Iemand vroeg me van de week wat deze vervelende verzen toch te betekenen hebben. Maakt God mensen ziek als ze het avondmaal niet op de juiste manier gebruiken?
29 Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.
30 Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen
31 Want als wij onszelf zouden beoordelen, zouden wij niet geoordeeld worden.
32 Maar als wij geoordeeld worden, worden wij door de Heere bestraft, opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden.
Een eerste belangrijke zaak is de vraag wat wordt bedoeld met de woorden ‘omdat hij het lichaam [van de Heere] niet onderscheidt.’ Wat betekent dit ‘niet onderscheiden van het lichaam van de Heere’? Eerst is van belang goed naar de context te kijken. Het gaat hier niet introspectie over de vraag of je wel in alle opzichten heilig leeft, maar het gaat om een veel concretere zaak. Het gaat hier over het feit dat sommige gemeenteleden het eten en drinken bij de maaltijd al ophebben voordat alle mensen hebben gegeten. De viering van de ‘eucharistie’ werd gedaan in de context van een gewone maaltijd, en sommigen kwamen te laten: het eten was op. Dat dit de context is blijkt uit wat voorafgaat: lees de verzen 20-22. En de concluderende slotwoorden van Paulus onderstrepen dit, in de verzen 33-34.
De klacht van Paulus is dus dat een deel van de gemeenteleden zich niks aantrekt van anderen. Ze minachten de gemeente van God en vernederen degenen die niks hebben. (vers 22) Dat wekt de indruk dat degenen die zich tegoed doen tijdens de maaltijd, de mensen met geld zijn. De armen in de gemeente van Christus verachten ze.
Wie met zo’n gesteldheid en op zo’n onwaardige manier de eucharistie viert, toont zijn minachting voor het lichaam en het bloed van de Heere. (vers 27)
Wat betekent dus het niet onderscheiden van het lichaam van de Heere? (Vers 29) Ik denk dat je hier het eucharistische brood niet moet scheiden van de gemeenschap waartegen deze mensen zondigen. Omdat ze het lichaam van Christus - de gemeente - minachten (ze laten de armen in hun gemeente verrekken) tonen ze dat ze de maaltijd die ze vieren niet op waarde schatten.
Paulus zegt in Romeinen 12:1 dat we onszelf als offergave aan God moeten geven - dat is onze geestelijke eredienst. We zijn door het geloof verenigd met het offer van Christus - en dus is de eucharistische eredienst niet alleen een gedenken van wat Christus deed, maar we verenigen ons daarmee. Ook wij liggen met Hem op het altaar. Dood in zijn dood. Hier zijn het lichaam van Christus - het lijf van Jezus - en zijn lichaam op aarde - de kerk - verenigd in de eucharistie.
Wie dus delen van de kerk slecht behandeld, behandeld Christus slecht. Nogmaals, het ‘jezelf beproeven’ rond de eucharistie is dus niet een intense innerlijke speurtocht naar of er nog donkere hoekjes in je hart zijn. Natuurlijk zijn die er. En God vergeeft. Maar het gaat Paulus om iets heel concreets. Het gaat om het minachten en mishandelen van een deel van de kerk van Christus, namelijk de armen.
Wie als kerk niet samen kan leven in harmonie, kan ook niet samen bidden in eenheid. Er wordt minder gebeden, en gebeden worden minder verhoord.
Wie zich niet goed gedraagt rond de maaltijd, en de armen aan de kant duwt en laat verrekken, die is ‘schuldig’ (vs 27) en die drinkt en eet zich een ‘oordeel’ (vers 29). Me dunkt dat het woord ‘daarom’ (vers 30) dus echt de kracht heeft die het lijkt te hebben - het legt een relatie tussen wangedrag en mensen die daarom ziek zijn. Vers 31 noemt dat ook ‘geoordeeld worden’.
Maar dat oordeel is opvoedkundig. (vers 32). Het gaat erom dat de kerk zichzelf aanpakt en zich beter gedraagt ten aanzien van de armen en de heilige eucharistie. Er is ook niets dat suggereert dat de mensen die zich slechts gedroegen, zelf ziek werden. Het ging om een 'gemeentelijk' probleem.
Gods oordeel is, denk ik, niet dat hij mensen ziek maakt. Dat gebeurt gewoon en is deel van de wereld waarin we leven. De hele schepping zucht en kreunt, zegt Paulus in Romeinen 8, en dat geldt ook voor de gelovigen in de kerk. Ze worden net als alle mensen ziek en gaan daaraan dood.
Maar in de kerk zie je soms tekenen van het komende volmaakte koninkrijk - mensen die onverwacht beter worden. God’s oordeel in Korinthe was dat dit niet gebeurde.
Let wel, dit vers is ook precies het enige vers in de twee brieven aan de Korinthiers die dit noemt. Als het nou zo zijn dat er opvallend veel mensen ziek werden en dood gingen, dan zou dat vast wat breder zijn besproken in de twee brieven, maar het lijkt geen bijzonder thema te zijn in de gemeente daar. Daarom denk ik dus dat het aantal ‘gevallen’ niet bijzonder was. Maar het had beter kunnen zijn, als de gemeente meer een zorgzame gemeente was geweest.
Wie gingen er dood? Misschien wel de armen die tekort kwamen. Die door slechte voeding eerder ziek werden. In een goede kerk in de vroege periode, waren veel armen. Als die nou echt geholpen werden door de rijken in de kerk, zou het percentage ziektegevallen in de kerk beslist kleiner zijn dan in de hele samenleving. Dus misschien was de kerk toen wel bij uitstek een wellness center waar minder zieken waren. Maar ja, dat is dus niet zo als die armen nog evengoed worden genegeerd.