Uit mijn boekje Egypte mijn volk, ooggetuige van een omwenteling (Medema, 2011)
Toekomst
Mijn indruk is dat er na de val
van Moebarak geen sprake was van antichristelijk beleid door de militaire
junta, maar dat door het machtsvacuüm radicale moslims ongestraft geweld konden
gebruiken en dat bijvoorbeeld lagere legerofficieren domme opdrachten tot
schieten op kloosters konden geven. Dat
machtsvacuüm was een groot gevaar voor de Kerk en voor het hele land. Meer centraal gezag zal vast zorgen dat de
Kerk weer wat bescherming krijgt.
Het is echter te vrezen dat
een islamisering van de wetgeving die christenen nog meer dan nu tweederangs
burgers zal maken met beslist minder rechten dan moslims. Er wordt door diverse moslims al over
gesproken dat christenen in overeenstemming met de sjaria gizzieja, hoofdgeld, moeten gaan betalen. Ik ben bang dat de
opleving van verbale vrijheid van de Kerk op dit moment ook van tijdelijke aard
zal zijn, als mijn vermoedens over de islamisering van Egypte kloppen. Minder vrijheden voor de Kerk, een economische
crisis en politieke instabiliteit lijken me bij uitstek ingrediënten die gaan
zorgen voor een grote exodus van christenen in de komende jaren.
We zijn hier tweederangs
burgers en dat voelt onplezierig, ook al zeggen moslims nog zo vaak dat de
islam zo fijn voor zijn minderheden zorgt en dat juist de sjaria de beste
bescherming en de meeste vrijheden geeft.
Moslims hebben nog al eens de neiging zichzelf te feliciteren met hoe
goed ze voor hun minderheden zorgen, maar mogen die minderheden daar zelf ook
wat van zeggen? Ze weten wel beter. Een serieus democratiseringsproces in Egypte
zou dus wel eens duur betaald kunnen worden door de Christenen. Betalen ze de prijs voor de vrijheid van
Egypte?
Juist de situatie van de
Kopten heeft er voor gezorgd dat ik me bekommer om de minderheden die we ook in
Nederland hebben. Zoals Kopten in Egypte
behandeld worden, willen we in Nederland onze minderheden toch niet
behandelen? Vanuit de opdracht van
Christus om zelfs onze vijanden te behandelen zoals we zelf behandeld willen
worden, kan ik alleen maar erg huiverig zijn voor elke poging om minderheden in
Nederland via de wetgeving of in de samenleving neerbuigend te behandelen. Ja, ik doel natuurlijk op hoe door velen over
moslims wordt gesproken. Dat sommige moslims
in Egypte de christenen soms bar slecht behandelen is geen reden om met
soortgelijke munt te betalen in Nederland en als we dat wel doen, hebben we
minder het morele recht van spreken over mensenrechten in de omgang met landen
als Egypte.
Opdracht van de Kerk
Wat de toekomst brengen moge, de Kerk in Egypte heeft haar opdracht. Die is niet afhankelijk van de overheid van dit
land maar alleen van opdrachtgever, de Heer van de Kerk. Ik zie er niet naar uit mijn wijk Maadi, waar
we als gezin fijne jaren hebben beleefd te verlaten. In de zomer van 2011 verhuizen we naar de
Siti Road in Heliopolis, naar de pastorie van St. Michael’s and All Angels Anglican Church. Ik vermoed trouwens dat we niet altijd die
hele naam zullen gebruiken. Bisschop
Moenier heeft me een duidelijke opdracht gegeven. ‘De kleine Egyptische gemeente en de
Soedanese gemeente moeten vernieuwd worden.
En er moet ook een nieuwe Egyptische gemeente bijkomen en een
Engelstalige.’ Met een groeiende groep jonge Egyptenaren zijn we bezig de
voorbereidingen te treffen.
Bij mijn vroegere bedrijf in
Road 9 overleg ik over het maken van een blog en een website voor mijn nieuwe
werk in Heliopolis. Ik heb een logo
nodig en een brochure. Ik zal blijven
zoeken naar manieren om samen te werken met de bedrijven op Road 72 en Road 9
die ik na jaren achterlaat in handen van andere directeuren om zelf aan een
nieuwe fase in mijn leven in Egypte te beginnen. Dat de Egyptenaren juist van mijn laatste
wandeling en van mijn afscheid van Maadi zo’n explosief feest zouden maken had
ik nooit kunnen verwachten. Dat het
Egypte en de Egyptenaren goed gaat.
Als ik bij de poort van St.
Michael’s in Heliopolis sta, kijk ik uit op het werkpaleis van de voormalige
president Moebarak. Iets verder is het
huis waar hij 30 jaar woonde voor hij de benen nam naar zijn paleis in Sjarm
asj-Sjeikh aan de Rode Zee. Met de
jongelui met wie ik aan de toekomst van St. Michael’s werk, ben ik van harte
overeengekomen dat we het evangelie zullen preken, dat we zullen bidden voor de
zieken en dat we zorg zullen dragen voor de armen in dit land. Maar we zullen ons niet in ons bastion terugtrekken
en we laten ons niet monddood maken; de kerk van Christus zal ook in Egypte de
waarheid spreken over recht en onrecht, ongeacht wat voor overheid we hebben en
ongeacht aan wie dat onrecht wordt aangedaan.
Het martelen van een lid van de Moslim Broederschap of een atheïstische
blogger is even kwalijk als het martelen van een christen.
We zullen ook moeten werken
aan een christelijke politieke visie die past bij Egypte en de specifieke omstandigheden
in dit land. Het idee van christelijke partijen in Egypte spreekt me op
voorhand totaal niet aan in de context van Egypte en de Kerken hebben dat idee
ook altijd verworpen. De kerken hebben
zich van alle betrokkenheid bij het politieke en maatschappelijk leven zo
afzijdig gehouden dat geen bijbels-theologische visie op samenleving en
overheid bestaat. Er zijn vast wel
christelijke politieke partijen en Kerken in Nederland die ons hulp willen
bieden bij het ontwikkelen van een passende christelijke kijk op de wereld
waarin we leven en de rol die we daarin kunnen spelen.
De Heer van de legermachten
gaat ons voor, ook in een islamitisch Egypte dat zijn wetgeving op de sjaria
baseert. Farao is gevallen, maar wat er
ook komen gaat, het leger van de Heer laat zich niet stuiten door vrees voor wat
komen kan. Midden in deze samenleving en
als onderdeel ervan willen we het licht van Christus laten schijnen. Jesaja profeteerde het al: ‘Op die dag zullen
er vijf steden in het land Egypte zijn die de taal van Kanaän spreken en die
zweren bij de Heer van de legermachten.
Een ervan zal genoemd worden:
Stad van de zon.’ Stad van de
zon, dat is Heliopolis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten