Papias heeft naar het lijkt de woorden en daden van Jezus opgetekend uit de mond van de generatie die de apostelen gekend heeft. Van die vijf boeken is niets over behalve enkele fragmenten bij Irenaeus en Eusebius. Er zijn nog wat fragmenten bij latere schrijvers, maar die zijn dubieus qua historiciteit. HIER het geheel van de fragmenten.
Eusebius (Kerkgeschiedenis, iii.39) citeert Papias:
Ik ben niet onwillig om op te schrijven, vergezeld van mijn interpretaties, elke instructie die ik met zorg te eniger tijd heb ontvangen van de presbyters, en die ik met zorg in mijn geheugen heb bewaard, zodat je daardoor overtuigd kan zijn van hun waarachtigheid. Want ik schiep geen behagen, in tegenstelling tot de meesten, in degenen die veel spraken, maar in degenen die de waarheid vertelden; noch in hen die vreemde geboden verkondigen maar in hen die de de geboden overdroegen die waren gegeven voor de Heer tot geloof, en die voortkwamen uit de waarheid zelf. Als dus ook maar iemand kwam die naar de presbyters had geluisterd, vroeg ik nauwgezet naar hun uitspraken – wat Andreas of Petrus had gezegd, of wat was gezegd door Philippus, of door Thomas, of door Jakobus, of Johannes, of Mattheus, of bij elk van de andere discipelen van de Heer; wat voor zaken Aristion en de presbyter Johannes, de discipelen van de Heer, zeggen. Want ik stelde me voor dat wat ik uit boeken kon leren niet zo nuttig voor me was, als wat ik ontving van de levende en blijvende stem.In datzelfde gedeelte zegt Eusebius ook:
Papias […] bevestigt dat hij de uitspraken van de apostelen heeft ontvangen van degenen die hen vergezelden, en hij bevestigt dat hij persoonlijk Aristion en de presbyter Johannes heeft gehoord. [ed: die Johannes zou door de apostel Johannes zijn aangesteld.] Vervolgens noemt hij hen vaak bij name, en in zijn geschriften geeft hij hun tradities.Opvallend, hoe belangrijk de nauwkeurige overdracht van de feiten wordt gevonden. Er circuleerden al veel boekjes van de apostelen zelf, er waren al heel wat brieven van degenen die metgezellen van de apostelen waren, maar de generatie daarna maakte zich even bezorgd over de nauwkeurige overdracht van de woorden en daden van Jezus. Me dunkt dat we op z’n minst kunnen constateren dat er sprake was van grote continuiteit.
Een paar andere interessante gegevens die we aan Papias te danken hebben, geciteerd door Eusebius: [Eusebius, iii.39]
1) De apostel Philippus woonde met zijn dochters in Hierapolis. Papias heeft die dochters gesproken, die hem over twee wonderen vertelden. De eerst was van een man die uit de dood opstond, en het tweede was van ene Justus Barsabas die dodelijk gif dronk maar geen enkele schade ondervond.
2) Over het Markus-evangelie weten we dit:
[Papias zei daarover het volgende:] En de presbyter [Aristion? Johannes?] zei dit. Markus was de tolk van Petrus geworden., en schreef nauwkeurig op wat hij zich herinnerde. Dat was echter niet in de exacte volgorde van de woorden of daden van Christus. Want hij had de Heer noch gehoord noch begeleid. Maar daarna, zoals ik zei, begeleidde hij Petrus, die zijn instructies aanpaste aan de noodzaak van de toehoorders, maar zonder de bedoeling om een geregeld verhaal van de woorden van de Heer te geven. Markus maakt dus geen vergissing door zo te schrijven als hj het zich herinnerde. Hij zorgde er speciaal voor dat hij niets wegliet dat hij had gehoord, en ook dat hij niet onwaars aan de uitspraken toevoegde.3) Over het Mattheus-evangelie zegt Papias:
Mattheus verzamelde de uitspraken van de Heer in de Hebreeuwse taal, en een ieder legde die zo nauwkeurig mogelijk uit.Overigens, Eusebius zegt dat Papias 'een man van een kleine verstandelijke capaciteit' was. Het lijkt erop dat Eusebius zich vooral verzette tegen een chiliatische visie die via Papias en Ireneaus in de kerk werd verspreid, vooral in het oosten van het Romeinse rijk. In hoeverre Papias inderdaad chiliastische ideeen had, is onduidelijk; in ieder geval zegt Eusebius:
Onder meer zegt [Papias] dat er een millennium zal komen na de opstanding der doden, wanneer het persoonlijke bestuur van Christus zal worden gevestigd op aarde.[Eusebius, iii.39]Eusebius schaart deze traditie onder wat hij noemt zaken van een meer fantastische aard. Zo zou Papias ook een aantal vreemde gelijkenissen en instructies van de Heer hebben genoteerd in zijn boeken. Eusebius zal dit wel correct hebben gezien; ik denk dat Papias inderdaad iets dergelijks over het millennium zal hebben gezegd. Wij kunnen dat niet nagaan omdat de boeken er niet meer zijn, maar Eusebius verwijst zijn eigen lezers naar die boeken van Papias, om het zelf nog eens wat nauwkeuriger te kunnen bestuderen. Jammer dat we die boeken niet meer hebben.
2 opmerkingen:
Het probleem m.b.t. de twee Johannesen zou zijn, dat Papius zelf geen duidelijk onderscheid maakte tussen apostelen en oudsten. Althans, van wat we ervan weten. Alles is verloren gegaan. Eusebius zag het boek Openbaringen niet zo scherp zitten. Een tweede Johannes kwam hem dus wel goed uit; zoiets... (als ik het correct begrepen heb)
Toch een pijnlijke gedachte, dat er zoveel verloren is gegaan. Alsof het welhaast toeval is dat we nog over de vier evangeliën beschikken.
Dat is goede info, dankje. Inderdaad is in de citaten van Papias e.e.a. niet duidelijk. Gezien zijn geboortejaar zou hij de apostel Johannes kunnen hebben ontmoet. En je zou kunnen denken dat hij zijn gedachte van het 1000-jarig rijk aan de openbaring van Johannes ontleende.
Maar we weten zo weinig van Papias, dat we niet veel conclusies kunnen trekken lijkt me.
Ja er is veel verloren gegaan. Jammer.
Een reactie posten