste kerken is de herinnering aan de hemelvaart van Jezus bepaald niet het meest populaire feest. Hier wat gedachten bij Jezus’ hemelvaart; ik preekte er vrijdag 23 mei over in St Michael and all Angels in Heliopolis, Cairo.

Bij Lukas 24:50-53, Handelingen 1:1-11

De discipelen zien hoe Jezus verdwijnt, en staren naar de hemel. Dat is ook de houding van nogal wat christenen: de leven alsof dit ondermaanse maar niks is en dat de eeuwigheid alles is waar het om zou moeten draaien. Die dualistische houding lijkt niet uit te roeien. Alsof onze wereld minder echt is, en minder van belang, dan de wereld van God. Alsof God met onze wereld niets van doen heeft.

Jezus zelf bad voor zijn hemelvaart, twee weken eerder. In Johannes 17:1-5 lezen we,
Jezus […] hief Zijn ogen op naar de hemel, en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke.[.] Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat U Mij gegeven hebt om te doen; En nu verheerlijk Mij, Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.

De hemelvaart van Jezus was dus een terugkeer; Jezus vraagt om de heerlijkheid te ontvangen die hij bij God had voordat de wereld bestond.

Voor Jezus naar de aarde kwam - met kerst - genoot hij het leven van de Drie-eenheid, in zuivere gemeenschap met liefde, vrede, vreugde. Geen wonder dat de discipelen, toen ze Jezus zagen ‘opstijgen’, in aanbidding neervielen.

Deze Heer is de koning der koningen; de hemelvaart is de troonsbestijging. Het hoofd van de kerk is niemand dan God Almachtig die ‘bestond’ voor de wereld was. En hij was, zo weten we uit veel andere bijbelgedeelten, degene die de wereld schiep.

Met de Vader en de Geest zat onze Heer Jezus op de troon en samen verheugden ze zich in het scheppen van onze wonderlijke wereld. Jezus lachte toen ze als team walvissen, apen, honden en katten maakten. Bergen, bloemen, en mensen. Onze Heer verheugde zich toen hij de zon, de maan en de sterren in hun banen plaatse.

Op hemelvaartsdag keerde de Schepper van de wereld terug naar zijn troon, om weer volledig in het leven van de Heilige Drie-eenheid te participeren. Om weer in de regiekamer van het universum te zitten.

Dit betekent niet dat de hemel belangrijker is dan de aarde. God kijkt niet neerbuigend naar onze aarde - Hij heeft het zelf allemaal met liefde gemaakt, en hij houdt alles in zijn hand zodat wat hij schiep niet instort.

Hij maakte ons mensen naar zijn beeld, als mensen die in gemeenschap leven. En hij plaatse ons in onze gemeenschappen, en in de ecosystemen waarvan we afhankelijk zijn.

Als God dat allemaal deed, met vakmanschap en liefde, dan zouden wij God wel eens kunnen mislopen als we niet evenveel zorg en liefde hebben voor de wereld waarin we leven. We moeten de wereld niet als een voorportaal voor de hemel zien, alsof de hemel belangrijker is. God maakte onze wereld, dus we kunnen er maar beter van houden en er voor zorgen.

Dus Jezus keerde terug naar zijn troon, en alles was weer bij het oude? Nee, niet echt. Want in de Drie-eenheid veranderde iets. Toen de Zoon van God met kerst werd geboren adopteerde hij het menszijn. Dat op zich onderstreept trouwens ook nog eens dat de tastbaarheid van het mensenleven en de aarde niet slecht zijn. Integendeel, als het intrinsiek slecht was zou God er niet kunnen wonen.

Na zijn dood en opstanding had Jezus weliswaar geen gewoon menselijk lichaam meer, maar hij had nog steeds een zichtbaar, tastbaar lichaam. De wonden in zijn handen en zijn zij konden nog steeds worden gezien en gevoeld.

En ook na zijn hemelvaart, bleef er iets tastbaars in Jezus: als Johannes een blik in de hemel krijgt ziet hij daar ‘een Lam, staande als geslacht’. (Openbaring 5:6) De wonden van Jezus zijn blijkbaar zelfs in de hemel niet weg.

Toen Jezus naar zijn troon terugkeerde, adopteerde God in de hemel iets menselijks in zich. Hoe? Wie weet, ik niet. Maar Jezus bracht iets menselijks in God en dat is voor ons een sterke aanwijzing dat onze aarde niet slecht is: God heeft het omarmd. Hij heeft het liefdevol in zich opgenomen. We moeten het dualisme - de wereld is niet belangrijk, het gaat om de hemel - dus verwerpen.

Het evangelie is, dat door Jezus Christus hemel en aarde verenigd zijn.

Johannes schreef een prachtige anti-dualistische brief; in 1 Johannes 1:1-4 lezen we,
Wat van den beginne was, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van het Woord des levens; (Want het Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen u dat eeuwige Leven, dat bij de Vader was, en ons is geopenbaard.) 3 Wat wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook u met ons gemeenschap zoudt hebben, en opdat onze gemeenschap ook zij met de Vader, en met Zijn Zoon Jezus Christus. En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap vervuld zij.

Johannes gebruikt termen als eeuwig leven, gemeenschap, vreugde. Dat zijn kwaliteiten uit het inwendige leven van de Heilige Drie-eenheid. Met hetzelfde gemak spreekt Johannes over het horen, zien en voelen van Jezus. God werd tastbaar.

Deze geweldige ‘hemelse’ kwaliteiten, liefde, vreugde, vrede, zijn voor ons beschikbaar geworden omdat God onze wereld omhelsde.

Johannes gaat in Openbaring 3:21 nog een stap verder, en zegt:
Wie overwint geef ik het recht om met mij op mijn troon te zitten, net zoals ik het overwonnen en met mijn Vader op zijn troon zit. 

Dit is de grote final van de hemelvaart van Jezus. Hij keerde terug naar de gemeenschap van de Drie-eenheid, maar hij trekt ook ons omhoog om deel te nemen aan die vreugde in God, op de troon. Dit is onze bestemming.

Maar die bestemming is geen ontsnapping aan de wereld waarin we leven. Want onze gemeenschap is met God die de wereld schiep, die de wereld verlost, die de wereld omhelst.

Hij houdt van uw dagelijks leven. Hij houdt van uw gebeden, maar ook van hoe u de vaat wast, hoe je de auto repareert, de tuin bijhoudt, zorgt voor de mensen om je heen, hoe je bij verkiezingen stemt, hoe je slaapt, hoe je eet.

Als de apostelen naar de hemel staren, komen een paar engelen ze vermanen. "Kijk niet zo naar de hemel. Jezus komt terug naar de aarde zoals hij nu wegging."  Ergo, je hebt op aarde werk te doen.  Dit is de wereld van God.

Een zevental slotconclusies:
  1. Hemelvaart doet ons beseffen dat Jezus Heer is; hij regeert zijn kerk, en hij staat boven de wereld. Dat is troostvol: de Schepper en bestuurder van het heelal, heeft iets menselijk in zich. Hij zorgt voor ons. 
  2. Onze Trinitarische visie op God is niet een soort appendix, een lastigheid. Het is het hart van ons geloof. Alleen een Trinitarische visie op God maakt het mogelijk te geloven dat in God gemeenschap bestaat, en dat we daaraan kunnen deelnemen. 
  3. God adopteerde de mensheid in zichzelf en daarom hebben wij ook een zeer hoog respect voor ieder mens die we ontmoeten. 
  4. God zorgt voor onze wereld; hij maakte onze ecosystemen. Hij vraagt ons om evengoed voor onze wereld te zorgen. Het gaat God aan het hart. 
  5. Individualisme is een venijnig virus dat ons leven verziekt. God - een gemeenschap - maakte ons als mensen die in gemeenschap zijn geschapen. Hij betrekt ons in zijn goddelijke gemeenschap en we geven dat op aarde vorm door als christenen in het bijzonder en mensen in het algemeen in gemeenschap te leven. 
  6. In de gemeenschap der heiligen krijgen we een voorsmaak van het leven met God. De verwachting dat het later beter wordt, moet ons niet neerbuigend naar dit leven doen kijken. Juist omdat God alle dingen zal vernieuwen, hechten we grote waarde aan dit leven. Onze huidige leven is uitermate belangrijk voor God, en daarom moeten we er zuinig op zijn. 
  7. Voor God is er geen tegenstelling tussen tastbaar of geestelijk. Hij gebruikt zelfs brood en wijn om zichzelf aan ons te communiceren. Zelfs onze eucharistie laat zien dat de wereld waarin we leven verkeerd is, het is niet minder, het is niet iets om aan te willen ontsnappen. Integendeel, de wereld waarin we leven, en met name de concrete tastbare gemeenschap van de kerk, is waar God zich laat vinden.