Interessante discussie speelt zich af over de vraag of de kerk wel 'randen' moet hebben. Mooi, geen randen, en je kan de hele wereld je parochie noemen! Dat heeft natuurlijk wel wat, zeker als het binnen je kerkmuren niet zo lekker gaat.
Ik heb ook behoefte aan een randloze kerk, in zoverre dit ervoor zorgt dat meer buitenstaanders zich bij ons thuisvoelen en binnenkomen. Maar moet ik zelfs het begrip binnen en buiten dan maar loslaten?
Er is duidelijk spraakverwarring over het begrip kerk. De vraag is of je theologisch of sociologisch naar de kerk kijkt. Theologie moet m.i. vooraf gaan aan de sociologie, en het nieuwe testament is bomvol theologie over de kerk. Daarover is toch niet zoveel spraakverwarring mogelijk?
Maar ook theologisch kan je op verschillende manieren naar de kerk kijken - om maar wat termen uit de leer over de drie-eenheid te lenen, je hebt een ontologie van de kerk, en een economie van de kerk.
Ontologisch is de kerk het lichaam van Christus - en daar hoor je alleen bij door geloof. Economisch kan je over de kerk spreken in termen van hoe de bijbel spreekt over de organisatievorm - en die is wel degelijk aanwezig in de bijbel. Dit moeten denk ik de contouren zijn waaraan we onwrikbaar vasthouden.
Als we deze contouren scherp in het oog houden, hebben we nog steeds veel bewegingsruimte om kerk sociologisch te organiseren op een manier die bij onze tijd past. Kijk naar hoe de Anglicaanse kerk in England kan spelen met nieuwe vormen. Als de theologische structuur helder is, krijg je speelruimte. Als je vooral op de sociologie gericht bent, maak je brokken denk ik.
En laat hierbij vaststaan: de kerk is niet een knikkerzak van passanten... Het is, om de term van Paulus te gebruiken, onze 'moeder'. En aan de keukentafel van 'moeder' is veel ruimte voor kinderen uit de buurt. Maar dat wil niet zeggen dat er geen bewoners en bezoekers van het huis van de kerk zijn. Je bent pas een bewoner van het huis van de kerk, een gezinslid, als je het geloof van het gezin deelt.
Natuurlijk kunnen wij niet altijd scherp zien wie de kinderen en wie de bezoekers zijn; wie kan in het hart van een ander kijken? Maar het is ook echt niet nodig om daarom maar agnostisch te zijn over wat de kerk is en wie erbij hoort.
In mijn kerk in Egypte hebben we vastgesteld dat een ieder die drie maanden lang regelmatig in de eredienst komt, voor het gemak maar als lid wordt beschouwd. Daarvoor hoeft iemand geen cardholding Anglicaan te worden. Zulke mensen mogen lid zijn van onze kerkenraad.
De grenzen van onze kerk zijn dus wat vaag. Maar dat is sociologie, geen theologie. Methodiek, geen ontologie. Het zijn onze welkomende armen, de open armen van de Vader. Maar wie daar slechts naar kijkt en niet meedoet in geloof, blijft nog steeds buiten de kerk, ook als hij elke week op de voorste kerkbank zit.
Ik heb ook behoefte aan een randloze kerk, in zoverre dit ervoor zorgt dat meer buitenstaanders zich bij ons thuisvoelen en binnenkomen. Maar moet ik zelfs het begrip binnen en buiten dan maar loslaten?
Er is duidelijk spraakverwarring over het begrip kerk. De vraag is of je theologisch of sociologisch naar de kerk kijkt. Theologie moet m.i. vooraf gaan aan de sociologie, en het nieuwe testament is bomvol theologie over de kerk. Daarover is toch niet zoveel spraakverwarring mogelijk?
Maar ook theologisch kan je op verschillende manieren naar de kerk kijken - om maar wat termen uit de leer over de drie-eenheid te lenen, je hebt een ontologie van de kerk, en een economie van de kerk.
Ontologisch is de kerk het lichaam van Christus - en daar hoor je alleen bij door geloof. Economisch kan je over de kerk spreken in termen van hoe de bijbel spreekt over de organisatievorm - en die is wel degelijk aanwezig in de bijbel. Dit moeten denk ik de contouren zijn waaraan we onwrikbaar vasthouden.
Als we deze contouren scherp in het oog houden, hebben we nog steeds veel bewegingsruimte om kerk sociologisch te organiseren op een manier die bij onze tijd past. Kijk naar hoe de Anglicaanse kerk in England kan spelen met nieuwe vormen. Als de theologische structuur helder is, krijg je speelruimte. Als je vooral op de sociologie gericht bent, maak je brokken denk ik.
En laat hierbij vaststaan: de kerk is niet een knikkerzak van passanten... Het is, om de term van Paulus te gebruiken, onze 'moeder'. En aan de keukentafel van 'moeder' is veel ruimte voor kinderen uit de buurt. Maar dat wil niet zeggen dat er geen bewoners en bezoekers van het huis van de kerk zijn. Je bent pas een bewoner van het huis van de kerk, een gezinslid, als je het geloof van het gezin deelt.
Natuurlijk kunnen wij niet altijd scherp zien wie de kinderen en wie de bezoekers zijn; wie kan in het hart van een ander kijken? Maar het is ook echt niet nodig om daarom maar agnostisch te zijn over wat de kerk is en wie erbij hoort.
In mijn kerk in Egypte hebben we vastgesteld dat een ieder die drie maanden lang regelmatig in de eredienst komt, voor het gemak maar als lid wordt beschouwd. Daarvoor hoeft iemand geen cardholding Anglicaan te worden. Zulke mensen mogen lid zijn van onze kerkenraad.
De grenzen van onze kerk zijn dus wat vaag. Maar dat is sociologie, geen theologie. Methodiek, geen ontologie. Het zijn onze welkomende armen, de open armen van de Vader. Maar wie daar slechts naar kijkt en niet meedoet in geloof, blijft nog steeds buiten de kerk, ook als hij elke week op de voorste kerkbank zit.
3 opmerkingen:
Helder verhaal. Ik heb de discussie in de media zijdelings gevolgd. Een beetje vanaf de rand zeg maar. :-)
Goed om hier en daar een onderscheid te maken (theologisch en praktijk). De kerk groeit m.i. beter als de rand een beetje vaag of 'rafelig' is. Een hechte kern kan ook een afstotende werking hebben. Er moet minstens één rijtje lege stoelen beschikbaar zijn. En laat mensen wat doen.
Ik heb de kwestie ook alleen van de zijlijn gevolgd - geen tijd om teveel bij te houdenvvan watczich in ons lieve vaderland voordoet. Maar met de zaak als zodanig houd ik me veel bezig - je ontsnapt er niet aan als je een gemeente wilt opbouwen.
En de vraag wordt me bijna wekelijks gesteld - wie hoort er bij? Vooral rond avondmaal is ditceen vaak terugkerende vraag. Moet je lid zijn? Moet je redelijk zondeloos zijn?
Een reactie posten